Molen Heerlijkheids-windmolen, Horst

Horst, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Heerlijkheids-windmolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00223
oude dbnr.
V1250
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00223 Heerlijkheids-windmolen (Horst)
Foto: n.n.

locatie

plaats
Horst
plaatsaanduiding
op het Molenveld
gemeente
Horst aan de Maas, Limburg
streek
Noord-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Horst A (3) 497 D'Erfg. Franciscus Lotanicus Furstenberg, renteniers
geo positie
X: 200956, Y: 386317
N: 51.46405, O: 6.04853

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
gesloten voet
kap
klokvormige kap met knik
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis

Deze molen stond op "het Molenveld" ten westen van het kasteel op een punt waar drie landwegen samenkwamen. Het was een fraaie gesloten standerdmolen, die geverfd was in de grafelijke kleuren zwart-wit. Evenals de Horster watermolen (Tenbruggencatenummer 03515 d) behoorde hij tot de landgoederen van het kasteel.

In 1918 verkocht Egon, graaf von und zu Westerholt und Gysenberg de molen, die toen deel uitmaakte van zijn ruim 200 bezittingen, aan Leonard of Johannes Leonardus Hafmans die er molenaar was. Hafmans had bij de windmolen een motormaalderij, zodat er weinig met wind werd gemalen.

Na verloop van jaren werd de toestand van de molen gaandeweg slechter. Op het einde van de jaren 1920 had hij nog één roede. In 1937 werd de molen afgebroken; de onderdelen zijn naar een onbekende Belgische molen gegaan.

In 1949 werd het bedrijf overgenomen door de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging Horst G.A. De gemeente Horst kocht in 1961 de maalderij voor afbraak omwille van het realiseren van een uitbreidingsplan.

Bron: De Molens van Limburg van P.W.E.A. van Bussel, 1991. Met dank aan H. van der Kaay.