Molen Bastion Maria, 's-Hertogenbosch

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1673

verdwenen

1800

1755 - 1800 verdwenen

afkomstig van

's-Hertogenbosch (Baselaarsmolen (2e))

voorganger

's-Hertogenbosch (Korenmolen van het Groot-Ziekengasthuis)

opvolger

's-Hertogenbosch (Nooitgedacht)

geschiedenis

Nadat Van Susteren in 1672 bevel had gekregen zijn korenmolen bij het Kruithuis te verplaatsen heeft het stadsbestuur enkele locaties bestudeerd waar de molen geplaatst zou kunnen worden: de plaats waar de molen van de Baselaars stond nabij Bastion Baselaar, een plaats op Bastion Vught (waar dus al een molen stond, de Santvlietmolen, zie inventarisnummer 2818) en Bastion Maria waar tot 1640 een korenmolen van het Groot Ziekengasthuis stond, en die in dat jaar omgevallen was. De keuze viel op Bastion Maria, maar daartoe was het wel nodig een aantal bomen in de nabijheid te rooien.

Merkwaardig is dat de molen van Susteren de ‘Baselaarsmolen’ werd genoemd. De molen had deze naam volgens de documenten omdat hij, toen hij nog buiten de stad stond, eigendom was van de Baselaars. Dat zou dan de Hoekmolen geweest moeten zijn (Tenbruggencatenummer 15136). Die was echter verbrand; de molen op de Kasterenswal was opgericht met het windrecht van die molen. Maar ook op de Kasterenswal was de molen al eens prooi der vlammen geworden, in 1627. De relatie met de Baselaars was daardoor inmiddels ver te zoeken.

Nico Jurgens, 25 juli 2007.
-----

Voor 1709 was Jacob Coppens de eigenaar. In 1709 waren dat Dirck van den Broeck en Jacobus van Ravesteijn, en was de molen ingericht voor het malen van schors.

In 1800 werd ter plekke een nieuwe molen gebouwd.

Bron: "Molenwandeling over de stadswal", artikelenreeks door Nico Jurgens, in Bossche Bladen 1997 (Stadsarchief). Verzameling H. van der Kaay.