Molen De Kogel / De Kovel, Utrecht

Utrecht, Utrecht
v

korte karakteristiek

naam
De Kogel / De Kovel
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen, oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08190
oude dbnr.
V8190
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Utrecht
gemeente
Utrecht, Utrecht
streek
Vechtstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Lauwerecht A (2) 346 Johannes Goudoever, olyslager
geo positie
X: 136074, Y: 456847
N: 52.09955, O: 5.11099

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
>
verdwenen
verbrand
voorganger
geschiedenis
In 1670 werd de molen nog als standerdmolen afgebeeld, daarna is hij herbouwd als achtkante binnenkruier.

In 1727 worden Jan Goudoever en Evert van Rossum als eigenaren vermeld van ieder een halve molen. In 1749 beloofden de eigenaren na klachten over watergebrek bij de zijderederij Zijdebalen (Tenbruggencatenummer 08202), hun Weerdmuur te herstellen en klachten in de toekomst te voorkomen.

In 1780 werd de molen bij een boedelscheiding getaxeerd op ƒ 18.000,- , Jan Goudoever Jr. werd toen de nieuwe eigenaar.

De Kogel bleek een aanzienlijk deel van het maalwerk in Utrecht te verrichten. In augustus 1782 kochten de gezamenlijke molenaars van de andere korenmolens het maalrecht van De Kogel af voor ƒ 29.500,-. Deze mocht daarna nog wel als run-, olie- of pelmolen worden ingezet, het werd een oliemolen. In 1801 waren drie knechten in dienst.

Door erfenissen was de molen tegen 1838 in bezit gekomen van Jan Goudoever Jr.'s schoondochter Maria Catharina Middelwaert. Zij verkocht De Kovel, zoals de molen inmiddels werd genoemd, inclusief alle gereedschappen en toebehoren in 1845 aan Matthias Johannes Blank en Willem van Stockum.

De laatste nam na enkele maanden ook de tweede helft over. Daarna probeerde hij het recht te krijgen de molen om te bouwen naar grutmolen, en vervolgens toch weer naar korenmolen. Uiteraard werd dit op grond van de afkoop in 1782 geweigerd.

In 1847 brandde oliemolen De Kovel geheel af.

Bron: Zes eeuwen molens in Utrecht, W.A.G. Perks. Met dank aan H. v.d. Kaay.
-----

Voor een panorama met de molen uit het Utrechts archief zie bovenstaande externe link.

aanvullingen

trivia
Dee molen verbrandde op 24 augustus 1847. Dit blijkt uit een bericht in de Utrechtsche Provinciale- en Stads- courant van 27-8-1847. Het blijkt een rietgedekte molen te zijn. Behalve de molen brandde ook een schuur, een naastgelegen huis en een hooiberg af.

Informatie: Erik Stoop, 15-5-2014