De Rustenburger molens vormden een driedubbele drietraps molengang, liggend aan de noordkant van de polder Oterleek, tussen de Jan Glijnisweg (v/h Hensbroekerweg) en de Huigendijk. Deze molens hoorden bij de eerst geplaatste en de laatst gesloopte van de Heerhugowaard. Toen er problemen waren met de experimentele vijzelmolen aan de Oostertocht, namen de Rustenburger molens een deel van de bemaling daarvan over. Daardoor werden sindsdien 3 van de 9 molens voor rekening van de polder Oostertocht ingezet. In de polder Oterleek stond een staartmolen, die eveneens op de Rustenburger gang afwaterde, op het niveau van een middelmolen.
In 1764 was de molenaar op de 3e bovenmolen bij Rustenburg:
Jacob Willemsz.
Bron: "Memorie ofte Lijste van alle de Gemene molenaars van de Heer Huijgenwaart".