Molen De Glazenmaker, Koog aan de Zaan

Koog aan de Zaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Glazenmaker
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
04909 k
oude dbnr.
V3631
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Koog aan de Zaan
plaatsaanduiding
Aan en ten oosten van de Watering, ten zuiden van de Weelsloot in het verlengde van de Kieftstraat.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
De molen was ingericht als gerstpelmolen en bezat twee pelstenen, een luierij, twee harpen en een waaierij.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het bouwjaar van deze pelmolen is niet achterhaald. De molen wordt voor het eerst genoemd, wanneer hij wordt opgenomen in een assurantiecontract, op 11 mei 1719. Als eigenaar van de molen stond toen Maarten Wildeman uit Koog aan de Zaan te boek. Hij zou later de kort bij gelegen pelmolen "de Jonge Wildeman" laten bouwen. Lang heeft Wildeman niet plezier van de molen want op 28 februari 1721 brandde de molen af. De schuur blijft echter behouden en werd door Wildeman op 22 maart 1721 opnieuw tegen brand verzekerd.
Maarten Wildeman ging niet bij de pakken neerzitten en liet zijn zoon Cornelis Wildeman, gezamenlijk bezaten zij aandelen in meerdere Koger pelmolens, de Oostzaner pelmolen “de Glazenmaker”(dbnr. 4764) kopen. Deze molen werd afgebroken en herbouwd naast de overgebleven schuur van de verbrande molen. Het is niet duidelijk of de molen in Koog aan de Zaan reeds de naam “de Glazenmaker” droeg of dat hij deze naam kreeg na de herbouw van de Oostzaner molen. Mocht het zo zijn dat de molen vanaf de bouw ook al de Glazenmaker heette, dan is dit toch wel heel toevallig.
In 1742 was Cornelis Maartensz. Wildeman nog steeds eigenaar van een deel van de Glazenmaker. Daarnaast bezat hij de pelmolen “de Jonge Wildeman” en een gedeelte in de pelmolen “de Sint Jacob”.

Deze molen bleef pellen tot 13 juni 1787, toen brak er brand uit in de Glazenmaker en werd de molen totaal verwoest. Eigenaar van de molen was toen Maarten Kee. Ook nu weer bleef de molenschuur behouden, deze schuur werd later bij de nabijgelegen verfmolen "de Boot" geplaatst.

Bronnen:
“de Zaende” 2e jaargang 1949 blz. 298
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 72
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 154
“De Tweeling in de Ban” G.Oosterbaan 1968 blz. 64/ 81
F. Rol.

aanvullingen

trivia
In de nieuwbouwwijk "Havezate" zijn er twee straatnamen naar deze molen vernoemd, zij liggen echter niet in de buurt van waar de molen heeft gestaan.