Molen De Dijkgraaf / De Reus, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Dijkgraaf / De Reus
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04914 l
oude dbnr.
V6381
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Knie wz., ten zuiden en op enige afstand van de Almanaksloot
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 116639, Y: 497291
N: 52.46203, O: 4.82276

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
als gerstpelmolen. Hij bezat twee pelstenen, twee harpen, een luierij en een waaierij.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van de pelmolen De Dijkgraaf is nimmer gevonden. De molen dook voor het eerst op in het jaar 1721. Op 22 maart van dat jaar werd bij de Zaandammer notaris Pieter van der Stengh een assurantiecontract opgericht. Hierin verzekerden 56 eigenaren van Zaanse pelmolens hun bezit. Onder hen was ook Pieter Jansz. Veenis, de huurder van De Dijkgraaf.
In zijn boek “Duizend Zaanse molens” duidde Pieter Boorsma al aan dat de twee Oostzaandammer pelmolens De Dijkgraaf en De Reus vermoedelijk een en dezelfde molen waren. Deze vermoedens waren gebaseerd op de standplaats van beide molens, die was nl. identiek, en op de overeenkomsten tussen de eigenaren van de molens. Hierdoor is het vrijwel zeker dat De Dijkgraaf en De Reus dezelfde waren.
Op 11 augustus 1728 liet Pieter Veenis de molen opnieuw tegen brand verzekeren in een nieuw assurantiecontract. In 1733 was Pieter Veenis overleden en kwam de molen op naam van zijn weduwe te staan.
Niet lang daarna kwam als eigenaresse van de molen, de Zaandijkse Lijsbeth Gorter, in beeld. In opdracht van haar voogden bleef de molen verhuurd.
In het ontvangstboek van windgelden van de Banne van Oostzaan is het volgende genoteerd, “De Reus, olymolen, die is gemaakt tot een pelmolen en van Alkmaar vervoert naar Oostzaandam.” Eigenaar van de molen was de Zaandijker Gerbrand Pietersz. Gorter, jaarlijks betaalde hij ƒ 4,10 aan windgeld.
In dit zgn. ontvangstboek werd van iedere molen in de polder Oostzaan de betaling van het windgeld bijgehouden. Uit de bovenstaande gegevens wordt dus duidelijk dat De Reus een uit Alkmaar afkomstige oliemolen was, die was verplaatst naar Zaandam.
Eigenaar Gerbrand Gorter was de grootvader van Lijsbeth Gorter en hij overleed omstreeks 1731. De toen minderjarige Lijsbeth Gorter werd eigenaresse van De Reus. Haar voogden regelden het verhuur van de molen. Hiermee wordt dus aangetoond dat De Dijkgraaf en De Reus vermoedelijk dezelfde molen waren.
De latere eigenaar van de molen was de Zaandijker burgemeester Pieter Gerbrandsz. Vis. Hij was in 1754 getrouwd met Lijsbeth Gorter.
Op 24 november 1781 liet Pieter Vis zijn testament opmaken. Hierin stond de volgende passage, “de helft van de dubbele oliemolen d'Orangieboom op 't Calf, de helft van de pelmolen De Prins aan de Ringdijk van de Enge Wormer en de helft in de pelmolen De Dijkgraav in 't veld bij ’t Calf.” Ditmaal was er van De Reus geen sprake meer en werd de pelmolen van Pieter Vis De Dijkgraaf genoemd.
In de laatste twintig jaar van de achttiende eeuw kreeg de Zaanse pellerij het zwaar te voorduren. De oorzaak hiervan is terug te vinden in de roerige tijd waarin de republiek Holland toen verkeerde. De patriotten, de verloren vierde Engelse oorlog en het conflict met Pruisen hebben de handel geen goed gedaan. Ongetwijfeld heeft de overzeese handel in deze jaren een zeer gevoelige klap gehad, wat in de Zaanstreek als het oudste en grootste industriële gebied van West-Europa zijn weerslag heeft gehad. Enkele tientallen pelmolens stonden tegen het einde van de achttiende eeuw stil, vele kwamen nooit meer in bedrijf en werden voor sloop verkocht. Pas na de eeuwwisseling trok de pellerij weer aan.
Ook De Dijkgraaf zou sneuvelen in deze periode. Op 31 mei 1794 liet Pieter Vis de molen veilen. Het hoogste bod bedroeg toen slechts ƒ 450, waarna de veiling werd gestopt. Half juli van dat jaar werd de molen nogmaals geveild en kwam hij voor ƒ 495 in bezit van Klaas de Vries, die zich verplichtte om de molen binnen drie maanden te slopen.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 125/ 130
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “De pelmolens in het Oostzijderveld” 1925 J. Kruijver blz. 12
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 59-61
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
De locatie, op het perceel bezuiden De Vier Heemskinderen, is gebaseerd op de in 1949 door Gerrit Husslage bewerkte kadasterkaart Zaandam sectie B, 1e blad.
Husslage vermeld overigens De Reus aan de westzijde van de Knie, en De Dijkgraaf schuin aan de overkant.