Molen De Leeuwarder oliemolen, Harlingen/ Harns

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1715 - 1722

verdwenen

1747

1746 - 1747 verbrand

afkomstig van

Leeuwarden/ Ljouwert (Het Fortuin / Oude Molen)

geschiedenis

Er bestaat tussen de Leeuwarder en Harlinger oliemolens verwarring over welke molen bij welke naam hoort. Bunskoeke heeft de meest waarschijnlijke naamgeving afgeleid (zie ook onder), die tegengesteld is aan de eerdere situatie. Dat betekent dat gegevens van deze twee molens in het verleden verwisseld kunnen zijn en dat tegenstrijdigheden in de naamgeving tussen deze twee molens in andere bronnen dus voor kunnen komen Red.

Onderstaande informatie is gebaseerd op molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.

Na de dood van haar man Sijmon Jacobs in 1715 verplaatste Claeske Andries hun oliemolen in Leeuwarden naar Harlingen, naar hetzelfde land waar ook al hun andere oliemolen stond. In haar testament uit 1722 is de verplaatsing in ieder geval vastgelegd. De verplaatsing heeft dus met zekerheid plaatsgevonden tussen 1715 en 1722, maar waarschijnlijk is het gebeurd in 1719 toen Barent Wouters, olymolenaer, met attestatie uit Leeuwarden werd ingeschreven bij de doopsgezinde gemeente te Harlingen.

In 1734 en in 1746 bestond de molen nog, maar in het reëelkohier van 1747 stond aangetekend dat de molen was afgebrand. In 1748 was er sprake van een woonhuis en olijback, overdekt met een schuurtje, staande op het land van de afgebrande molen. In 1769 werd vermeld dat dit voortijds tot de zogenaamd, dog afgebrande Leeuwarder molen had behoord.

-----

Leeuwarder courant, 31 mei 1766

De Notaris Hendrik Pesma te Harlingen, praesenteert publyk by Strijkgeld te verkopen; De Helfte van 4 Pondemate Greidland, met het Muurwerk van de Olymolen, en beide Kamers daar annex, in den verleden Jaare gedeeltelyk afgebrand: waar van drie groote Olybakken geheel waterdigt zyn, en het zogenaamde Doodbed, de Noordelykste Kamers en Lootske meest onbeschadigd zyn gebleeven; alsmede nog twee Woningen daar tegen over op 't zelve Land geheel onbeschadigd, alles by malkanderen geleegen om 't Zuid van Harlingen by 't Hooghout aan de Bolsearder Vaart onder den Dorpe Almenum.

-----
Er is geen kaartmateriaal met de molen erop bekend. Echter het bovengenoemde woonhuis en schuurtje staan waarschijnlijk op de eerste kadastrale kaart van Sexbierum, 1827, perceel A476. Voor de meest waarschijnlijke positie van de molen zijn dan ook de coördinaten van dit perceel aangehouden, maar zeker is het niet.