1835
Gerhardus Otto Feijen (geboren op 8 juni 1797 in Duitsland) vestigde zich in 1821 als molenmaker in Dalfsen.
In 1835 bouwde hij deze molen met de onderdelen van een vermoedelijk uit Wormer (de Zaanstreek) afkomstige oliemolen.
Feijen bouwde ook molens in oa Luttenberg, 2 in Lutten, molen de Star in Balkbrug en vrijwel zeker ook de molen van Varwijk in Dedemsvaart.
Op 6 januari 1842 kreeg Feijen een vergunning om zijn oliemolen ook in te richten als koren- en pelmolen.
1853
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 1 februari 1853
Hardenberg, 29 Januarij. de beide molenaarsknechts van den heer Feijen, te Dalfsen, werkzaam in diens olie- en koornmolen, in het vorig jaar mb de Dedemsvaart, gemeente Ambt Hardenbergh, opgerigt, begaven zich gisteren nacht, na den afloop van hun werk, naar het in den molen voor hen bestaande slaapvertrek, ter ruste. Toen zij des morgens aanmerkelijk later dan gewoonlijk schenen te ontwaken, besloot de kostbaas, hen persoonlijk te gaan wekken. Schrikverwekkend was echter zijne bevinding; want ten gevolge van eenen pot met doof kolen, die den vorigen avond in het slaapvertrek der knechten was geplaatst, en haar met stikdamp had vervuld, was de een reeds gestikt en geheel levenloos en de ander zieltogende. Men heeft voor den laatsten dadelijk geneeskundige hulp ingeroepen; hij verkeert echter in hopeloozen toestand.
1861
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 20 september 1861
Mr. C. W. van S_DEDEM , Notaris te Nieuwleusen en Avereest, zal op Woensdag den '25 September 1861, 's namiddags om één uur, ten huize van H. L. van der VECHT te Dedemsvaart, ten verzoeke van de Heeren MINKE en FEIJEN doen inzetten, en drie weken later, den 16 October 1861, ter zelfder ure en plaats, publiek verkoopen :
I°. Eenen druk beklanten , voor weinige jaren nieuw gebouwden WIND-KOREN- en OLIEMOLEN, staande op een der beste standen langs de Dedemsvaart, onder Ambt Hardenberg
Nadere informatiën te bekomen bij den Heer J. B. MINKE te Dedemsvaart en ten kantoor van den Notaris. Brieven franco.
1873
*Twee van de vier zonen van G.J. Feijen, te weten Herman en Bernardus, kregen op 1 mei 1873 een vergunning om de molen weer in te richten als koren- en pelmolen. Daarmee kwam de molen van dbnr 6073 buiten gebruik te staan en werd om die reden gesloopt.
De oprichter Johannes Gerhardus Feijen stierf op 15 september 1873.
[bron: "Rondom Dalfsen 43".]
1929
*Het Vaderland, 24 december 1929:
Molenbrand te Dalfsen
Gisteravond omstreeks zes uur brak brand te Dalfsen uit in de machinekamer van den molen van Th. Veijen, welke is gelegen even buiten het dorp. In een oogwenk stond de machinekamer in lichter laaie, de vlammen sloegen uit het dak en de korenmolen, waartegen de machinekamer was aangebouwd, vatte vlam. Aan behoud van den molen viel niet te denken. De brandweer uit Dalfsen was spoedig met een motorspuit aanwezig en wierp vier stralen water in de vlammen. De felle Zuidoostelijke wind wakkerde het vuur aan en hoog sloegen de vlammen uit den molen, over den omtrek verlichtend. Een pakhuis, dat tegen den molen aanstond, werd eveneens een prooi der vlammen, een zeer groote hoeveelheid graan, dat aan de landbouwers uit de omgeving toebehoorde, ging in vlammen op. Bij het afzenden van dit bericht deed de brandweer moeite de vlakbij den molen staande molenaarswoning te behouden. De molen zelf zal geheel uitbranden. De molen zou juist van electrische kracht voorzien worden. Verzekering dekt voor een gedeelte de schade, die uit den aard der zaak vrij aanzienlijk is. Zeer veel belangstellenden waren tezamen gestroomd om getuige te zijn van het schouwspel.
Jammer genoeg is de molen op 23 december 1929 totaal verbrand.
Op deze plek is daarna een moderne motormaalderij gebouwd.
De achtkante bovenbouw en het gaande werk was vermoedelijk afkomstig van een molen uit de Zaanstreek, waarschijnlijk de in 1835 in Wormer gesloopte oliemolen De Karn/Karnmolen.