Molen De Koperslager, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Koperslager
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01063
oude dbnr.
V798
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01063 De Koperslager (Zaandijk)

Ansichtkaart, serie 38, nr 3, coll. DVM

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Aan weg en Zaan, iets ten zuiden van de gemeentegrens met Wormerveer
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 846 Pieter Honig, koopman
geo positie
X: 115711, Y: 499338
N: 52.48036, O: 4.80887

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
versieringen
De Koperslager bezat een eenvoudige baard met krullen die was voorzien van de volgende tekst: ANNO 1725, met daaronder het jaartal 1875, later is dit jaartal vervangen door 1922.

Aan de westkant van de molen was in een van zijn peulstenen, de blauwe hardstenen plaat die op de steunberen lag, het bouwjaar 1724 uitgehouwen.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
24 meter
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 963, Pot
Pot
✉︎ 963 buiten 1876c 1926 buiten 1964 23,05
media-bestand
Roede 964, Pot
Pot
✉︎ 964 binnen 1876 1926 binnen 1964 22,90
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Enthoven & Co, L.I. ✉︎ 197 1859 1964
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het bouwjaar van de bekende Zaanse oliemolen de Koperslager is niet bekend. De molen komt voor het eerst naar voren op een kaart uit het jaar 1635. Het is niet duidelijk of dit nog weer een voorganger van de Koperslager is geweest of dat het de Koperslager zelf betrof, vermoedelijk het laatste. Wel is er een soort van band met een volmolen die de naam “de Koper Volmolen” of “de Kopermolen” droeg. Deze stond in het land achter de Schans in Zaandijk, dat iets ten zuidwesten van de Koperslager lag. Momenteel loopt de spoorlijn over dit erf.
De windbrief van de Koperslager werd pas laat na de bouw van de molen uitgereikt. Op 24 september 1643 ontving Adriaen Gerritsz. van Someren uit Zaandijk dit document. De eerste Koperslager was ingericht als enkelwerks oliemolen. Wel werden er in 1642 en 1644 diverse parten van de Koperslager verkocht, waarbij er wordt gesproken over “die ouwe volmolen”. Dit zou erop duiden dat de eerste Koperslager was ingericht als volmolen. Het kan ook zijn dat dit iets te maken heeft met “de Koper Volmolen”. Nader onderzoek kan misschien wat meer duidelijkheid verschaffen in de oorsprong van de Koperslager en “de Koper Volmolen”.
Op 11 februari 1685 kwam de helft van de Koperslager op een veiling in bezit van Dirck Sijmonsz. Moeriaen. Hij betaalde hiervoor een bedrag van Fl.2800,-. Op 30 oktober 1694 liet Moeriaen de molen tegen brand verzekeren bij een assurantiecontract, de molen werd toen “de Kopermolen” genoemd.
Op 5 mei 1724 raakte de Koperslager in brand en werd in zijn geheel verwoest. De brandverzekering maakte de volgende notitie:”15 meij 1724: vermits de moolen de Kooperslaager hier bevoorens onder de naam van Dirk Sijmontsze Moerejaan in desen contracte begreepen, is koomen te verbranden, soo werd deselve moolen en de laang (= de lading) geroyeert”. De molen was dus nog steeds in bezit van Dirk Moriaan. Direct na de brand wordt begonnen met de herbouw van de molen en nog in hetzelfde jaar draaide de Koperslager weer. Ditmaal werd er een forse dubbele oliemolen gebouwd met een vlucht van bijna 24 meter.
Inmiddels had Moeriaan zijn schoonzoon Huibert Ouwekees, die ook actief was met de Oostzaandammer oliemolen “de Kogmeeuw”, opgenomen in zijn onderneming. Op 14 juni 1727 werd in Zaandam de collectieve brandverzekering het Olieslagerscontract opgericht. Deze brandverzekering was in eerste instantie alleen bestemd voor de ladingen van de oliemolens. Op naam van Huybert Ouwekees werd de lading van de Koperslager opgenomen bij het OC. Zijn schoonvader Dirk Moeriaan is een van de eerste gecommitteerden van het OC, het zgn. bestuur van de verzekering. Lang zal Moeriaan dit werk niet doen, in 1728 stierf hij, de Koperslager werd toen het eigendom van Ouwekees. Na het overlijden van zijn vrouw stelde Ouwekees een voogd aan voor zijn zoon Jan Huijbertsz. Ouwekees. Dit waren Cornelis Adriaansz. Honigh uit Zaandijk en Gerrit Claasz. Ouwekees uit Zaandam. Op naam van Cornelis Honig werd op 1 juli 1733 de opstal van de Koperslager bij het OC verzekerd. Waarom Ouwekees dat niet op zijn eigen naam liet doen is mij niet duidelijk. Mogelijk had de zoon van Ouwekees een gedeelte van de Koperslager van zijn moeder geërfd, waarna Honigh in zijn naam de molen liet verzekeren.
Later kan Jan Huibertsz. Ouwekees zelfstandig met de molen werken, wat hij doet tot zijn overlijden in 1769. Daarna komt de Koperslager in bezit van Cornelis Adriaensz. Honig, de eigenaar van de Zaandijker papiermolen “de Hobbezak” en de Wormerveerder papiermolens “de Oude Voorn” en “de Jonge Voorn”. Met het verkrijgen van de Koperslager ging Honig zich dus ook toeleggen op de olieslagerij. In de loop der jaren breidt hij het molenbezit uit met “het Vette Schaap” uit Zaandijk en “het Witte Paard” in Wormerveer. Alle drie deze molens lagen op een steenworp afstand van elkaar. In 1795 doet Cornelis Honig de oliemolens over aan zijn zoon Klaas Honig. Lang zal hij met de molen blijven werken, pas in 1844 doet hij afstand van de Koperslager. De molen werd toen aan de onderneming van Cornelis Cornelisz. Honig toegevoegd, die olieslager was met de Westzaandammer oliemolen “de Witte Zwaan”. Cornelis Czn. Honig zal een neef zijn geweest van Klaas Honig.
In 1845 overleed de vader van Cornelis Czn. Honig, Cornelis Claasz. Honig. Dit was een der grootste olieslagers in de Zaanstreek, hij bezat ruim 25 molens. Uit de erfenis kreeg Cornelis Honig 11 molens toebedeeld. De andere molens kwamen in handen van zijn broer Klaas Czn. Honig.
Tot zijn overlijden in 1870 bleef Cornelis Honig met de Koperslager werken. Wie van zijn kinderen de molen toen overnam is mij niet bekend. In ieder geval werkt hij niet lang met de molen, want in 1875 kwam de molen in bezit van de Westzaner August Avis. Ook Avis zal lang eigenaar van de Koperslager blijven.
Op 1 juli 1912 wordt te Zaandijk het olieslagerscontract ontbonden. Deze verzekering, die 185 jaar had bestaan, kende op het laatst nog 8 deelnemers, die gezamenlijk 5 olieslagerijen bezaten en nog 8 molens. De Koperslager behoorde tot de laatst verzekerde molens van het olieslagerscontract. De molen was toen nog steeds in bezit van Avis. Kort na de ontbinding van het olieslagerscontract verkocht Avis de molen aan Pieter Couwenhoven Jr. uit Koog aan de Zaan. Deze Couwenhoven was een van de personen die geen afscheid kon nemen van het werken met windmolens.
Na de dood van zijn vader had Couwenhoven de pelmolens “de Witte Klok”, “het Jonge Vool” en “de Grootvorst”, en de oliemolen “de Jonker” gekregen. Zelf breidt Couwenhoven het bezit dus uit met de Koperslager. Later heeft hij de oliemolen “de Bonte Hen” nog in de huur genomen van de firma Crok&Laan en in 1916 kocht hij de pelmolen “de Zeilemaker” die was gelegen in het Oostzijderveld. Couwenhoven houdt zijn molens tot 1922 in bedrijf, daarna moest de man noodgedwongen zijn molens laten veilen.
De Koperslager werd toen gekocht door Egge Groot, de eigenaar van de stoommaalderij “de Verwachting”, voorheen de pelmolen “de Hondeman”.
Groot hield de molen echter niet zelf maar verkocht hem door aan de Zaandijker Piet Roos. Waarschijnlijk tegen een voor Roos gunstige aflossing. Piet Roos was al vanaf kinds af aan werkzaam op de Zaanse oliemolens. Ook voor hem was het niet weggelegd om in een fabriek te gaan werken. Naast het slaan van olie, wordt er vanaf dan ook veel cacao afval verwerkt.
Waar in de jaren twintig en dertig zeer veel molens stil komen te staan en in verval beginnen te raken. Blijft de Koperslager in vol bedrijf en worden er nog mogelijkheden gezien om de molen in een puike conditie te houden. Piet Roos blijft tot 1946 met de Koperslager werken en doet dan de molen over aan zijn zoon Wijbrand Roos. Deze handelaar had reeds eerder met de Oostzaandammer oliemolen “het Honingvat” gewerkt. Ook hij was dus thuis in de olieslagerij.
Tot ongeveer 1960 blijft de Koperslager op windkracht in bedrijf, daarna neemt een motor het werk definitief over. De Koperslager komt voorgoed stil te staan en zijn kruis wordt naar het zuidwesten gericht. Windborden en zeilen werden afgenomen.
Wat er de oorzaak van is geweest zal niet meer bekend worden, maar in de avond van 28 juli 1964 brak er omstreeks half elf brand uit in de zuiderschuur van de molen. Het vuur vindt zijn weg via het achtkant van de molen naar boven. Korte tijd later brandt de Koperslager als een fakkel. De schuren van de molen lagen vol met cacao en pinda afval, zodat er aan brandstof niet te kort was. Pas om vier uur ’s nachts werd het sein brandmeester gegeven. De volgende dag kon de schade worden opgenomen.
De brandhaard bevond zich in de zuiderschuur van de molen die als verloren moest worden beschouwd. De zuidkant van het achtkant was zwaar verbrand, maar de molen stond nog fier overeind. Toen volgden de beslissingen elkaar in een rap tempo op. Als eerste werden de roeden uit de molen verwijderd, omdat men bang was dat de molen in elkaar zou zakken. Daarna kwam de beslissing dat de molen niet meer te redden was en moest verdwijnen. Achteraf gezien is deze beslissing behoorlijk bekritiseerd, de molen had beslist gered kunnen werden.
Op advies van molenmakers Husslage en Jonker werd besloten om de molen omver te trekken. Dit gebeurde op 31 juli. Firma Joh. Schol, het bekende en nog steeds bestaande Zaanse takelbedrijf, zou het neerhalen van de molen verzorgen. Door een kabel aan het achtkant te bevestigen, zou een kraanwagen de molen omver trekken. Hoe sterk de molen was bleek uit het feit dat deze staalkabel tot twee keer toe brak. Toen ging men over tot grof geweld en zaagde twee achtkantstijlen door. Om 16.05 gaf de molen zich gewonnen en viel in elkaar op de zuiderschuur. Deze “moord” op de Koperslager bracht heftige reacties teweeg bij de Zaanse bevolking en diverse complot theorieën kwamen boven. Zo zou de molen in de weg hebben gestaan bij de verbreding van het Dijkje, verder werd er wel brandstichting vermoed voor de verzekeringsgelden.
Een poos lang werd er gesproken over herbouw van de molen, later zakten deze initiatieven in de benen en gebeurde er ten slotte niets.

Wel konden er bij de sloop van de molen veel onderdelen worden gered. De roeden waren reeds uit de molen getakeld voor de sloop en wonder boven wonder overleefde de as de val naar beneden. Het binnenwerk van de molen was zwaar verbrand maar veel ijzerwerk kon nog worden gered uit de molen. Zaken als vuisterplaten, jagers en staanders, paardepoten en spijlbanden kwamen heelhuids uit de molen vandaan. Later is dit gebruikt bij de herbouw van de oliemolen “de Bonte Hen” in de periode 1973-1976.
De Koperslager bezat een ronde wentelas; doordat men tijdens de herbouw de spijlbanden van deze wentelas wilde gebruiken, bezit “de Bonte Hen” nu ook een ronde wentelas.

In de jaren twintig van de vorige eeuw, werd het Dijkje, zoals het noordeinde van de Lagedijk ook wel werd genoemd, verbreed. De weg liep altijd onder de stelling van de Koperslager door. Door de verbreding stonden de stellingschoren van de molen in de weg. Zij zijn toen vervangen door twee gietijzeren bogen, die vanaf toen de stelling aan de wegzijde droegen. Na de brand zijn zij verwijderd en hebben zij jarenlang aan de Kalverringdijk gelegen, totdat ze als oud ijzer werden afgevoerd.

Bronnen:
“de Zaende” 1e jaargang 1946 blz. 53-58
“de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 4-6
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 105-112
“de Zaende” 6e jaargang 1951 blz. 97-113/ 218
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz.165
“Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 117-118
“Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
“Dat goede oude Zaandijk” G.Oosterbaan 1971 blz. 99/ 105-106
“Het Olieslagerscontract” R.Couwenhoven 2002 blz. 19-22/51/105
“Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz.121-126
“de Windbrief” 26e jaargang 1997 nr.99 artikel R.Couwenhoven over de Koperslager (uitg. Ver. De Zaanse Molen)

informatie F.Rol

aanvullingen

trivia
Oliemolen “de Koperslager” of “de Kopermolen”, achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandijk aan weg en Zaan, iets ten zuiden van de gemeentegrens met Wormerveer. Bouwjaar 1724, verbrand in 1964.
-----

Van deze molen zitten as en roeden thans in De Bonte Hen. De roeden waren al eerder afkomstig van de gesloopte standerdmolen van Enkhuizen. De bovenas lag van 1964 tot 1975 op de werf van de Poelenburg.

De stelling had aan de straatzijde oorspronkelijk verticale schoren.
In verband met de toename van het verkeer, erg dicht langs de molen, waren deze stellingschoren vervangen door fraaie, gebogen gietijzeren schoren, die tegen het onderachtkant waren gemonteerd. Zo'n schoor is op de derde foto, net naast de witte voorzoom van de staande roede, goed te zien.
Deze bogen hebben nog jarenlang op de werf van molen De Kat, aan de Zaankant, gelegen.

In de film "Stoere Werkers" is De Koperslager nog in volle glorie al olieslaand te zien.

De Koperslagerstraat in Zaandijk is vernoemd naar deze molen.
Het erf van de Koperslager is nooit bebouwd. In de Zaankant van het erf ligt nu een voormalige IJsselmeerpont, de Showboat genaamd, vroeger was dit een restaurant, tegenwoordig fungeert het schip als parenclub.
-----

Nieuwe Leidsche Courant van 29 juli 1964:
"Een felle uitslaande brand heeft gisteravond de oliemolen 'De Koperslager'in Zaandijk volledig verwoest. In de molen was een perserij van oliehoudende zaden gevestigd.
Omstreeks elf uur ontdekte een voorbijganger vuur in de molen. De vlammen die metershoog uit de molenkap sloegen, trokken vele honderden toeschouwers. Sinds 1934 was er in de Zaanstreek geen molenbrand meer geweest. De schade bedraagt ongeveer twee ton. De molen was tegen brandschade verzekerd."

foto's

foto's