Molen De Admiraal Tromp / De Kakkeba, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Admiraal Tromp / De Kakkeba
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
verfmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01077 d
oude dbnr.
V4156
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
benoorden de Hogendijk, op het eiland in de Gouw
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam F (2) 1273 De Wed. Simon Schoen, koopman
geo positie
X: 114529, Y: 493913
N: 52.43152, O: 4.79213

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
geplaatst
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De Admiraal Tromp werd oorspronkelijk als snuifmolen gebouwd in Westzaan in 1690. In Westzaan stond de molen ten oosten van het dorp, aan en ten westen van de Gouw, achter J.J.Allanstraat 48 iets ten noorden van de Korenbloemsloot. Later werd de molen ingericht als verfmolen.
In 1790 wordt de Admiraal Tromp gekocht door Pieter Schoen, van Frederik Otter & Comp. voor ƒ 2400, Pieter Schoen was toen al eigenaar van de verfmolen De Gekroonde Schoen, die 0,5 km noordelijker aan de oostkant van de Gouw stond. De molens stonden dus in het zicht van elkander.
Op 15 september 1804 werd geveild: "De opstal van de molen genaamd de Admiraal Tromp staande te Westzaan aan de Gouw, benevens de oosterschuur, de Stelling, 't bovenwiel, de vloer genevens de peulhouten af". Deze restanten werden voor 1746 gulden verkocht om gesloopt te worden.

Het achtkant, binnenwerk en de kap worden in opdracht van Pieter Schoen afgebroken en herbouwd op een nieuwe onderbouw met schuren, op de plaats waar tot ongeveer 1795 de oliemolen De Bruinvisch had gestaan. Geografisch gezien verhuisde de molen van Westzaan naar Zaandam. De grens tussen beide dorpen wordt gevormd door de Gouw. Waarom Pieter Schoen de molen deed verplaatsen is niet geheel duidelijk. Het kan zijn dat de molen in Westzaan op een gehuurd erf stond waarvan de eigenaar de molen niet meer op zijn land wenste en hiervoor het huurcontract opzegde.
Ook is het mogelijk dat de onderbouw en schuren in een slechte conditie verkeerden, waardoor het goedkoper was dit in zijn geheel te hernieuwen en dan meteen een iets beter gelegen standplaats te kiezen nabij de andere molen van Pieter Schoen. Logistiek gezien was dit voor Schoen misschien iets beter.
In ieder geval werd de molen herbouwd op het tegenwoordige eiland in de Gouw, wat nog steeds De Tromp wordt genoemd. Na de verplaatsing werd de molen ook wel De Bruinvisch genoemd, naar zijn voorganger.

Na het overlijden van Simon Schoen in 1824 kwam in zijn boedelscheiding o.a. het volgende voor: ”verfmolen de Schoen, aan de Schoensloot, gewaardeerd op ƒ 3000 en verfmolen de Admiraal Tromp of Bruinvis, aan de Hogezeedijk, eveneens voor ƒ 3000.

Op 15 maart 1848 werd de Admiraal Tromp in het papiermakerscontract verzekerd tegen brand, waarbij de molen een waarde vertegenwoordigde van ƒ 6000.

Op 5 augustus 1861 vonden de molenaars ’s ochtends vroeg bij het arriveren aan de molen, smeulend hout bij de penbalk, dit was nog afkomstig van het malen van de vorige dag. De molenaars blusten het brandje met water uit de waterbalie. Door een defect aan de pen liep deze warm, waardoor brand was ontstaan, dit werd dus pas de volgende ochtend ontdekt. Het papiermakerscontract keerde ƒ 25 uit en de schade werd door een timmerman gerepareerd. Hierna werd de molen door molenmaker Gerrit Gras gecontroleerd, waarbij deze tot de conclusie kwam dat de gehele pen van de molen vervangen moest worden, omdat deze warm bleef lopen. De kosten hiervan zouden ƒ 40 bedragen. Pieter Schoen zal de reparatie wel hebben laten uitvoeren.

Het einde van de Admiraal Tromp kwam in 1878. Op 23 oktober van dat jaar werd de molen tijdens een zeer hevige bui getroffen door de bliksem, waarna hij totaal verbrandde. Naast de Admiraal Tromp werd ook de Oostzaner watermolen De Slaper door de bliksem getroffen. Deze molen onderging hetzelfde lot als de Admiraal Tromp. Het enige verschil was, dat De Slaper werd herbouwd en de Admiraal Tromp niet.

De firma Schoen zette haar zaken voort met haar andere molen De Gekroonde Schoen, die verbouwd werd om haar capaciteit te vergroten, om zo het verlies van de Tromp op te vangen.

In 1880 verbrandde ook De Gekroonde Schoen.

Hoe de firma Pieter Schoen na de brand van deze molen de zaken heeft voortgezet is mij niet duidelijk.
Wel hebben de Zaandammer verfmolens “de Krab” en “de Grauwe Hengst” een tijd lang in loondienst voor de firma Schoen gemalen. Mogelijk zijn deze molens gebruikt om de productie van de beide verbrandde verfmolens op te vangen. In 1888 vestigde de firma Pieter Schoen zich aan de Oostzijde van Zaandam. Aan de oever van de Zaan iets ten noorden van de tegenwoordige Beatrixbrug werd in 1896 het stenen pakhuis De Lelie gebouwd, dat een houten pakhuis verving. Vanaf 1905 werden hier bereide verven geproduceerd.
De fabrieken aan de Zaan worden in de loop der jaren sterk uitgebreid. In 1919 werden de restanten van de in 1875 gesloopte oliemolen De Olievos gekocht, die werden ingericht als lakfabriek.
In 1929 werd de fabriek uitgebreid met een vijf verdiepingen tellend gebouw. Dit was het eerste in Nederland gebouwde verdiepingen-gebouw van beton. In 1969 fuseerde fa. Pieter Schoen & Zoon N.V. met het Belgische concern Petrofina. Na 1972 ging dit bedrijf verder onder de naam Sigma-Coatings. Omstreeks 1992 vertrok Sigma-Coatings van de oevers van de Zaan en verhuisde naar Amsterdam. Het complex werd omstreeks 1998 gesloopt. Op de plaats van deze fabriek zijn nu grote woonflats gebouwd.

Over de bijnaam “de Kakkeba” schrijft Boorsma het volgende:
"De Admiraal Tromp had den bijnaam van de Kakkeba. Waarschijnlijk sloeg deze benaming op een eertijds door den molen gedragen naambord, met afbeelding van het admiraalschip van Maarten Harpertsz. In het meer genoemde boek "Zaansche Volkstaal", geeft Dr. Boekenoogen bij het woord Kakkeba de volgende verklaring: Een minachtende benaming voor zeker soort visschersschuit, met puntige voorsteven". Daarom is het niet gewaagd te veronderstellen, dat de schilder van het bord een niet geslaagd werkstuk had voortgebracht en dat zijn "Schip van Oorlog" een "jammerlijk figuur" maakte.

Bronnen:
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz.116-117
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 107
- “Zaanse windmolens” P. Boorsma 1939 blz.205-206
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz.642-643
F. Rol.