Molen Kralingerpolder, westelijke molen (2e)/ Maria, Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1759

verdwenen

1898

gesloopt

voorganger

Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk (Kralingerpolder, westelijke molen (1e))

geschiedenis

Hoogheemraadschap van Schieland (Oud Archief, OAS) no. 3052: Bestek waarnaar schout en ambachtsbewaarders van Kralingen ten overstaan van Schielands bestuur aan Pieter Ouweleen, Maarten Oranje en Philip Verhagen hebben gegund het bouwen van een stenen watermolen met balie aan het einde van de Slakade ter plaatse van de oude te amoveren zogenaamde Mallemolen; met vergunnings-aanvraag en de gedrukte bekendmaking van de besteding van dit werk op 11 juli 1759.

De polder Kralingen had 3 poldermolens, die in 1868 werden vervangen door een stoomgemaal.
Reeds in 15e eeuw waren hier molens aanwezig.
- achtkante grondzeiler (noordelijkste)
- wipmolen (zuidelijkste)
- achtkante stellingmolen (westelijkste)

Molenaars waren:
1759/60-1786/87 Anthonie Heijdelaer
1787/88-1809/10 Cornelis van der Voet
1810/11-31-10-1845 Cornelis Neeleman
01-11-1845 - 31-12-1852 Pieter Neeleman
01-01-1853 - 31-12-1854 wed. Pieter Neeleman
01-01-1855 - 31-12-1869 Maarten Neeleman

De molen werd daarna voor ƒ 2070 verkocht op de 20e augustus 1869 aan Izaak van der Hoog.

De laatste molen was tot 1868 in gebruik voor de polder, en werd toen voor ene Cocquyt omgebouwd tot oliemolen 'De Maria'. Later zou hij zijn omgebouwd tot stoomoliemolen De Maria en in 1898 gesloopt.
Bron ondermeer: Jaarboekje Rotterdam 1969.
Henk van der Kaay.

Op 7 september 1892 vroeg J. de Visser uit Kralingen aan de firma Klaas Haremaker & Zn in Koog aan de Zaan de haren van zijn molen De Maria zo snel mogelijk naar hem te sturen met de mededeling "Het is nu een fabriek, maar geen windmolen meer. Door u zijn 2 stel opgegeven maar zend maar 3 stel."
De briefkaart is in mijn bezit.
Ron Couwenhoven, 11 augustus 2012.