Molen Het Vette Schaap, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Vette Schaap
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04910 a
oude dbnr.
V3051
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04910 a Het Vette Schaap (Zaandijk)

Ansichtkaart, serie 40 nr 5, coll. DVM

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Aan weg en Zaan ten zuiden van de oliemolen De Koperslager
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 844 Cornelis Klaasz. Honig, koopman
geo positie
X: 115696, Y: 499215
N: 52.47925, O: 4.80866

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
De molen bezat een dubbel oliewerk, dat in 1828 werd uitgebreid met een enkel slagwerk.
versieringen
De naam van de molen was aan de wegkant op het onderachtkant geschilderd. Aan de Zaankant bezat het Vette Schaap een buiten verhouding groot naambord. Vast en zeker voor slechtziende schippers.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
De Prins van Oranje ✉︎ 673 1870 1870? 1911
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
De eerste Zaanse molens werden doorgaans gebouwd op een erf aan de Zaan. Het Vette Schaap behoorde ook tot deze categorie. Het Vette Schaap was een van de eerste oliemolens die gebouwd werd binnen de Zaanstreek. Op 2 augustus 1618 verkregen Dirck Gerritsz., Pieter Jacobsz. en Claes Baertsz. uit Wormerveer, de windbrief van het Vette Schaap.
Op 21 januari 1642 verkocht Gerrit Pietersz., vermoedelijk de zoon van Pieter Jacobsz. het volgende:”een halve oolymolen en erff genaemt het Scheep met het huysgen en die roerende goerderen daerby, staende en leggende benoorden die Saendijck, belent ten noorden Aerian Pietersz. comsocijs en ten zuiden die meent (=het dorp Zaandijk)”. De helft van de molen werd toen gekocht door Jacob Arentsz. en Cornelis Jacobs, voor Fl.2975,-, wat een aanzienlijk bedrag was in die tijd. Op 8 mei van dat jaar ruilde Aerian Pietersz., die dus de rest van het Vette Schaap bezat, dit aandeel met Aris Pietersz. voor:”een halve volmolen min een twaelffde part, met die huysinge en erven voor Fl.1700,- bij die voorsz. gerechte daerop getaxeert”. Het betrof hier “de Koper Volmolen”.
In 1712 behoort het Vette Schaap toe aan de Zaandammer olieslager Jan Louwerensz. Louwen, die ook met de kleine oliemolen “de Windhond” aan de overzijde van de Zaan werkt. Op 20 juni van dat jaar liet hij het Vette Schaap tegen brand verzekeren bij een assurantiecontract. Kort daarna komen de molens in handen van zijn zoon Jan Louwen Jr.
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727, laat Louwen de handelswaar van zijn twee molens hierbij tegen brand verzekeren. De molens zelf werd niet bij het OC verzekerd, Louwen had schijnbaar elders een goede brand assurantie afgesloten.
Jan Louwen Junior blijft tot 1757 werken met het Vette Schaap, in dat jaar komt de molen in handen van Claes Cornelisz. Honig. Deze laat de opstal van de molen op 28 februari van dat jaar tegen brand verzekeren bij het OC.
Van 1777 tot 1787 werkte het Vette Schaap voor de Zaandijker Jacob Breet, na zijn overlijden komt het Vette Schaap weer in bezit van de familie Honig, Adriaan Cornelisz. Honig werd de nieuwe gaandehouder van de molen. Naast het Vette Schaap werkte Honig met “de Koperslager” en “het Witte Paard”, respectievelijk gelegen in Zaandijk en Wormerveer. Ook had Adriaan Honig belangen in de papiermakerij, samen met zijn vader en broers bezat hij de papiermolens “de Jonge Voorn” en “de Oude Voorn” in Wormerveer en “de Hobbezak” in Zaandijk.
Op 7 januari 1791 werd het Vette Schaap getroffen door een windhoos. In een dagboek werd de ramp als volgt weergegeven:
“1791 den 7 jannuary heeft het Schaap op Zaandijk zeijn roede afgemaale tegen het lijf an van de moole de kap die kwam achterover maar niet er af maar na beij die waaren zeven steijle stikkent van de agt en na vervolg is de oude moole afgebrooke en ter na een nieuw gezet met spaan gedekt”.
De molen was dus tijdens de windhoos gaan draaien. Tijdens het draaien brak een roed, die vervolgens in het lijf sloeg. Door de enorme krachten van de draaiende molen en de windhoos, werd de kap naar achter gedrukt, waardoor 7 van de 8 achtkantstijlen zwaar beschadigd raakten. De schade was te groot om de molen te repareren, waarna Adriaan Honig besloot om de molen te laten slopen en er een nieuwe voor in de plaats te zetten.
Het nieuwe Vette Schaap was een grote achtkante bovenkruier, fraai van vorm, met een lijf dat was gedekt met spanen en een houten kap.
In 1795 overleed Adriaan Czn. Honig, zijn drie oliemolens kwamen toen in bezit van zijn zoon Claas Adriaansz. Honig. Zoon Claas leefde tien jaar langer dan zijn vader, vermoedelijk wordt na zijn overlijden het Vette Schaap ondergebracht bij Claes Gerritsz. Honig. Deze telg uit de Honigfamilie is olieslager met de oliemolens “het Pink”, “het Windei”, “de Gooier”, “de Os”, “de Vergulde Haan”, “de Sint Willibrordus”, “de Wandelaar”, “de Oranjeboom”, “het Oude Bonte Kalf” en “het Varken”. Een indrukwekkend bezit. Verder was deze Honig actief in de walvisvaart.
Als Claes Honig in 1813 komt te overlijden, neemt zijn jongste zoon Cornelis Honig, de firma van zijn vader over waar hij al sinds 1791 deel van uit maakte. Cornelis Honig vergrootte het molenbezit, dat gebeurde met de oliemolens “de Kieft”, “de Jonge Wolf”, “de Visser”, “de Kikker” en “de Kopermolen”.
In 1828 liet Cornelis Honig het Vette Schaap behoorlijk uitbreiden. Naast het dubbele slagwerk dat de molen al had, kreeg het Vette Schaap er een enkel werk bij. Dit bestond uit een koppel kantstenen, een naslag en vier extra stampers. Om dit te kunnen aandrijven moesten er aan het binnenwerk van de molen diverse onderdelen worden vernieuwd en veranderd. Ook werden de schuren van de molen vergroot en kreeg de molen een rietdek, de spanen waren schijnbaar van slechte kwaliteit geweest. De kap van het Vette Schaap bleef met hout bekleed. De kosten van de verbouwing kwamen uit op Fl.6000,-, wat in die tijd een enorm bedrag was. Na de verbouwing behoorde het Vette Schaap tot de groten onder de Zaanse oliemolens.
Cornelis Honig overleed in 1845, waarna zijn grote molenbezit werd verdeeld onder zijn twee zonen Cornelis en Klaas Honig. Ook gaan enkele molens over naar Jacobus Kluyver, die was getrouwd met een dochter van Cornelis Honig. Het Vette Schaap werd toebedeeld aan Cornelis Czn. Honig.
Als Cornelis Honig in 1870 sterft bezit hij 12 oliemolens die werden verdeeld onder drie van zijn zonen. Het Vette Schaap kwam samen met “de Kat” en “de Vergulde Haan”, beide gelegen aan de Kalverringdijk in Oostzaandam, te werken voor de firma Jacobus Honig Czn.
In het begin van de twintigste eeuw is het over met de windolieslagerij. Het is moeilijk om nog een goed belegde boterham te verdienen en dus stoot Jacob Honig één voor één zijn molens af. De Vergulde Haan was de eerste en werd op 3 november 1903 uit het OC geschreven, de Kat zou in 1904 volgen. Met het Vette Schaap bleef Honig nog wat langer doorwerken. Op 1 december 1905 liet Jacob Honig de molen uitschrijven bij het OC. Hij liet de molen toen in een andere brandverzekering onderbrengen. Het Vette Schaap zou tot 1908 blijven werken, daarna komt de molen definitief tot stilstand. In juli van dat jaar bood Honig de molen te koop aan, wat als volgt werd omschreven:
“Uit de hand te koop de Oliemolen Het Vette Schaap allergunstigst gelegen aan Weg en Zaan, te Zaandijk. Deze dubbele molen heeft o.a. twee paar steenen loopers en vier blokken, een groote zaadberging, alsmede een flink Zaanerf, ten noorden en ten oosten van het genoemd perceel”.
De molen werd niet verkocht. Pas in 1911 werd er een koper gevonden in de persoon van Jacob de Boer uit Oostzaan, molensloper van beroep. De Boer kon de molen verkopen aan een coöperatieve maalderij uit Wijdenes, die ter vervanging van een kleine grondzeiler een grotere molen wilden hebben.
In april 1911 werden achtkant, kap en roeden van het Vette Schaap afgebroken en weer opgebouwd in Wijdenes. Aldaar ging het Vette Schaap meel malen en kreeg hij de naam “de Stofmolen” naar de oude molen, tot op de dag van vandaag is de molen daar aanwezig.
De onderbouw en schuren van het Vette Schaap bleven achter op Zaandijk. Na aanvankelijk te hebben gediend als opslagplaats, werden deze restanten gekocht door H.Kan en ingericht als prakkerij voor het vermengen van veevoer. In de loop der jaren werd deze prakkerij uitgebreid en werden de onderbouw van de molen en de schuren vervangen door stenen panden. Op 24 augustus 1932 verbrandde de prakkerij. Enkele jaren later werden de panden opgeknapt en ingericht als havermoutfabriek, met de naam “de Grootvorst”. Na de brand van 1932 resteerde er van het Vette Schaap nog slechts een klein stukje van de noorderschuur. Later is dit ook verdwenen. Toen de havermoutfabriek stopte met zijn productie, heeft “de Grootvorst” nog een tijdje als opslag gediend voor cacaofabriek “de Zaan”.
Omstreeks de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de panden gesloopt. Op het erf aan de Zaan werden huizen gebouwd.


Bronnen:
“de Zaende” 1e jaargang 1946 blz. 53-58
“Dat goede oude Zaandijk” G.Oosterbaan 1971 blz. 99/ 105
“Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 330-331
“Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 184-185
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz.165
“Het Olieslagerscontract” R.Couwenhoven 2002 blz. 17-22/50/105
“Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
“de Windbrief” 9e jaargang 1980 nr.32 artikel T.Neuhaus over het Vette Schaap (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T.Neuhaus 1987 blz.63
“Over molens der familie Honig” P.Boorsma 1939 blz.168-169
informatie F.Rol
-----

De Zaandijker oliemolen Het Vette Schaap stond aan de westkant van de Zaan en aan de noordkant van het dorp, net ten zuiden van de in 1964 afgebrande oliemolen De Koperslager.
In 1828 werd er een groot werk aan uitgevoerd, want de kosten ervan bedroegen niet minder dan ca. f 5900,- hetgeen voor die tijd een groot bedrag was. Behalve het vervangen van de houtbekleding op het achtkant door een rietdek en het vergroten van de schuren werd er toen ook een enkel olieslagwerk bij geplaats.
In april 1911 is Het Vette Schaap te Zaandijk afgebroken. Onderachtkant en schuren zijn later gesloopt, waarna op deze plaats de havermoutfabriek De Grootvorst werd gebouwd.
Het Vette Scbaap, een van de molens van de bekende Zaanse familie Honig, werd in genoemd jaar voor f 2000,- van zijn laatste eigenaar Jacobus Honig Cz. gekocht en door de bekende molenslopersfirma Gebr. De Boer te Oostzaan afgebroken. Hierna werden de onderdelen per schip naar Hoorn en vandaar naar Wijdenes gebracht.
De nieuwe molen werd vlak naast de oude Stofmolen gebouwd, zodat deze gedurende de bouw in bedrijf kon blijven.
Toen de herbouw door dorpstimmerman Groot en de mannen van de firma De Boer was voltooid, had het hele werk ca. f 11.000,- gekost.

aanvullingen

trivia
Oliemolen “het Vette Schaap”, grote achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandijk aan weg en Zaan ten zuiden van de oliemolen “de Koperslager”. Bouwjaar 1791, in 1911 afgebroken en verplaatst naar Wijdenes (N.H.)