Molen Kleimeer (2e), Koedijk

Koedijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Kleimeer (2e)
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01082 b
oude dbnr.
V7436
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Koedijk
gemeente
Dijk en Waard, Noord-Holland
streek
Geestmerambacht
geo positie
X: 112581, Y: 522374
N: 52.68714, O: 4.75986

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting

Vijzel 1,04 m Ø

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
12,65 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Het Groote en het Kleine Kleimeer zijn, nadat het octrooi tot bedijking van 1564, door het niet binnen de bepaalde tijd ten uitvoer brengen van het werk, vervallen was, krachtens een nieuw octrooi, op 25 augustus 1567 verleend, bedijkt en drooggemaakt. Hierdoor moest de bemaling van de Polder Geestmerambacht (molen 00787) met twee molens worden uitgebreid. 

De polder (ca. 65 ha) bestond uit drie bij elkaar gelegen delen, elk door een eigen kade omringd. De Noorder-Kleimeer en de Zuider-Kleimeer, tezamen uitmakende wat men vroeger het Groote Kleimeer noemde, zijn door een sloot van de Polder Geestmerambacht van elkaar gescheiden. De Kleine Kleimeer lag bezuiden de Zuider-Kleimeer. De Noorder-Kleimeer en de Kleine Kleimeer waren door grondduikers verbonden met de Zuider-Kleimeer.

Aan de noordzijde van de Zuider-Kleimeer stond de schepradmolen die het geheel droog hield, uitslaande op de Noorder-Veersloot, deel van Geestmerambacht. In 1573 werd tijdens het beleg van Alkmaar de molen verbrand, in 1574 stond de polder nog onder water. Enkele percelen werden na de droogmaking tot weiland gemaakt, maar het meeste bleef rietland, net als tegenwoordig.

In 1866 werd de oude molen verwijderd en een nieuwe achtkante vijzelmolen gebouwd. Deze was kleiner dan de oude, want in 1894 wordt vermeld dat de polder werd bemalen door een molen met een vlucht van 12,65 m en een vijzel met een diameter van 1,04 m (Ten Bruggencate vermeldt ook een vijzel).

In 1922 werd de molen gesloopt, en vervangen door een windmotorinstallatie op dezelfde plek.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894, met dank aan H. van der Kaay.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- "West-Friesland Oud en Nieuw" 1984. Met dank aan H. van der Kaay.
- "Uit de historie van Koedijk" door J.P. Geus, XII. De Kleimeren, www.koedijk.org.
- archief van Polder Kleimeer.
-----

In 1866 werd de molen met een vlucht van 19,45 m ernstig beschadigd door de bliksem, maar verbrandde niet.
De ingelanden werd toen de keus voorgelegd: de molen herstellen, of een nieuwe molen bouwen. Daarbij werd gestemd over vier opties nadat herstel van de oude molen was verworpen: een nieuwe met een vlucht van 50 voet, 40 voet, 30 voet of 20 voet. Dat was waarschijnlijk de Rijnlandse, de vluchten zouden dan zijn: 15,70 m, 12,56 m, 9,42 m of 6,28 (!) m. Het werd 40 voet dus 12,56 m, en uiteindelijk in het werk blijkbaar 12,65 m.

Mogelijk was de reden dat in 1866 met een kleinere molen kon worden volstaan, dat de opvoerhoogte in de loop der tijden was verkleind door het verlagen van het Ambachtspeil in de loop van zo’n drie eeuwen.
Bart Slooten, 5 maart 2016.
-----

De molen van de Kleimeer te Koedijk werd op 17 juli 1866 zo zwaar beschadigd door de bliksem (overigens zonder brand te veroorzaken), dat men besloot er een kleiner, dik molentje voor in de plaats te zetten en tevens het bestaande molenhuis af te breken. En zo diende het molenaarsgezin in een molentje met een vlucht van 12,65 m (!) te wonen, terwijl de oude molen aanmerkelijk groter was geweest (19,45 m) en men er toen ook nog een woning bij had! Pas in 1911 maakte een inspectie van de Gezondheidscommissie een einde aan de onwenselijke toestand en verrees er een nieuw huis.
Bron: "Noord-Hollandse molenaarshuizen", art. door Bart Slooten in Molens, jan. 1999.