Het oorspronkelijke bouwjaar van molen De Vriendschap in Weesp is na onderzoek vastgesteld op circa 1684. Het hout is gekapt tussen 1681 en 1683.
Informatie van Christian Pfeiffer, via Theo Bakker, 22 maart 2022.
De Eendracht was in de 17e eeuw als volmolen gebouwd en werd in 1842 als korenmolen ingericht.
In 1888 was hij al niet meer in gebruik.
Bron: onbekend.
Gezien het bovenstaande en het feit dat de meer zuidelijke volmolens tussen Overtoom en de Baarsjes al bestonden rond 1650, is het waarschijnlijk dat de volgende windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) verstrekt is voor deze molen:
Op 25 oktober 1686 werd voor de erfpachtsom van 5 pond een windbrief voor een volmolen te Amsterdam, buiten de stad, tussen Overtoom en de Baersgens, verstrekt aan Simon Jacobsz., volder en gemeene reeder.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens).
Jan Pieters Outman, wonende op deze molen, leende 6 april 1725 ƒ 4000 van zijn oom Hendrik Pietersz Outman. Twee andere familieleden stonden borg: Pieter Outman wonend op de zoethoutmolen bij de Drie Baarsjes onder het gebied van Sloterdijk (Tenbruggencatenummer 16393), en Hendrik Pieterszoon Outman wonend op de verfmolen De Wagter (Tenbruggencatenummer 06660 l) op het Jan Hanzenpad.
Stadsarchief Amsterdam, toeg. 5075, inv. 7853, pag. 212 e.v.
Arjen Lobach, 19 sept. 2023.
20 juni 1738 Testament van Jacob Kaagman, volmolenaar op deze molen, en zijn echtgenote Jannetje de Vries, Stadsarchief Amsterdam: 5085, 7875, pagina 302 e.v.
Arjen Lobach, 20 juni 1738.
“P. van Slooten, die tussen 1833 en 1841 eigenaar was geweest van volmolen ‘de Eendracht’ aan de Baarsjes [dit dbnr. 6058], kocht in 1844 houtzaagmolen ‘De Wip’ aan de Buitensingel tussen Raampoort en Zaagmolenpoort.
De houtzaagmolen verkocht hij in 1852, maar hij behield de op een deel van de molenwerf door hem in 1845 gebouwde volmolen ‘De Eendracht…” [zie dbnr. 4465].
Bron o.a.: "De molens van Amsterdam in oude ansichten deel 1", mr. J.H. van den Hoek Ostende, 1981, afb. 24.
Molen de Eendracht aan de Kostverlorenvaart werd rond 1895 afgebroken. Hij leverde materiaal op voor de wederopbouw van de in 1899 afgebrande korenmolen ‘De Vriendschap’ aan de Utrechtseweg bij Weesp (nog bestaand). Die herbouw werd uitgevoerd door molenmaker J. Groot uit Nigtevecht (1842-1938).
Bron: "De molens van Amsterdam in oude ansichten deel 3", mr. J.H. van den Hoek Ostende, 1983, afb. 47.
Aan het einde van de 19e eeuw stond in Amstelveen een door stoomkracht gedreven graanmalerij, die omstreeks 1890 werd aangekocht door G.J. van der Sluijs. Deze had als jongen het molenaarsvak geleerd op Limburgse molens - onder andere te Venray - en begon een eigen bedrijf op de toen al enige tijd stilstaande korenmolen De Eendracht aan de Baarsjes te Amsterdam. Het florerende bedrijf moest echter gaandeweg meer huur gaan opbrengen, hetgeen de reden werd om de zaak in Amsterdam te beëindigen en in Amstelveen op de daarvoor aangekochte stoommalerij voort te zetten. Om de hoge brandstofkosten te besparen werd in 1896 naast de stoommalerij de huidige windmolen De Dikkert gebouwd (Tenbruggencatenummer 01001).
Bron: Nederlandse Molendatabase.
afbeelding 1:
De molen De Eendracht.
afbeelding 2:
Kostverlorenwetering thans Kostverlorenvaart.
Industriemolen de Eendracht, krijtmolen De Hoop en op de voorgrond rechts de romp van de molen van Stads- en Godshuispolder.
datering: 1890
foto van Jacob Olie Jbz., (1834-1905)