Molen Aerssen-molen, Wernhout

Wernhout, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Aerssen-molen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
16685
oude dbnr.
V16685
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Wernhout
plaatsaanduiding
aan de Oude Baan
gemeente
Zundert, Noord-Brabant
streek
Baronie en Markiezaat
geo positie
X: 103603, Y: 385546
N: 51.45665, O: 4.64770

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verwoest
geschiedenis
In 1662-1663 bouwde de heer van Wernhout, Johan van Aerssen, een windmolen op een kunstmatige molenberg langs de Oude Baan. Protesten van de Nassause Domeinraad vanwege de concurrentie voor de molens te Zundert, weerlegde hij: de heerlijkheid Wernhout behoorde niet tot het gebied van de heer van Breda, en hij bezat volgens de leenbrief van 1618 "hooge, middele ende lage jurisdictie, het recht van malerye ende molen, jaght, visserijen ....". Verder had er al eerder een molen bestaan te Wernhout, zie Tenbruggencatenummer 14539.

Bij de molen bouwde Van Aerssen een molenaarshuis met welput, een schuur en een paardenstal. Begin 1663 zal de molen gereed zijn geweest, de eerste pachter was vanaf 22 februari 1663 Adriaan Rijshout voor ƒ 500 per jaar. In 1666 nam Willem Jacob Schrauwen de pacht over voor ƒ 510 en vervolgens tot 1675 voor ƒ 400 per jaar.

De molen van Wernhout leidde geregeld tot onenigheid met de molenaars te Zundert, zeker omdat de Wernhoutse molenaar met zijn paard en wagen ook Zundertse klanten bediende. In 1698 nam stadhouder Willem III de hele heerlijkheid Wernhout inclusief de molen voor ƒ 20.000 over van de heer Cornelis van Aerssen, waarmee de Nassause Domeinen dus een eigen molen in Zundert verkregen. Daarna streefde men ernaar ook de andere Zundertse molens over te nemen.

In 1699 moest molenaar Lucas van Aert zijn voorganger ƒ 176 betalen voor overname van de resterende dikte van de molenstenen. Die voorganger was Dionys van Buerstede, hij moest voor sleet aan het gaande werk ƒ 66 minus ƒ 20 van de heer betalen aan zijn opvolger.

Van 1699 tot 1739 werden zijn diverse grote reparaties aan de molen bekend, van een poortje voor het staakijzer tot een nieuwe staart en herstel van de afgewaaide kap. Van 1720 tot 1733 waren er twee mulders samen, de ene voor het molenwerk en de andere voor transport van graan en meel; dat noemt men in België 'gemaats' pachten.

In 1741 werd Anthony Smit de nieuwe pachter, en hij breidde de molen voor ƒ 422 uit met een tweede koppel stenen in de achtermolen.

Op 25 juli 1743 werd de kostbare molen door "een swaeren orcaen off stomwint" omvergeblazen. Timmerman Van den Elshoutzocht in de puinhopen het bekwame hout uit "en alle het ijserwerk van den gemelten moolen." Dit materiaal werd en het dichtgetimmerde molenhuis en de schuur opgeborgen, het resterende hout werd verkocht en leverde 34 gulden, 12 stuivers en 2 penningen op, en op de molenberg bleven alleen de standerd en wat stenen achter. De pachter werd weliswaar een half jaar pacht kwijtgescholden, maar het grootste deel van zijn investeringen was hij kwijt.

De Raad van de prins overwoog toen de molen ter plekke te herbouwen. Bij nader inzien leek het beter De Eendracht te Zundert helemaal in eigendom te verkrijgen vanwege de te verachten inkomsten. De inwoners bleken echter liever naar de Akkermolen te gaan, waardoor de prins dus inkomsten misliep. Rentmeester Carel van Naerssen stelde toen voor om de Bredase standerdmolen De Vier Winden naar Wernhout te verhuizen. Omdat die echter in Breda niet gemist kon worden, werd onderzocht of de kleine watermolen in het kasteel van Breda opnieuw in gebruik kon worden gesteld.

Dit alles bleek toch te ingewikkeld te worden, in Wernhout werd de eerste 100 jaar geen molen meer gebouwd. In 1747 en 1748 braken Oostenrijkse Huzaren, Pandoeren en Kroaten het dichtgespijkerde molenhuis open. Zij roofden de inhoud en sloopten de gebouwen, in 1756 werden de laatste restanten publiekelijk verkocht.

Bron: Acht eeuwen molens in Zundert en Rijsbergen, Frank Kools, 1992.

aanvullingen

trivia
De locatie is een gissing gebaseerd op de aanduiding "Den Berg" op de kadasterkaart 1832.