Molen Zaagmolen van Cornelis Cornelisz., Alkmaar

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1595

verdwenen

1611

1607 - 1611

verplaatst naar

Alkmaar (Kitmansmolen / De Strooijonker)

geschiedenis

In 1595 verzocht Cornelis Cornelisz van Uitgeest aan het bestuur van Alkmaar om een stukje grond ten noorden van het Zeglis, om een houtzaagmolen op te bouwen. Hij was de uitvinder en octrooihouder van dit werktuig, zie Tenbruggencatenummer 10124. Op 16 januari 1595 kreeg Cornelisz de gewenste toestemming, welke nog datzelfde jaar gereed kwam. In het octrooi was vastgelegd dat zijn zaagmolens vrijgesteld waren van windrecht.
Vermoedelijk had Cornelisz na de bouw van Het Juffertje zelf niet genoeg geld meer om de molen te bouwen. Daarom was de molen eigendom van twee investeerders, de schipper Lubbert Jacobsz, poorter van Alkmaar, en de timmerman Jan Claesz die ook als eigenaar bij andere Alkmaarse molens betrokken was. Op 22 april 1596 verkocht Jan zijn helft aan Lubbert.

Op 15 augustus 1602 werd de molen door Lubbert verkocht aan Cornelis Heijndrick Gerritsz van Assendelft 'met alsulcke vrijheyt ende gerechticheyt van winde'.

Onduidelijk is wat er verder met de molen is gebeurd. In 1607 kocht ene Heindrick Corneliszn, "meester van de saechmolen", het stukje grond ten zuiden van het Zeglis waar de zaagmolen Kitmansmolen / De Strooijonker (dbnr. 2363) werd gebouwd. Dat was toen de enige zaagmolen bij Alkmaar, dus de oude molen van Cornelis Cornelisz was toen verdwenen.

Bron: Artikel door Pieter Schotsman en Leo den Engelse, tijdschrift "Oud Alkmaar" 1-2004.

-----

Cornelis Henricxz., van Assendelft, verkreeg in 1611 de windbrief voor die Kitmansmolen. Zonder twijfel betreft dit dezelfde persoon die eerder in 1602 deze molen kocht. De molen zal dus tussen 1607 (aanvraag verplaatsing) en 1611 (verkrijging windbrief) verplaatst zijn naar de zuidzijde van het Zeglis.