Molen Keverdijksche Overscheensche polder, De Eerste Molen / Keverdijksche Molen, Naarden

Naarden, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Keverdijksche Overscheensche polder, De Eerste Molen / Keverdijksche Molen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00816 a
oude dbnr.
V5624
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00816 a Keverdijksche Overscheensche polder, De Eerste Molen / Keverdijksche Molen (Naarden)
deel onderstaande foto

locatie

plaats
Naarden
plaatsaanduiding
bezuiden de Naarder Trekvaart
gemeente
Gooise Meren, Noord-Holland
streek
Het Gooi
kadastrale aanduiding 1811-1832
Naarden F (1) 42 De Keverdijksche Polder
geo positie
X: 137981, Y: 479738
N: 52.30535, O: 5.13767

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Scheprad 5,70 m, 33½ cm
Later gemaal
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
22,85 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1909 kap verwijderd 1931 restant afgebroken
geschiedenis
Tekst van de heer Henk Schaftenaar

Uit de nadagen van de Eerste of Keverdijksche Watermolen

In 1641 werd door het graven van de Muidertrekvaart het veengebied ten westen van de Vesting in twee grote polders verdeeld.
De noordoostelijk van de trekvaart gelegen polder kreeg de naam Binnendijksche-, Overveensche- en Berger Polder.

De zuidwestelijke tegenhanger werd sindsdien de Keverdijksche Overscheensche Polder genoemd.
Langs de trekvaart werd in 1642 voor iedere polder een watermolen gebouwd.

De aan de zuidelijke kade van de trekvaart gelegen molen regelde het waterpeil van de Keverdijkshe Overscheensche Polder en werd de Keverdijksche of Eerste Molen genoemd.

De verder van de Vesting aan het Zandpad (het jaagpad) gelegen Tweede Molen, regelde de afwatering van de Bob-polder” en werd derhalve de Binnendijksche Molen genoemd. Over die molen werd al eerder in De Omroeper geschreven. http://www.stichtingvijverberg.nl

De vroegste vermeldingen van de Keverdijksche Molen komen uit het stadsarchief.
Op 4 april 1737 liet Hendrik Janszoon Veenhuizen een kindje dopen uit de Eerste Watermolen.
In 1806 woonde Jan Beitel op de plek. Hij bezat ook een boerenschuur die vlak bij de molen stond. In 1811 was molenaar Besse van Tweel de eigenaar. Hij verkocht in 1816 de schuur, die als veestal werd gebruikt, aan Lambert Portengen.
Uit een volkstelling van 1829 blijkt dat er opnieuw een wisseling van de wacht had plaatsgevonden: Gijsbert van Hemert staat in dat jaar te boek als molenaar; hij woonde op de Eerste Watermolen.
Een andere bron vermeldt hem ook als eigenaar van de stal.

In het polderarchief wordt pas in 1875 voor het eerst iets vermeld over de Eerste of Keverdijsche Watermolen zelf. Eigenlijk was het windmolentijdperk toen al voorbij. De molen was in dat jaar toe aan belangrijk herstelwerk en het is dan ook niet verwonderlijk dat in maart 1876 een commissie in het leven werd geroepen die, eventueel in combinatie met een naburige polder, vervanging door een stoomgemaal moest onderzoeken.
Ondanks talrijke reparaties aan de nog van vóór de Franse tijd daterende molen, leek uit onderzoek dat de kosten van windenergie toch lager lagen dan bij een door stoom aangedreven scheprad. Drie maanden later viel daarom het besluit de molen aanzienlijk te verbeteren. Repareren bleef echter in de rest van de 19e eeuw een bijna jaarlijks terugkerend verschijnsel. Vaak kon de molen daardoor haar werk niet doen.
In die gevallen kon het polderbestuur een beroep doen op het gemaal van de Zuidpolder ten oosten van Muiden.
Daar was men wel op stoom overgegaan. Tegen een vergoeding pompte deze buur voor twee polders tegelijk.

Bron:De Omroepen, Historisch Tijdschrift voor Naarden, jaargang 18, nr 2

-----

*In 1906 werd een gloeikopmotor geplaatst in de woonkamer van de molen. Naast de molen werd een kleine woning gebouwd.

In 1909 werd de molen onttakeld, aangezien de motor uitstekend voldeed.

In 1931 ging men over op elektrische bemaling en werd het restant gesloopt. Het gemaal bestond uit een draaistroommotor van 17,5 pk met verticale schroefpomp.

Het gemaal werd vanaf 1931 officieel bediend door de in 1911 geboren Jacoba de Bruin, de jongste dochter van de voormalige molenaar Willem de Bruin die in 1930 was overleden.
Samen met haar moeder en haar zuster Wilhelmina (geb. 1908) zette zij naast het machinist zijn ook nog het boerenbedrijf voort.

Informatie van H. v.d. Kaay, 22 november 2007.

aanvullingen

trivia
Molen van de Keverdijksche- Overscheensche polder

Ligging: vanuit Naarden komend over de Amsterdamsestraatweg het witte boerderijtje aan de overkant van de vaart, net voor het viaduct van de A1