In 1744 werd aan de Ambachtsvrouwe het verzoek gericht om onder de jurisdictie van Maasland een zaagmolen te mogen plaatsen. Ten einde te weten, "wat tot best en dienst van de plaats zal wezen", verzocht zijn den heer Schout nevens eenige van den geregte tot haar over te komen om over deze zaak te spreken. In 1744/1745 werd de molen gebouwd door Cornelis Post en zijn zoon Pieter Post.
In 1760 was Pieter Post nog de eigenaar.
Op 1 januari 1766 kocht Cornelis Roels de molen. Volgens zijn testament van 18 april 1774 kwam de molen na zijn overlijden in het bezit van zijn vrouw Anthonia van Bohemen.
Op 22 december 1812 werd de molen met gereedschappen, schuren etc. aangeboden bij een boedelscheiding.
In 1818 was Jan van der Vlugt de eigenaar.
In 1848 verkocht zijn zoon Reinier van der Vlugt de molen aan Willem Richter, reder te Maassluis, en Ewoud v.d. Hoog, scheepsbouwmeester te Maassluis, ten behoeve van Ary v.d. Hoog (zijn zoon). De molen werd vermeld als achtkant met balie.
Rond 1850 exploiteerden de gebroeders Plomp een oliemolen (olieslagerij) te Maassluis aan de Zuidbuurtseweg ter hoogte van het buurtschap ‘Huis ter Lucht’ (verlengde van de Noordvliet te Maassluis bij de z.g. blauwe brug op het Vlietland tussen de Noordvliet en de Zuidvliet.
Hun zwager Willem George Frederik Terlaak (1829 - Vlaardinger-Ambacht 1882, zie ook Tenbruggencatenummer 03505 q), die oliefabrikant en pelmolenaar was, ging een alliantie aan met zijn zwagers en kwam op de molen werken.
In 1851 waren Willem George Frederik Terlaak en zijn zwager Roelof Plomp eigenaars. Zij vroegen toen toestemming te molen te verbouwen tot oliemolen, deze toestemming werd verleend. Terlaak kende daar vele tegenslagen en de samenwerking met zijn zwagers liet te wensen over. Januari 1868 vertrok hij van deze molen.
Het ging financieel slecht met de onderneming, de molen werd in 1866 bij opbod verkocht. Johannes Bartholemeus Reeser kocht de molen, enige jaren na de aankoop verving Reeser de molen door een stoom-oliemolen. Op de TMK 1894 staat ter plekke een Stoomoliemolen vermeld.
Nabij Huis ter Lucht stond in het begin van de 19e eeuw een windhoutzaagmolen, die eigendom was van ene Van de Hoog.
In 1835 werd dit bedrijf verkocht en de nieuwe eigenaar bracht de windhoutzaagmolen over naar het Balkengat, een haventje met sluisje gelegen naast het Prikkengat.
Citaat uit: artikel "Prikkengat en Prikkenkom", Historische Vereniging Maasluis.
NB Deze gegevens zijn in tegenspraak met de vermelding van de zaagmolen in Maasland op kaarten uit 1850 en 1864. En het type molen komt niet overeen.
Red.
Bronnen:
- boedelbeschrijving bij notaris Pieter Verkade te Vlaardingen op 22 dec. 1812. Arie Hoek / Rob Pols / H. van der Kaay, 29 mei 2013.
- 10e jaarboekje 1954, blz. 126 van de Familiegemeenschap 'ter Laeck'. Marja Mulder-Faassen.
- "De Geschiedenis van Maasland", B.J. Post, 1909 (fotogr. herdruk 1985).
- artikel door K. Boschma in tijdschrift Historische Vereniging Maasland, najaar 1989. Beide coll. H. van der Kaay.
nog waarneembaar
In 1986 werd het gebouwencomplex gesloopt. Hierbij kwamen onder de fabriek de molenstenen te voorschijn. Deze stenen staan nu opgesteld langs de waterkant van het woonwijkje Huis ter Lucht.