Molen Beetskoog, De Kleine Molen, Oudendijk

Oudendijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Beetskoog, De Kleine Molen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04147 a
oude dbnr.
V6367
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Oudendijk
plaatsaanduiding
aan de Beemster Uitwatering, tegenover het midden van Oudendijk
gemeente
Koggenland, Noord-Holland
streek
De Wester Koggen
kadastrale aanduiding 1811-1832
Oudendijk B (2) 89 Polder De Cogen
geo positie
X: 127191, Y: 512647
N: 52.60067, O: 4.97674

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Scheprad
Later vijzel 1,70 m diam.
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
22 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De molen werd door de bedijkers van de Beemster gebouwd op de kade van van de nieuw gegraven Beemsteruitwatering langs de Westfriese Omringdijk, als compensatie voor het overnemen van de uitwateringsduiker bij Lutje Schardam. Hij moest even groot zijn als de reeds bestaande molen bij Schardam (Tenbruggencatenummer 08605), en maalde uit op de Beemsteruitwatering.

De schepradmolen was een achtkante binnenkruier. Midden januari 1851 liep het scheprad vast en dit was een gunstig moment om tot vervijzeling over te gaan. In september 1851 was de vijzel operationeel.

Purmerender Courant 4 nov. 1868.
"In de nacht van 27 op 28 oktober 1868 sloeg de bliksem in, zonder evenwel schade of brand te veroorzaken, alleen is een schilderij een weinig en op zonderlinge manier gehavend."

Dordrechtsche Courant, 31 okt. 1868:
"Uit Hoorn schrijft men van den 28.: Heden nacht woedde over deze stad en omstreken een vreeselijk onweder. Behalve dat daardoor onderscheidene branden in omliggende dorpen zijn ontstaan, heeft men nog het volgende te betreuren.
De molen tusschen den Oudendijk en de Beets werd door het onweder getroffen, en twee zoons van den molenaar, de een 24 en de ander 21 jaren oud, te bed liggende, werden door den bliksem gedood."

De molen werd in 1876 vervangen door een stoomgemaal, dat in 1877 klaar was.
In de Purmerender Courant van 18 april 1877 staat een melancholisch gedicht van K. de Groot te Oudendijk over de wisseling van molen naar stoomgemaal (zie Aanvullingen).
-----

C. Blankevoort uit Monnickendam, die de molen van de Beetskoog had afgebroken, was goed van de noodzaak tot vervijzeling in de Zuidpolder bij Edam (Tenbruggencatenummer 01156) op de hoogte. Hij bood daarom in 1878 de vijzel met toebehoren van de afgebroken molen aan om er de molen van de Zuidpolder mee te verbeteren. Terwijl de vraagprijs voor de afzonderlijke vijzel ƒ 265 was, bood het polderbestuur maar ƒ 175 inclusief transport naar Edam. Daarom zal de koop niet zijn doorgegaan.

Bron: "Molens van Edam", D.M. Bunskoeke, 1999.

aanvullingen

trivia
Gedicht van K. de Groot uit Oudendijk, 18 april 1877.
Naar aanleiding van den afgebroken molen en het daarvoor te bouwen STOOMGEMAAL in den Polder Beetskoog, te Oudendijk.

Wat draagt alles om ons hene
’t Merk van onbestendigheid
Wat bestaat moet welhaast wijken
Voor de magt van Vader tijd.

Wat men eens in geestdrift bouwde
Voor het heil der Maatschappij
Zelfs onmisbaar dorst te achten
Blijk welhaast van geen waardij.

Wat ons meester eens ontvouwde
En tot rigtsnoer had gesteld
Dat verging in later jaren
Met den tijd die hene snelt.

Ieder tijdperk heeft zijn vinding
Op het praktische gebied
En de vinder streelt de hope
Op een zegenrijk verschiet.

Heil die helden, die verlichting
Spreiden in een wijden kring
Zij verdienen meer dan achting
Eerbied en bewondering.

Voor hun moedig voorwaartsstreven
Naar een goed en edel doel
Strijden tegen ’t stout vooroordeel
Onder ’t heiligst pligtgevoel.

Ook voor landbouw gaan de kunsten
En de wetenschep vooruit
En men roemt der ed’len wilskracht
Door een vindingrijke magt.

Diende ons eertijds onbeteugeld
Slechts der winden ruwe kracht
Voortaan dwingt men d’elementen
En hun vaak en kloek besluit.

Onafhanklijk van den windstroom
Wordt het water weggestoomd
Welk een wondre kunstbewerking
Wie had oudtijds dat gedroomd.

Dit zal ook de KOOG ervaren
Haast prijkt daar ook zulks een reus
En de landman prijst bij voorbaat
Zulks een loflijk wijze keus.

Reeds ziet men den kleine molen
Niet meer op zijnen stand meer staan
Want door kracht van mokerslagen
Is hij in het niet vergaan.