Molen Stadsmolen, Doetinchem

Doetinchem, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Stadsmolen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen, runmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Slinge
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06504 o
oude dbnr.
V12103
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis

locatie

plaats
Doetinchem
plaatsaanduiding
naast de Oude IJsselbrug
beek
Slinge
gemeente
Doetinchem, Gelderland
streek
Achterhoek en Liemers
kadastrale aanduiding 1811-1832
Doetinchem C (1) 4 De Stad Doetinchem
geo positie
X: 216765, Y: 442170
N: 51.96452, O: 6.28593

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis

In 1230 werd het eigendom van de watermolen aan de Oude IJssel, de Haper molen (Tenbruggencatenummer 06908 b bis) genaamd, door Doetinchem met Doesburg verruild voor de tegengestelde verplaatsing van de Jaarmarkt. Waarschijnlijk pas tegen 1470 kwam er nieuwe een korenmolen binnen Doetinchem. Daarvoor werden "etzlicke graften end dycken upgegraven". De beek, die via de grachten het water naar de molen bracht, werd bij het erve Stubbelder doorgegraven om het water naar de stadsgracht te leiden. Daar dit ten koste ging van de watertoevoer naar de molen van het klooster Bethlehem, tekenden de broeders protest aan.

Vanaf 1524 zijn stadsrekeningen over onderhoud van, en reparaties aan de molen bewaard gebleven. Zo werd in 1583 de gehele molen vernieuwd ..die olde watermoele aff to brecken bestadet den 28 julij alss coop muller begonnen van de tymmerluijden van wegen der nieuwen watermoelen..
Vanaf 1587 wordt tevens een functie als runmolen genoemd, met een tweede rad als aandrijving. Vanaf ca. 1690 voerde Jan Dercksen enige tijd het onderhoud uit, ondermeer maakte hij in 1706 een nieuw waterrad.
In 1645 werd er weer gerestaureerd aan de molen, gecoft voor 20 gl. paelholt ande watermolle.vervolgens werd er voor 81 mandagen gedeclareerd, en in 1649 voor 68 mandagen, in 1654 voor 136!
In 1519 werden de waterwerken aan de beek door de heren van Homoet en Wisch ongedaan gemaakt.
In 1597 werd het klooster Bethlehem verlaten en daarna kreeg de Stadsmolen ongehinderd al het water.
Uit de jaren 1571, 1586 en 1661 zijn namen van pachters van de Stadsmolen bekend gebleven.
In 1740 heeft Jan Averbeek zelfs de waeterm. opgebrooken en met kieselingen weer gefloert.
Rond 1800 werden nieuwe schutten geplaatst, in 1814 een nieuw waterrad. Van 1805 tot 1818 pachtte D. Kellerman de watermolen voor ƒ 1215,= per jaar inclusief de beide stadswindmolens, de walmolen en de eekmolen.

Arnhemsche courant, 28-07-1827

BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD DOETINCHEM zijn voornemens , op daartoe bepaalde Conditien , die van heden ter Secretarie ter lezing liggen ' op Dingsdag den 7. Augustus eerstkomende , des voormiddagsom elf uren , op het Stadhuis in het openbaar te doen inzetten, en ,op Dingsdag den 21. van gemelde maand, op tijd en plaats voornoemd, voor zes achtereenvolgende jaren te Verpachten :

T W E E differente STADS WIND- en EENE W A T E R - K O O R N M O L E N, met de daarbij zich bevindende EEK-MOLEN. Doetinchem, den 23. Julij 1827. Burgemeester en Wethouders voornoemd, E. J. PLANTEN. Ter ordonnantie van dezelve, G. C. TERMAAT, Secretaris.

Op 16 augustus 1839 kocht de fa. Van Eyck en Huysmans de molens voor ƒ 22.000,=, in 1845 was Van Eyck de alleen-eigenaar van de watermolen en de ene overgebleven windmolen. 

Rond 1857 bleek de watertoevoer naar de molen belemmerd te worden door slecht onderhouden stadsgrachten, en dat terwijl bovenstrooms juist vaak wateroverlast optrad. Vanaf 1860 werden de stadspoorten afgebroken en de grachten gedempt, wat tevens het einde van de watermolen betekende.

Bron: Molens, Mulders, Meesters, Hagens.
Verzameling H. van der Kaay.

aanvullingen

trivia

Een rapport uit 1857 meldt: De waterlozing van de Slinge, lopend door de stadsgrachten, is verstopt en veroorzaakt bovenstrooms overlast.
De schoepen waren 90 cm breed, het waterrad had een diameter van 5,4m.De schuthoogte was 12,68 meter.