Molen De Oude Pelmolen (2e standplaats)/ De Sneker Oliemolen, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Oude Pelmolen (2e standplaats)/ De Sneker Oliemolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
pelmolen, oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
17694
oude dbnr.
V17694
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
nabij De Nieuwe Pelmolen
gemeente
Harlingen, Fryslân
geo positie
X: 157237, Y: 575052
N: 53.16217, O: 5.42066

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
2 paar stenen
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
roede: 78 voet (= 25,35 m)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
> , 1706 verplaatst
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Tussen 1694 en 1706 is De Oude Pelmolen waarschijnlijk verplaatst naar deze positie op hetzelfde perceel als De Nieuwe Pelmolen, aan de westzijde van de Bolswardervaart en nabij het Hooghout (hiermee wordt een hoge voetgangersbrug over de vaart bedoeld). Het is echter ook niet uit te sluiten dat de molen al direct op deze positie is gesticht in 1689.

De exacte standplaats van de molen is niet bekend. Er is geen kaartmateriaal van bekend. De coördinaten zijn dan ook slechts een globale indicatie van de standplaats.

In de beginjaren was het eigendom van de molen verdeeld over veel aandelen. In 1693 had de molen 9 eigenaren. Geleidelijk aan nam het aantal eigenaren van de molen door aandelentransacties af. Bunskoeke heeft veel van de aandelentransacties en eigenaren achterhaald. Tot 1729 waren alle eigenaren gortmakers. In dat jaar echter verkocht Sijbe Jansen Reijer zijn 1/4 aandeel in de molen aan olieslager Jan Sijmons. Rond 1730 erfde Aaltje Andries dat aandeel van haar oom Jan. In 1732 verkochten Pieter Fransen Wijngaarden, Aucke Gerbens en Herke Tjebbes hun kwart aandelen in de molen aan Aaltje die daarmee enig eigenaar van de molen werd, samen met haar man, koopman Jacob Jarigs van der Leij.

De erfenis van Jan Sijmons omvatte ook een oliemolen buiten de Noorderpoort van Sneek. Het betrof waarschijnlijk deze molen. Mogelijk is die oliemolen uit Sneek, of in ieder geval het gaande werk daarvan, verplaatst naar deze locatie.

In 1735 wordt vermeld de oude pelmolen nu tot een olymolen gemaakt. Toen kochten Teunis en Jan Jarigs van der Leij twee derde parten van de drie oliemolens de Harlinger, Lieuwerter en Sneeker genaamd, voor in totaal 18.000 Carolus guldens van Aaltje en Jacob. In 1738 was op het land van de peldegarstmolen de nieuwe molen genaamd ook nog de nieuwe olijmolen gelegen. In 1748 kochten Teunis en Jan ook het laatste 1/3 aandeel van Aaltje en Jacob.

In 1762 verkocht Teunis van der Leij de oliemolen de Sneker molen genaamd en drie pondemaat land waarop de molen stond, aan Jan Jarigs Westra. Op 1 juni 1765 brandde de molen tot de grond toe af.

Bronnen:
- "molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht", drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016
- "Molens in en om Harlingen een rijke historie", Tj. Severein, 1990.

Leeuwarder courant, 11-06-1766
De Notaris HENDRIK PESMA te Harlingen, presenteert publyk by Stryk-geld te verkopen : De helft van drie Pondemate GREID-LAND, met het Muurwerk van de Olymolen, en berde Kamers daar annex, in den verleden Jaare gedeeltelyk afgebrand; waar van drie groote Olybakken geheel waterdigt zyn , en her zogenaamde Doodbed, de Noordelykste Kamer en Lootske meest onbeschadigd zyn gebleeven; als meede nog twee Woningen daar regens over op 't zelve Land geheel onbeschadigd , alles by malkanderen geleegen om 't Zuid van Harlingen by 't Hooghout aan de Bolswarder Vaart onder den Dorpe Almenum.