Molen De Jonge Bakker / De Twee Goede Vrienden, Wormerveer

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1719

verdwenen

1745

verplaatst

verplaatst naar

Maasland ((zaagmolen, oliemolen, oliefabriek))

geschiedenis

Op 18 april 1719 kreeg Claes Willemsz Backer de windbrief voor deze molen uitgereikt. De molen was in handen van Claes Willemsz Backer, Jan Backer en de weduwe van Dirk Jansz Bakker.

In het midden van de 18e eeuw heerste er een economische dip in de houtzagerij en dan vooral de wagenschotzagerij. Ook De Jonge Bakker werd hier de dupe van. Nadat de molen enige tijd had stilgestaan werd hij in 1745 afgebroken en verplaatst naar Maasland.

Bron: "Duizend Zaanse molens", P. Boorsma 1968.
-----

Claes Willemsz Backer ontving op 18 april 1719 de windbrief, en drie maanden later de verbandacte voor de bovenkruier wagenschotzager De Jonge Bakker, die ook wel De Twee Goede Vrienden werd genoemd. In deze verbandacte werd vastgelegd dat de molen op de datum van uitgifte - 28 juli 1719 - was begonnen te malen en dat in de windbrief, die eerder werd verstrekt door de rekenkamer van de Staten van Holland en West-Friesland in Den Haag een windpacht van ƒ 10 per jaar werd vastgelegd.

Er zijn berichten dat de molen al in 1670 bestond, maar in de verbandacte werd vastgelegd dat Claas Willemsz Backer "de molen had geset op sijn eijgen gront en erf, beoostgen de Nauernasche Vaart". Dat is een sterke aanwijzing dat De Jonge Bakker nieuw gebouwd werd. Bakker was houtkoper van zijn vak. De suggestie dat de windbrief werd afgegeven omdat de oude windbrief zoek was, is met de vondst van de verbandacte uiterst onwaarschijnlijk, want dan zouden beide documenten spoorloos moeten zijn. Bovendien werd door de schepenen van de Banne Krommenie in de verbandacte vastgelegd dat de molen op 28 juli 1719 begon te malen.

Bron: GAZ. ORA Krommenie 1407-58.
Ron Couwenhoven, 17 sep. 2019.