Foto onbekend, ca 1917, collectie DVM
Reeds in 1551 werd toestemming voor de bouw van een standerdmolen verleend tussen de Lepelbrug en de Kastanjewetering.
In de tachtigjarige oorlog werd deze molen gesloopt.
Op 24 januari 1603 werd toestemming verleend tot de bouw van de eerste korenmolen van Vrijenban.
1696:
In een onlangs boven water gekomen 'Acte van Consent' uit 1696 is te lezen dat de molenaars van de 'houte coornwindmolen ... genaemt de Slikmolen' aan de schepenen van Delft verzoeken deze molen in steen te mogen bouwen. Dit 'Consent' betekende tevens de feitelijke toestemming voor de bouw, en het is aannemelijk dat deze stenen Slikmolen, die later, vanaf ongeveer 1800 Het Fortuin werd genoemd, in dat jaar of direkt daarna is gebouwd, ten noordwesten van de stad Delft, en ter vervanging van een houten (standerd)molen.
1800:
Rond 1800 heette de molen 'Slikmolen'.
1807-1817:
D. Apon doopte de molen tussen 1807 en 1817 om in 'Het Fortuin'.
In de 18e eeuw zijn Pieter Struijk, zijn zoon Jan Struijk en schoonzoon Reinier Hartogh enige tijd eigenaar van de molen geweest.
1863:
Henricus Cornelis van Riet, geboren te Bergharen op 12 april 1863, kwam samen met zijn vrouw Joh. van Keken naar Delft om op 16 april 1888 molenaar te worden op molen het Fortuin. Hij was daarvoor molenaarsknecht te Soest. De molen was toen in eigendom van de fam. van Rossum.
1891:
Tot 1891 had de molen grenenhouten roeden. In dat jaar werden de Potroeden 1617 en 1618 aangebracht, met een lengte van 26,47 resp. 26,57 meter, aangebracht.
Doordat destijds de Nederlandsche Oliefabriek (NOF) van Calvé ten behoeve van uitbreiding van haar oliefabrieken grond langs de vaart van Delft aankocht, kwam het bestaan van de molen in 1916 in gevaar. Om die reden schonken de Fransch-Hollandsche Oliefabrieken Calvé-Delft de molen aan het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. Hij werd in 1917 afgebroken, en in de jaren 1919-1922, als tweede molen in het NOM, heropgebouwd.
Bron o.a.: "Vijftig jaar Nederlands Openluchtmuseum", A.J. Bernet Kempers, 1962.
In 1946 draaide hij voor ’t eerst weer sedert hij in het museum geplaatst werd.
Afb. Balthazar Jooss, collectie Stadsarchief Delft, inv.nr 1081
Tekening van Balthazar Jooss, gedateerd juli 1824
Ansichtkaart Serie 70 nr 6, collectie DVM
foto onbekend, opname circa 1906
Calvé
Zakkendragers bezig met het lossen van een schip voor de fabrieken van de Nederlandsche Oliefabriek (NOF) van Calvé aan de Wateringseweg met op de achtergrond een deel van de fabrieksgebouwen en de molen Het Fortuin. Links met pet staat meester C.G. van den Broek.
Ansichtkaart collectie DHM
Ansichtkaart, collectie N. van Dam
Affiche van de Nederlandsche Oliefabriek (NOF) van Calvé te Delft
De molen staat nu in Arnhem met een as van het fabricaat Prins van Oranje uit 1880 met nr 1241.
Volgens overlevering zou de as bij het slopen van de molen te Delft zijn gebroken. Die as zou dan mogelijk uit 1846 gedateerd hebben en zou dan afkomstig gewest zijn van een poldermolen. Hierover hebben we nog geen zekerheid.
Op een schilderij van Hendrick Cornelis Vroom (1566-1640), "Gezicht op Delft gezien vanuit het noorden", zijn op de latere standplaats van Het Fortuin enkele standerdmolens geschilderd. Dit schilderij hangt in Museum Het Prinsenhof te Delft.
