Molen Noordermolen, Schagen

Schagen, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Noordermolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08275
oude dbnr.
V8275
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Schagen
plaatsaanduiding
op het Noord
gemeente
Schagen, Noord-Holland
streek
De Schager- en Niedorper Koggen
geo positie
X: 114917, Y: 533518
N: 52.78746, O: 4.79305

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis
De molen werd vermoedelijk midden 16e eeuw gebouwd.

"Jacob Hillebrantsz Snouck wonende tot Sint Maerten als voocht van de weduwe en de erffgenamen van salige Cornelis Rentes, in sijn leven molenaer binnen Schagen op ten noorder coorenmolen, die welcke bekende verkocht te hebben aen Aeriaen Woutersz het huijs erve en coorenmolen metten molenwerve ende molenwech soo Cornelis Rentes die selffs besete heeft, staende op de lagesijde, voor een somme van 2905 gulden" (Oud Recht Schagen inv. 5888 blad 538/539, 27 februari 1601).

Ergens tussen jaar 1601 en 1602 moet de molen van Aeriaen Woutersz zijn overgegaan in handen van Jan Claesz Bombaerts. Vervolgens (Oud Recht Schagen inv. 5889 blad 125, 16 februari 1602):
"Sijvert Allertsz wonende tot Barsingerhorn bekende te copen en ontfangen te hebben van Jan Claesz Bombaerts een huijs, erve, molen, molenpadt ende molenerve staen ende leggende binnen Schagen op de lagesijde van 't noort."

Oud Recht Schagen inv. 5890 blad 12, 18 februari 1612:
De weduwe en erfgenamen van Sijvert Allerts verkopen aan Cornelis Sijverts "een coornmolen, molenerve ende molenweg staen ende leggende binnen Schagen opte lagesijde van 't noort."

Oud Recht Schagen inv. 5891 blad 217v/218, 14 juni 1627:
"Cornelis Sieverts (Sijverts) wonnende tot Hoorn, bekende vercoft te hebben aan Pieter Janss poorter te Schagen, de noorder meelmolen met molenwerft ende het molenhuijs staende en leggende binnen Schagen op het noort voor de somme van 2400 gulden."

Oud Recht Schagen inv. 5892 blad 75v/76, 28 december 1633:
"Barent Alberts als procuratie hebbende van Cornelis Hendricx molenaar bekende vercoft te hebben aan Cornelis Jansz Molenaar de gerechte helft van de noorder meelmolen, molenwerff, molenhuijs en erve staende en leggende binnen Schagen op het noort waarvan de wederhelft Neel Cornelis toecomende, voor de somme van 1912 gulden."

Oud Recht Schagen inv. 5892 blad 122v/123, 3 mei 1635:
"Cornelis Jansz Molenaar bekende vercoft te hebben aan Aerjan Jans Buijen molenaar van Warmenhuizen, een huijs ende erve mitsgaders een meelmolen en molenwerff gelegen binnen Schagen op 't noort, voor de somme van 5000 gulden."

Oud Recht 5893 inv. 5/5v/6/6v, 23 december 1639:
"Aerjaen Jans Buijes molenaer voor hem selven, Jan Gerrits Niedorp ende Aejaen Jansz selve als voogden van des selffs weeskinderen bekende vercoft te hebben aen Jan Claes Burchorn, de noorder meelmolen, molenwerff, huijs en erve binnen onsen banne op 't Noort neven over de wielsbrug voor eenen somme van 5300 gulden."
John van Lunsen, jan. 2015.
-----

Op 16 augustus 1628 verkochten Jan Lammertsz en Cornelis Cornelisz, 'mede'molenaars in Schagen op de Noordermolen en de Westermolen, de Oostermolen vanwege concurrentie-overwegingen voor afbraak aan Adriaen Jansz Spaniaert.
Bron: "De Molenstraat en de molens" en "De korenmolenaars op de Oostermeelmolen van Schagen", art. door Ruud van de Pol op www.geneaknowhow.net.

NB In de beide artikelen op hier genoemde website zijn rond de jaartallen 1624-1628 wat onjuistheden geslopen.
Red.
-----

Deze molen (met huis) werd in 1708 voor 4375 gulden door Jacob Hilbr. gekocht van Pieter Hendriksz Molenaar.

De korenmolen op het Noord werd op 1 november 1709 door Aalbert Aalbertsz Cool gekocht van Jacob Hilbrantsz, samen met de korenmolen op de Loet, Tenbruggencatenummer 00329 a.

Aalbert Aalbertsz Cool verkocht beide molens incl. de bijbehorende huizen in 1712 voor 10.000 gulden aan mijn voorouder Reijer Pietersz Molenaar, als vader en voogd over zijn drie dochters:
“Wij Jan Halfoost en Simon Rooker, Schepenen van Scagen, doen cont dat voor ons gecomen is Aalbert Aalbertsz Cool molenaar tot Scagen dewelke verklaarde verkogt te hebben aan Reijer Pietersz molenaar tot Warmenhuijsen als vader en voogt over Maartje, Lijsabet en Trijntje Reijers zijne onbestorven dogters, twee koornmolens staande de eene op de Loet en de andere op ’t Noort met de respective huijsen en erven voor de somme van 10.000 guldens…”
(In de contra-acte, blz. 63v staat nog: behalve dat de Heer van Schagen recht heeft op zeven gulden en tien stuivers per jaar per molen, dat de Regeringe van Scagen het regt van naderinge heeft op de Noordermolen)
(Actum 12-06-1712).

In 1713 verkocht Reijer Pr. de molen voor 4300 gulden aan Mues Adriaansz. In 1725 werd de molen beschreven als een “meelmolen met desselfs huijsinge en erve op de lagesijde van ’t Noord”.

De weduwe van Mues Adriaansz, Maartje Dirks, verkocht de molen en het huis in de herfst van 1727 voor 3.000 gulden aan Jan de Jongh, meelmolenaar te Zijdewind. Op 3 november deed de koper aangifte voor de overdrachtsbelasting. Vlak daarna had hij blijkbaar spijt van de koop. Ondanks herhaalde verzoeken van de verkoopster Maertje Dirks, volgde er geen officiële overdracht. Op 28 april 1728 eiste Maertje Dirks de overdracht en betaling van de molen, of anders een vergoeding van 100 gulden. Op 10 mei 1728 verklaarde Jan de Jongh bereid te zijn de koopovereenkomst uit te voeren mits hij de huurpenningen van Maarten Reijersz vanaf 1 november 1727 zou ontvangen, en dat de molen vrij zou worden overgedragen. Maartje ging hiermee akkoord als zij 4 procent rente over de nog niet betaalde koopsom zou krijgen. De molen werd diezelfde dag overgedragen aan Jan de Jongh. Om een van de betalingstermijnen te ontvangen moest Maartje begin 1729 wederom naar de schepenrechtbank. Jan de Jongh beweerde nu dat de molen veel minder waard was dan hij had gedacht op het moment van de koop omdat er een recht van overpad bleek te zijn. De eigenaars van een stuk land aan de noordzijde van de molen, hadden namelijk het recht om op het westeinde van de sloot tussen dat land en het molenerf, dat is het noordwesteinde van het molenerf, een dam te leggen. Ze mochten daar een hek op zetten, en hadden een vrije doorgang langs het molenpad en molenerf.

Omstreeks 1731 verkochten de erfgenamen van Jan Jacobsz de Jongh een korenmolen, laan, huis en erf op de lagesijde van 't Noord met schuitje, kruiwagen, koperen vergulde ketel tot de knop van de as, zeijlen en verder toebehoren, met het onderhoud van de brug. Koper voor 2.250 gulden was Pieter Lagedijk.

Theo Molenaar, nov./dec. 2008

aanvullingen

trivia
De locatie is een zeer ruwe schatting naar de kaart van het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen van 1680, waarop de standerdmolen staat aangegeven bezuiden het westelijke uiteinde van de Lange Sloot (Langestraat?/ Het Lage Noord?).