Molen St. Anthoniusmolen, Venray

Venray, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
St. Anthoniusmolen
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01958
oude dbnr.
V1194
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01958 St. Anthoniusmolen (Venray)
Foto: collectie Fons Gerrits

locatie

plaats
Venray
plaatsaanduiding
bij de Stationsweg
gemeente
Venray, Limburg
plaats(en) voorheen
Oostrum
streek
Noord-Limburg
geo positie
X: 197341, Y: 393497
N: 51.52887, O: 5.99738

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Fransen ✉︎ g.n. buiten 1902 1902? buiten 1944 26,20
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
door oorlogsgeweld
geschiedenis
Halverwege Venray en Oostrum stond bij de Stationsweg een forse windmolen. Het was een stenen bergmolen de St. Antoniusmolen genaamd, beter bekend als de molen van Van Aarssen.

In 1893 vestigde molenaar Henricus van Aarssen, gehuwd met Geertrui Cuppen, uit Velp bij Grave (N.B.) zich in Venray als nieuwe huurder van de Oude Leunsche molen van de Gebr. Lemmens. Na een aantal jaren daar gemalen te hebben, besloot hij in de gunstig gelegen buurtschap Lull bij het dorp Oostrum een nieuwe molen te laten bouwen. In 1897 begonnen de metselaars en de Venrayse molenmaker Jan Wijnhoven met het werk, waarvoor op 31 augustus van dat jaar de vergunning was verleend. Reeds op 15 januari 1898 kon de molen in bedrijf worden genomen.

Het binnenwerk was van een andere molen afkomstig; de draagbalk droeg het jaartal 1799. De molen was ingericht voor het malen van graan en looi of eikenschors en had daarvoor drie koppel stenen, namelijk twee koppel 17-er en een koppel 15-er blauwe Duitse stenen voor het malen van boekweit.

Reeds in 1908 plaatste Van Aarssen onderin de molen een maalstoel met een petroleummotor als hulpgemaal. Deze motor van 12 pk deed dienst tot 1927 en werd toen vervangen door een sterkere elektromotor. Omstreeks die tijd werd ook een mengketel geplaatst, waarmee diverse graansoorten of meel werden gemengd.

Na het overlijden van Henricus van Aarssen in 1915 vererfde de molen in de familie. Eerst werd zijn zoon Jan eigenaar, daarna diens oudste zoon Leo. De familie Van Aarssen had als molenaarsfamilie een zekere faam en menig leerling- of aankomend-molenaar uit bekende Limburgse en Brabantse molenaarsfamilies is bij hen in dienst geweest of heeft er het vak geleerd.

In 1941 werden Van Bussel-stroomlijnwieken aangebracht. Met het Oudhollandse gevlucht had de molen op de Potbinnenroede veel last van zeilslag. De buitenroede was van het fabrikaat Gebr. Fransen uit Vierlingsbeek. De hekstand daarvan was tamelijk vlak, waardoor er minder kracht uit de roede kwam. De binnenroede daarentegen had een diepe zeeg en leverde wel een grote trekkracht op. Bij het passeren van de zware romp trad echter een sterke zeilslag op, zodat het gevlucht nooit precies in de wind kon worden gezet. Bij het aanbrengen van stroomlijnwieken was het gebruikelijk de stand van de hek- of scheigaten te wijzigen, omdat bij een goed uitgevoerde stroomlijnwiek geen zeilslag mag optreden.

De familie Van Aarssen was nogal behoudend en moeilijk te overtuigen van de verbeteringen die door het aanbrengen van stroomlijnwieken worden bereikt. Spoedig deed zich de gelegenheid voor die alle twijfels bij hen zou wegnemen. Na het herstel van de stormschade werd de St. Petrusmolen van G. Stoks te Venray feestelijk in bedrijf gesteld.
Bij gelegenheden als deze werden ook collega-molenaars uitgenodigd. Het was broeiend warm die zaterdagmiddag in juli en er stond een zwakke wind. Met vier volle zeilen begon de molen aanvankelijk langzaam te malen. Enige tijd later moest zeil verminderd worden en tenslotte maalde de molen zonder zeilen. Jan van Aarssen, die ook aanwezig was, aarzelde toen niet meer en bestelde prompt de stroomlijnwieken.

Op het einde van de maand augustus 1941 begonnen W. Adriaens en zoon, de molenmakers van Chr. van Bussel uit Weert, met het werk dat een week later gereed kwam. Het toenmalige bestuurslid van de Vereeniging "de Hollandsche Molen" jhr. mr. F. van Rijckevorsel, liet zich na het gereedkomen van de molen van Van Aarssen in het vakblad "De Molenaar" van 3 september 1941 daarover als volgt uit: "Het resultaat van het stroomlijnen volgens het profiel-Van Bussel deed niet op zich wachten, zoals voor enige dagen bleek. Toen de molens in de nabijheid met volle zeilen stonden, maalde deze molen - zonder enig zeil - al zeer behoorlijk, zodat de leden van de familie Van Aarssen hun ogen niet konden geloven. Het zou echter nog mooier worden toen er een tweetal zeilen voor werden gehangen. Toen kwam er een echte treklust in en de molen maalde toen om de drie minuten 50 kg prima bakrogge voor de bakkerij, zodat de heer Stoks, die bij zijn collega op de molen was, uitriep: "Geloof je me nu? Nu kun je zelf zien hoe groot de verbetering is, daar jullie mij nooit wilde geloven, toen ik zei dat ik zoveel malen kon"."

Drie jaar later werd de molen door oorlogsgeweld vernield. De omgeving lag onder zwaar artillerievuur en werd bovendien regelmatig door vliegtuigen bestookt. Onder die benarde omstandigheden werd nog graan aangevoerd en werd er tot zaterdag 14 oktober 1944 gemalen om tot het laatste toe de bakkers van meel te kunnen voorzien. Duitse troepen namen daarop bezit van de molen en gebruikten hem als uitkijkpost. De ruimte onderin de berg, die een goede bescherming bood, werd als slaapgelegenheid ingericht. Twee dagen later, op maandagochtend 16 oktober werd de molen ontruimd en daarna opgeblazen.

Op de plaats waar de molen heeft gestaan bouwde Van Aarssen een elektrische maalderij. In de jaren vijftig werd de maalstoel vervangen door een hamermolen met mengerij voor het samenstellen van veevoeders. In 1969 werd het bedrijf opgeheven.