Molen De Hoop, Roosendaal

Roosendaal, Noord-Brabant
b

korte karakteristiek

naam
De Hoop
modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1783 / 1883 / 1897 / 1967
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Willem Elsschotlaan 41
4707 GA Roosendaal
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10206
oude dbnr.
B584
Meest recente aanpassing
| Streek
media-bestand
Molen 10206 De Hoop (Roosendaal)
Jesse Bergquist (19-2-2023)

locatie

plaats
Roosendaal
gemeente
Roosendaal, Noord-Brabant
streek
Baronie en Markiezaat
kadastrale aanduiding
Gemeente Roosendaal en Nispen, sectie D, nr. 8836
geo positie
X: 91040, Y: 392483
N: 51.51771, O: 4.46570
biotoopwaarde
3 (matig)
landschappelijke waarde
Niet onbelangrijk, maar wordt ernstig verminderd door allerhande bebouwing in de omgeving. Door het kappen van enkele bomen is eind 2014 het zicht op de molen vooral vanaf de noordkant duidelijk verbeterd.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Willem Elsschotlaan 41
4707 GA Roosendaal
telefoon
0165-301453 (molenaar)
e-mail

website
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
ja
op afspraak
ja
openingstijden

Zondag 14.00 - 17.30 uur en op afspraak

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Hoop via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
Kast overwegend donkergroen geverfd; wit afgebiesd; onderbouw gedekt met schaliën (oorspronkelijk dakleer).
kap
Gedekt met schaliën.
inrichting

Eén koppel 17der kunststenen (I); één koppel 15der kunststenen (II); sleepluiwerk (tegen binnenzijde bovenwielvelg)

plaats bediening
grondzeiler
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
Zetelkruiwerk. Kruihaspel.
vlucht
24,23 / 24,36 m.
vang
Vlaamse vang; 4 deels vaste, deels scharnierende stukken. Vangbalk met haak, vangtrommel. Pal.
overbrenging

Bovenwiel (tandkrans trapzijde) 80 kammen
Steenschijfloop (I) 13 staven, steek 11,8 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 6,15

Bovenwiel (tandkrans borstzijde) 77 kammen
Steenschijfloop (II) 13 staven, steek 11,5 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 5,92

hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 80, Straathof
Straathof
✉︎ 80 binnen 1994 1994 binnen aanw. 24,30
media-bestand
Roede 81, Straathof
Straathof
✉︎ 81 buiten 1994 1994 buiten aanw. 24,36
Pot ✉︎ 2083 buiten 1907 buiten 1993 24,35
wiekverbeteringen

Van 1939 tot 1966 was deze molen uitgerust met het systeem Van Bussel. Bij de verplaatsing en restauratie van 1966/'67 werd gekozen voor Oud-Hollands.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As 56, Gieterij Hardinxveld
Gieterij Hardinxveld
✉︎ 56 1993 1993 aanw.
media-bestand
As g.n., Wauters Koeckx
Wauters Koeckx
✉︎ g.n. ? 1990 05,22
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
Jan van Blerck, Leur (1897) Fa. Coppes, Bergharen (1966/'67)
omwentelingen
geschiedenis

De molen werd oorspronkelijk in 1684 gebouwd te Schaarbeek (bij Brussel); in 1783 wegens toenemende windbelemmering door een boomgaard verplaatst naar Schaarbeek-Helmet en in 1885 naar Merksem. Daar was de molen betrekkelijk snel uitgediend, want in 1897 volgde opnieuw verplaatsing, ditmaal naar Nederland, zij het net over de grens: in Roosendaal. 

Aannemer van de bouw van molen en woonhuis was Adrianus van Ginneken, metselaar te Roosendaal; molenmaker was Jan van Blerck, woonachtig te Leur. Bouwheer was Petrus Schrauwen, die tijdens de bouw in januari 1897 overleed aan fijt. Hij was daarvoor eigenaar van de standerdmolen van Rijsbergen, eveneens een Belgische standerdmolen, die hij daar in 1881 liet bouwen. Na Schrauwens dood rondde zijn zoon Victor de bouwactiviteiten af.
De molen werd opgericht als koren- en schorsmolen. Veel molens in West-Brabant hadden een apart koppel voor schorsmalen; bij deze molen is dit vermoedelijk al vroeg in de 20ste eeuw beëindigd, waarna dit koppel is uitgebroken.

Na in 1939 onder advies van Chris van Bussel (die hier ook het naar hem vernoemde wieksysteem liet aanbrengen) nog uitvoerig te zijn hersteld, raakte de molen tijdens de Tweede Wereldoorlog behoorlijk beschadigd. Door tussenkomst van De Hollandsche Molen vond in 1950 herstel plaats, door molenmaker De Groote uit Kloetinge. Helaas werd er sindsdien nog maar weinig gemalen.

In de loop der jaren breidde Roosendaal zich stormachtig uit en kwam de grond rondom de molen in handen van de Bataafsche Petroleum Maatschappij. Deze onderneming maakte het gebaar om de molen voor een symbolisch bedrag aan de gemeente over te doen en de verplaatsing naar het zuidelijk deel van de stad te subsidiëren. Deze verplaatsing (met restauratie) werd in 1966/'67 uitgevoerd door molenmakerij Coppes te Bergharen.
Helaas werd de molen vrij snel daarna alweer door bebouwing ingehaald. Evengoed is er daarna wel regelmatig gedraaid en, later ook, gemalen.

De zeer zware storm van 25 januari 1990 veroorzaakte grote schade: de gietijzeren askop scheurde en een roede brak. Geruime tijd stond de molen er ontredderd bij.
In 1993/'94 volgde algeheel herstel, waarbij onder meer een nieuwe insteekkop voor de houten as werd gegoten.
Nadat de molen aldus zijn draai weer had gevonden, heeft de molenaar ook de achtermolen opnieuw bedrijfsvaardig gemaakt: dat werk omvatte onder andere het opnieuw op steek zetten van het bovenwiel en het maken van een nieuwe kuip.

Ooit was de molen voorzien van een derde koppel stenen, dat via een eigen bovenwiel werd aangedreven. In de houten as zijn de kepen voor dit wiel, dat als spaakwiel was uitgevoerd, nog te zien. Ook aan de plooistukken van het huidige bovenwiel is datzelfde nog te zien. Niet uniek maar wel apart: de teerlingen zijn elk voorzien van slechts twee zonneblokken in plaats van de gebruikelijke drie of vier.

Bij het herstel van 1939 werd de molen lichtgrijs geverfd: Dit was Chris van Bussels stijl: men moest immers kunnen zien dat er met de molen iets gebeurd was! Bij de laatste restauratie van 1993/'94 is de vroegere donkergroene tint in ere hersteld.

 

aanvullingen

unieke eigenschap

Mogelijk de enige nog bestaande molen in Nederland die vier keer is verplaatst (zij het twee keer in België ) en dus op zijn vijfde locatie staat.

Verder steekt bij deze molen, erg zeldzaam, de standerd rechtstreeks in de steenbalk. In vrijwel iedere andere standerdmolen zit daar een zgn. brasem, een vulblok dat moet voorkomen dat op een cruciale plaats de steenbalk een uitholling krijgt.

literatuur

N. van Eekelen, T. Meesters: Standerdmolen "De Hoop" te Roosendaal in historisch en technisch perspectief bekeken. Uitgave Vereniging 'De Westbrabantse Molens'. Roosendaal 2000

foto's

foto's