Molen Roskorenmolen van Angeren, Angeren

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1549

De eerste roskorenmolen werd rond 1495 gebouwd. Na verwoesting volgde zijn opvolger rond 1520.

verdwenen

circa 1849

geschiedenis

De eerste roskorenmolen  werd rond 1495 gebouwd. Na verwoesting volgde zijn opvolger rond 1520.

Er is niet bekend of en wanneer vernieuwingen hebben plaats gevonden en of dat op dezelfde plaats was. Het lijkt vrij zeker dat de roskorenmolen vanaf 1549 tot 1849 lag aan wat anno 2025 de Molenstraat nr.18 is en op de kadastrale kaart van 1832 werd aangeduid als perceel 108 in sectie A of daaromtrent.

 

Otto van der Horst, eigenaar van het omgrachte huis het Roode Wald, liet ergens tussen 1492 en 1500 in Angeren een roskorenmolen bouwen. Deze molen werd door de Kleefsen platgebrand, waarschijnlijk in 1502. Joost van Domseler, schoonzoon en opvolger van Otto van der Horst, liet rond 1520 op dezelfde plaats een roskorenmolen terugbouwen.

In 1549 lagen molen en molenaarshuis aan de Jofferenstraat. Dat is vrijwel zeker de huidige Molenstraat. Molen en molenaarshuis waren toen in gebruik van Uwen Buckynckx en Wendel Verlaer. [6] 

Achtereenvolgens is de roskorenmolen van Angeren in bezit geweest van:

·        Jan Luijtgens/Luijtjens/Luijkens/Luijcken van circa 1648 tot december 1704 als molenaar-eigenaar.

·        Steven van Vinceler van december 1704 tot juni 1717. Steven was rechter en dijkgraaf van Huissen en Malburgen, maar ook grootgrondbezitter. Hij heeft ongetwijfeld de rosmolenhofstede verhuurd.

·        Theodora Agnis van Vinceler (* Huissen 1690), dochter van Steven van Vinceler. Ook zij verhuurde de molen. Zelf woonde ze met haar man op een kasteeltje in het Betuwse Rijswijk.

·        Jan Willemse. Theodora Agnis van Vinceler verkocht op 6 december 1728 de hofstede met de roskorenmolen voor 1300 gulden aan de toen nog vrijgezelle Jan Willemse [7]. Hij was vanaf dat moment molenaar-eigenaar.

·        Jan Willem Willemse. Op enig moment, mogelijk al rond 1756, werd Jan als molenaar-eigenaar opgevolgd door zijn zoon Jan Willem Willemse (1734-1793).

·        Grada Mutter. Na het overlijden van Jan Willem ging de hofstede met de roskorenmolen en andere gronden over naar zijn tweede echtgenote Grada Mutter die hertrouwde met ene Jacobus Freriks.

·        Jan Meijer en Gerritje Geurts(en). Het echtpaar Freriks-Mutter verkocht op 1 november 1797 voor 3460 gulden de rosmolen aan het echtpaar Jan Meijer en Gerritje Geurts(en) [8].

·        Nicolaas Hoogveld en Maria Peters. Het echtpaar Meijer-Geurtsen verkocht het goed  op 1 mei 1800 voor 5500 gulden door aan het echtpaar Nicolaas Hoogveld en Maria Peters. Nicolaas was vanaf dat moment tot zijn overlijden in 1823 de roskorenmolenaar van Angeren. Hij was daarnaast bakker en landbouwer. Dit bedrijf werd na zijn  overlijden voortgezet door zijn weduwe Maria Hoogveld-Peters. Vanaf 1843 zette hun zoon Theodorus Hoogveld het bedrijf van zijn ouders voort. Hij liet in 1849 de windkorenmolen van Angeren bouwen. De roskorenmolen bleef nog jarenlang naast de windkorenmolen in bedrijf.

[6] Robert Melchers. “De rosmolen van de Middeleeuwen tot 1849”, Angers Verleden, jaargang 5, nummer 1.
[7] Akte d.d. 06-12-1728, ORA Overbetuwe, schoutambt Bemmel, GldA toegangsnummer 0193, inventarisnummer 318, folio 21v-22r.
[8] Akte d.d. 01-11-1797, ORA Overbetuwe, schoutambt Bemmel, GldA toegangsnummer 0193, inventarisnummer 393, folio 43r – 44r.

Informatie en onderzoek door Eef Hofs, 07-04-2025