Molen De Vrede, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Vrede
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01425 b
oude dbnr.
V2467
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01425 b De Vrede (Harlingen/ Harns)
deel van onderstaande afbeelding

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
langs de Bolswarder Vaart
gemeente
Harlingen, Fryslân
plaats(en) voorheen
Almenum
kadastrale aanduiding 1811-1832
Sexbierum A (3) 483 Okke Jacobs Bijlsma, houtkooper
geo positie
X: 157367, Y: 575169
N: 53.16322, O: 5.42260

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
67 voet
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Onderstaande informatie is gebaseerd op molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.

Thomas Jacobs Bijlsma besteedde op 6 april 1818 de bouw van deze molen en het uitgraven van een kolk aan. Bij de dood van Thomas in 1826 werd de molen eigendom van zijn broer Okke Jacobs Bijlsma, die daarnaast nog drie houtzaagmolens bezat (De Arend, De Eendracht en De Valk. Zijn zoon en zijn schoonzoon, Jacob Okkes Bijlsma en Simon Sietses Beidschat, runden de molens, als firma O. Bijlsma en zonen. Na de dood van Okke in 1846 bleef de firmanaam nog bestaan tot 1848. Hierna verwierf Simon, de man van Jeltje Okkes Bijlsma, de molen.

In 1871 werd de molen, als gevolg van de boedelscheiding van de familie Beidschat, verkocht aan timmerman, aannemer en houtkoper Binne Jans Bolleman. Hij verkocht de molen 7 jaar later, in 1878, aan Tjepke Zaal en Evert Lautenbach.

Evert en zijn zoon Dirk Evert Lautenbach gingen onder de naam Firma E. Lautenbach en zoon een vennootschap aan en gingen het houtzaagbedrijf combineren met de houthandel. De vennootschap werd in 1883 ontbonden en Evert ging alleen verder. Evert kon de hypotheek voor de molen echter niet voldoen en hij verkocht de molen in 1888 aan de hypotheekverstrekker Yme Ottos Faber, die zelf handelde in bouwmaterialen (Faber & zoon) in Harlingen en Leeuwarden.

Yme, koopman, fabrikant, kassier en commisionair in effecten, werd echter op 18 april 1893 failliet verklaard en de molen werd voor f. 1.969,- bij een publieke verkoping uit de failliete boedel verkocht aan Abe Adams Hoek. Abe en zijn broer Gosse hadden in 1892 een handel in houtwaren en bouwmaterialen opgericht, de firma A.L. (Adam Lodewijks) Hoek, genoemd naar hun vader. Adam Lodewijks was echter zelf geen firmant.

Sjouke Jans Hondema werkte tot 1899 als meesterknecht op de molen, waarna hij voor zichzelf begon op de naastgelegen molen De Arend.

-----

Naast de molen is later een kistenmakerij gebouwd. Voor de aandrijving werd een stoommachine geplaatst. (op de foto's is de schoorsteen duidelijk zichtbaar). De houtzagerij en kistenmakerij waren toen gescheiden. De baas van de kistenmakerij was dhr. De Vries. De molenaar, zichtbaar op de omloop op de grote foto, is dhr. Ane Abe Hoek. Ane Abe was de kleinzoon van Adam Lodewijks (die op 27 mei 1894 is overleden) en heeft de molen toen overgenomen. In 1910 werd de molen stilgezet en in 1918 gesloopt, op een houtschuur en het woonhuis na. Deze zijn er nog steeds en wordt door de familie Jilderts bewoond. De houtzagerij is overigens in Achlum voortgezet in een elektrische houtzagerij. Ane Abe Hoek was mijn opa.

Informatie van Robert D. Hoek, 7-3-2013

-----

In 1921 werd de houtzagerij De Vrede, bestaande uit een machinekamer, ketelhuis, houtschuur, woningen met erven en houtkolk, geveild. Koper was boer Hillebrand Jilderts, die de hele machinale houtzagerij liet slopen.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting naar de ligging van perceel Sexbierum sectie A (blad 3) nr. 483.