Molen De Jonge Hovenier (1e)/ Het Halfje, Koog aan de Zaan

Koog aan de Zaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Jonge Hovenier (1e)/ Het Halfje
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen, snuifmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04909 u
oude dbnr.
V3586
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Koog aan de Zaan
plaatsaanduiding
ten westen [?] van de spoorlijn, in het verlengde van de Machinistenstraat [?]
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 115607, Y: 496829
N: 52.45780, O: 4.80764

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
zeskante bovenkruier
inrichting
Aanvankelijk wagenschotzager, later ingericht als snuifmolen.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
geplaatst
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Pieter Boorsma noemt twee jaartallen waarin De Jonge Hovenier op de Koog werd gebouwd, 1724 en 1728. Jan Deugt kocht de Zaandammer snuifmolen in 1724, en die werd in 1728 herbouwd in Koog aan de Zaan.

Op 15 januari 1728 verkocht Jacob Deugt uit Koog aan de Zaan: “Een seskante eekenhoutsagersmolen c.a. op 't suijtent van de Coogh, genaamt de Jonge Hovenier, staande op niets in de wint.” Jan Jansz Potas kocht de molen toen voor ƒ 900. Na deze aankoop verkocht Potas de molen direct door aan Jan Dirksz Graat. Op 23 februari 1728 verkreeg Jan Dirksz Graet de windbrief voor een veerzaagmolen tegen een windpacht van ƒ 2,50 per jaar. De zeskante molen was overigens pas op 19 november 1728 maalvaardig.

Op 23 september 1728 of 1729 (Ron Couwenhoven/Pieter Boorsma) kreeg Jan Graat de windbrief voor De Jonge Hovenier uitgereikt. Zeer waarschijnlijk veranderde Jan Graat de functie van de molen in snuifmolen. Op 5 juni 1732 werd namelijk geveild: “Een snuijff tabacqmolen, genaamt de Jonge hovenier, vooraen op de Coogh, belent ten suijden de molen de boer.” Met de molen De Boer werd de paltrok De Gekroonde Boer bedoeld. Wie de molen kocht valt niet terug te vinden, vermoedelijk was dit Hendrik Duijn.

De Jonge Hovenier verbrandde op 16 oktober 1736 totaal. Eigenaar van de molen tijdens de brand was Hendrik Duijn, hij liet een nieuwe molen bouwen.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 108/ 152/ 160
- “het Molenmagazine” nr. 4 februari 2003 R. Couwenhoven blz. 46-48
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 51
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 128
- “De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 51/ 58
- “Brandkroniek, vanaf 1656 tot september 1906” N. van Pomeren 1906 blz. 6
- “Drie eeuwen verf” Mr. D. Vis 1943 blz.66-67
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 87, 176.

aanvullingen

trivia
Wagenschotzager, later snuifmolen “het Halfje” of “de Jonge Hovenier”, zeskante bovenkruier op schuur, te Koog aan de Zaan ten westen van de spoorlijn, in het verlengde van de Machinistenstraat. Bouwjaar 1724, in 1736 verbrand.
-----

In het boekje van W. Buijs Pz. en in de Brandkroniek wordt een molen Het Scheetje genoemd, dit blijkt de tweede bijnaam van Het Halfje te zijn geweest.
Bron: Boorsma.
-----

De locatie is gebaseerd op een bewerkte kadasterkaart in de beeldbank van VZM (dat2874).