Molen Papiermolen van Du Bois, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Papiermolen van Du Bois
modeltype
Wipmolen, stellingmolen
functie
papiermolen, zeemleermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07744
oude dbnr.
V7744
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
buiten de Kerkpoort
gemeente
Harlingen, Fryslân
geo positie
X: 157176, Y: 575609
N: 53.16718, O: 5.41975

constructie

modeltype
Wipmolen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
>
verdwenen
geschiedenis
Vooraf moet hier aangegeven worden dat in onderstaande geschiedenis van deze molen veel onduidelijkheden bestaan en meerdere aannames zijn gemaakt, Red.

De Alkmaarse papiermaker Jan Jacobsz. du Bois (betrokken bij 3 papiermolens in Alkmaar, zie dbnrs. 6979, 6978 en 6765) had uit zijn eerste huwelijk met Guyertgen Lubbertsdr. een zoon, Jacob Jansz. du Bois. In juni 1600 trouwde Jan Jacobsz. als weduwnaar opnieuw, met Ebell Waelings, wonende te Harlingen.

Kort na zijn tweede huwelijk heeft Jan Jacobsz. du Bois in Harlingen een papiermolen gebouwd buiten de Kerkpoort, bezuiden Harlingen. Volgens Severijn was dit een rosmolen, Bunskoeke stelt impliciet dat het een windmolen was. Na enkele jaren verkocht Du Bois sr. de molen aan zijn stiefdochter (dochter van Ebell) Berber Tijerdts en haar eerste man Sicke Alberts. De prijs bedroeg 2700 pond. Na het overlijden van Sicke nam Du Bois sr. de molen weer terug, er was toen pas 700 pond van afbetaald.

Zoon Jacob Jansz. du Bois trouwde in 1606 met zijn stiefzuster Berber en hierna verkocht Du Bois sr. de molen aan zijn zoon.

In of kort voor 1617 tekende Jacob Lous (ook: Laurentii) een aanzicht van Harlingen (detail zie onder, origineel in Het Hannemahuis). Hierop is buiten de Kerkpoort een windmolen bij drie tichelwerken te zien. Door het vertekende perspectief is lastig te zien dat de molen waarschijnlijk westelijker dan de tichelwerken stond.

Na het overlijden van zijn vrouw Ebell in 1621 ging Du Bois sr. terug naar Alkmaar. In zijn testament van 12 juli 1632 schold hij zijn zoon de eventuele restschuld op de de molen kwijt bij zijn overlijden. Du Bois jr. bleef in Harlingen wonen en was in 1649 nog in leven. Zijn vrouw Berber is voor 1649, mogelijk voor 1645 gestorven. Het is onbekend wat er met de molen gebeurd is. Kleinzoon Jan Jacobsz. du Bois wordt niet als moleneigenaar vermeld.

De standplaats 'buiten de Kerkpoort' is zeer globaal en had betrekking op het hele gebied ten zuiden van Harlingen tot aan Kimswerd aan toe. Er is echter een nadere aanwijzing voor een mogelijke standplaats. In 1638 wordt er gesproken van een 'papiers molens vaart', een westelijke zijtak van de Bolswarder vaart, niet al te ver van de stad. Dit overigens niet in een akte gerelateerd aan bovengenoemde molen.

In 1642 blijkt uit het testament van Jochem Fridses dat hij en zijn vrouw Siouken Sibrants tijdens hun huwelijk (gesloten in 1623) een papiermolen hadden gekocht ten zuiden van de stad Harlingen. In datzelfde jaar 1642 werd de molen met annex, huis en schuur verkocht aan Jelis Joosten Heijns en zijn vrouw Aeltje Lijckles voor 1811 gulden. De hoogte van deze transactie geeft aan dat dit zeker een windmolen betrof, geen rosmolen. De molen was verder bezwaard met 19 gulden grondpacht.

Uit een boedelscheiding in 1648 bleek dat de molen na 1642 was verkocht aan Gerrijt Gerrijts Crijnes. Toen hij in 1648 hertrouwde, moest de boedelscheiding plaatsvinden met het enige kind uit zijn eerste huwelijk, ook Gerrit Gerrits geheten. Uit een akte van lening uit 1651 blijkt dat Gerrit sr. de molen 'aan den pampiers molens vaert' op een veiling gekocht had van Jelis (of Jillis zoals hij in deze akte genoemd werd). De lening had Gerrit sr. gekregen van koopman Jochum Dircx.

Jochum verkocht de schuldbekentenis door aan Lolle Tjaards, eigenaar van de papiermolen ten noorden van de stad. Ten onrechte is daarom wel aangenomen dat Gerrit sr. op enig moment eigenaar van die noordelijke papiermolen was. Het leek hierdoor namelijk alsof hij die molen van Lolle gekocht had, terwijl dat feitelijk niet het geval was.

In 1657 betaalde papiermaker Gerrit sr. voor het laatst 19 gulden grondpacht. Ook hier weer een aanwijzing voor de globale standplaats van de molen: de hoogte van de grondpacht was hetzelfde als de grondpacht voor de overige landerijen ten zuiden van de stadsgracht en ten westen en noorden van de oude Bolswardervaart.

In 1659 betaalde Pieter Hendrix c.s. de grondpacht van het lant daar de papiermolen op staat. Pieter was echter geen papiermaker maar zeemtouwer en in een akte uit 1684 is geen sprake meer van een papiermolen maar van een leermolen. Elders bezat Pieter ook al een leermolen. Pieter leende overigens meermalen geld van Jacob Jansz. du Bois, eerder eigenaar van de papiermolen.

Een laatste aanwijzing voor de standplaats van de molen volgt uit de verkoop in 1676 van de gelijbackerie ten noorden van de Olde Bolswardervaert, door Janneke Michiels, weduwe Reijer Jacobs, aan Theunis Claessen. Inbegrepen bij de verkoop waren twee wintmolens met hunne gereedschappen daer aen behorende. Onduidelijk bleef waar de molens voor dienden en waar die tweede molen opeens vandaan was gekomen. Hierna is er niets meer over de molens(s) bekend, hoewel er in de verhuurde stadslanden nog wel heel lang bij een perceel werd aangegeven 'ten westen van de leermolen'. Dit was waarschijnlijk eerder een veldnaam, want in de belastingkohieren kwam de molen niet voor.

Bronnen:
- "Molens in en om Harlingen een rijke historie", door Tj. Severein, 1990. Met dank aan H. van der Kaay.
- "molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht", drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.

aanvullingen

trivia
De positie van de molen is slechts zeer globaal bekend. Als indicatie van de standplaats zijn de coördinaten van de verfmolen van Johannes Spannenburg gebruikt die hier ruim 100 jaar later werd opgericht.