Molen De Boom, Middelie

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1695

verdwenen

circa 1768

geschiedenis

Reeds in 1695 bleek er naast de uit 1649/1650 daterende kalkovens te Axwijk een molen te staan. Uit de nalatenschap van op 10 december 1694 overleden kalkbrander Jan Jansz Vijselaer wilden diens vrouw Trijntje Pieters en de kinderen Jan, Geert en Jacob de helft van een "scholpsants molen" verkopen. Pas enige jaren later werd de schelpzandmolen ook daadwerkelijk door de erven Vijselaer verkocht en wel aan Sijmon Clase Boom.

Bijna dertig jaar bleef zijn naam aan de molen verbonden, zodat deze haast vanzelf "de Boom" ging heten. Na zijn dood verkochten de weduwe (Grietje Jans) en erven het bedrijf.

Twee broers uit Axwijk, Cornelis en Pieter Pietersz, werden in 1730 de nieuwe eigenaars van de molen. Later nam Marten Hartogh uit Axwijk, getrouwd met een dochter van Sijmon Boom, de helft van Cornelis over. De andere helft kwam in handen van Jacob Zoon, zodat ten tijde van de twist tussen Bost en De Vries (zie Het Rat van Avonturen, Tenbruggencatenummer 08294) Hartog en Zoon als schelpzandmalers te boek stonden. Zoon deed in 1768 zijn aandeel voor ƒ 1600,= weer over aan Sijmen Boom te Axwijk en dus bleef molen "de Boom" verbonden met een telg uit het geslacht Boom. Omdat dit tevens het laatste bericht over de molen is, zal hij wel kort daarop verdwenen zijn.

Bron: Molens van Edam door drs. D.M. Bunskoeke, 1999. Uitgave Vereniging Oud Edam.