Molen Pelmolen, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Pelmolen
modeltype
Onbekende windmolen
functie
pelmolen, korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07747
oude dbnr.
V7747
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
westzijde Bolswarder vaart, midden tussen De Standvastigheid en De Eendracht
gemeente
Harlingen, Fryslân
geo positie
X: 157258, Y: 575423
N: 53.16551, O: 5.42097

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
In een grondpachtcontract tussen grondeigenaar hopman Tjeerd Sloterdijck en molenaar Sape Lioemes van 5 juli 1698 wordt deze pelmolen voor het eerst genoemd. Sape zal het geld dat hij in 1698 kreeg voor (zijn vaders) Lijoemme Saepes' aandeel in de pelmolen aan de Schapendijk gebruikt hebben om nog dat jaar deze pelmolen aan de Bolswardervaart op te richten.

In 1705 verkocht Sape de halve molen en huis aan Eelcke Douwes Buttercooper. In 1706 verkocht Sape de andere helft aan schuitschipper Aucke Gerbens. Eelcke en Aucke raakten ook betrokken bij de Nieuwe pelmolen. Aucke verwierf uiteindelijk die molen en verkocht in 1727 zijn halve aandeel in deze molen aan Eelcke. Eelcke overleed echter datzelfde jaar en de molen werd uiteindelijk eigendom van zijn zoon Jogchum Eelkes Butterkoper.

De zoon van Aucke, Pijtter, ging echter de molen exploiteren. In 1742 kocht Pijtter Aukes de molen van Jogchum. Pijtter kocht in 1757 ook de Nieuwe Pelmolen en ging bij die molen wonen. Zijn zoon, Auke Pijtters, had toen al de bediening van deze pelmolen overgenomen. Toen Auke overleed (1771) zette zijn weduwe IJttie Allerts de exploitatie voort. Auke en IJttie hadden twee dochters, Grietje en Sjieuwke.

Pijtter Aukes overleed in 1784 en zijn twee kleindochters erfden de molen. Sjieuwke trouwde in 1786 met Johannes Arjens van der Werf uit Dronrijp en toen zij in 1794 overleed, werd hij eigenaar van haar molenhelft. Toen haar man Douwe Holder overleed in 1801, verkocht Grietje haar helft aan Johannes, die daarmee eigenaar werd van de hele molen.

In de Leeuwarder Courant van 20 oktober 1802 vroeg Johannes om een rog-, weit- en pelmolenaarsknecht. Kennelijk was hij met de molen ook graan gaan malen.

In de nacht van 4 op 5 november 1808 raakte de molen in brand. De brandweer van Harlingen kwam pas ter plekke toen de molen reeds was ingestort. Ze hadden sowieso weinig kunnen uitrichten om de molen te redden, omdat er slechts 2 van de 4 brandspuiten in orde waren, er er slechts genoeg personeel kwam opdagen voor 1 spuit. Dit vermeldde de notulist van de Harlinger brandweer de volgende dag, bij het opmaken van de rekening voor het gemeentebestuur.

Reeds in 1809 liet Van der Werf een nieuwe molen plaatsen op hetzelfde perceel.

Bronnen:
- "molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht", drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.
- "Molens in en om Harlingen een rijke historie", door Tj. Severein, 1990. Met dank aan H. van der Kaay.