Molen Meule van Hiddinge, Rolde

Rolde, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Meule van Hiddinge
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07660
oude dbnr.
V4972
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Rolde
plaatsaanduiding
Westzijde van het dorp aan de weg naar Grolloo (wz)
gemeente
Aa en Hunze, Drenthe
streek
Hondsrug
geo positie
X: 239106, Y: 556196
N: 52.98618, O: 6.63965

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verwoest
geschiedenis

De molen zou in 1673 weer herbouwd zijn en in 1845 afgebroken.
-----

In stukken uit de zestiende eeuw vinden we reeds mededelingen over leden van het bekende geslachte Hidding, waaruit blijkt dat zij iets met een molen van doen hadden. Zo was Jan Hiddinck (vm 1546-1559) betrokken bij Etstoel order te Rolde van Paeschen 1559, waarin gesproken wordt over een vermeende verwachting van hem om een molen te zetten: ‘Tusschen Mepschen ende Jan Hiddinck yss gewijst dat Jan sych nyet den rechten genoich verbonden ende verplicht heft den molen te setten, daeromme Jan vrij der saeken ende de Mepschen vellich int verbot.’

In 1601 ging het om een aandeel in het Mullers erf te Rolde. Toen droeg Hylle Hiddingh in erfkoop over “aan den Erbaren Bastiaan Hyddinck minen lieven Broeder men syn drie sohns Wilhelm, Johan ende Henrick Hiddinck, gebroeders, mijn apart goet, so ick in’t Ellersloe gelegen in de Nijlander Marck hebbe met mijn aandeel in Mullers arve te Rolde annexen eygendommen en gerechticheiten” Een geschil tussen Johan Hiddinge als eiser en zijn broer Hendrick als verweerder werd beslist op de Lotting te Rolde van 14 october 1633. Het ging om “vrij gemael op partijen van de meulegenoten” dat Johan had vanwege zijn zwaardere huishouding. Hendrick was van mening dat de 175 daalders, waarvan Johan betaling eiste, wel eens weggestreept mochten worden tegen dat voordeel. Hun gezamelijke eigendom van de molen blijkt ook uit het grondschattingsregister van Rolde voor 1630, waar vermelding gemaakt wordt van “de Meule Johan Hiddinge ende Hinrick Hiddinge competerende gestelt op 3000-0-0” Nader hand is Hinrick alleen eigenaar van de molen die vervolgens terecht is gekomen in de nalatenschap van hem en zijn vrouw Lamme Smeenge. Bij de naar aanleiding daarvan opgemaakte akte van scheiding in 1674 werd bepaald: “de Moele tot Rolde en uitstaende penningen holden de erffgenamen mandelich gelijck oock de mande lasten” In dezelfde akte wordt aan Lucas Hidding toebedeeld:”Nog een goede moelenstander en een roede tot de Moele”.
Wat moeten we hieruit opmaken? Beide voorwerpen zijn niet bepaald reserve onderdelen, die men in voorraad houdt voor het geval er eens iets stuk gaat. Ze moeten restanten zijn van een molen die vooraf ging aan een molen, waarvan bij deze akte wordt vastgesteld, dat hij gemeenschappelijk eigendom van de erfgenamen blijft. Deze voorganger is waarschijnlijk gedeeltelijk afgebrand. Hij zal zeker niet gewoon afgebroken zijn, omdat in dat geval het overblijven van slechts deze twee onderdelen wat merkwaardig is.
Veeleer moeten we – net als in Deurze – denken aan de oorlog, zoals die vooral in de periode 1672-1674 veel schade toebracht. Omdat er in 1674 alweer een molen is, moet de voorganger voordien vernield zijn. We kunnen welhaast voor zeker aannemen dat dit in 1672 is gebeurd. In dat jaar bivakkeerde immers de bisschop van Munster in Amelte, werden vernielingen aangericht in de kerk van Rolde en groeven inwoners van Anderen de dijk (weg) ten oosten van de Rolder en Anderse brug door om een invasie van de vijanden te voorkomen.

Bron: Nieuwe Drentsche Almanak 1992, W. Houtman.
jnjv

aanvullingen

trivia

NB De aangegeven locatie is een schatting naar de kadasterkaart 1811-1832.