- naam
- De Groenmolen /Sprangmolen
- modeltype
- Ronde molen, stellingmolen
- functie
- korenmolen, oliemolen, moutmolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 03503 a
- oude dbnr.
- V905
- Meest recente aanpassing
- | Foto
Molen De Groenmolen /Sprangmolen, Delft
Delft, Zuid-Holland
v
locatie
- plaats
-
Delft
- plaatsaanduiding
- Westvest/ZuidwalKethelstraat bij de Zuidwal, vroeger Westvest bij Kethelpoort
- gemeente
- Delft, Zuid-Holland
- streek
- Delft
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Delft E (1) 626 Hendrik van Berkel
- geo positie
-
X: 84448, Y: 446858N: 52.00561, O: 4.35968
constructie
- modeltype
- Ronde molen, stellingmolen
- krachtbron
- wind
- functie
- romp
- ronde stenen molen
- kap
- met dakleer bekleed
- versieringen
De gevelsteen (1733-6-1) van de Groenmolen in Delft bevindt zich
tegenwoordig op één van de zolders van molen De Roos in Delft.
Voorheen lag de steen in de tuin van de Prinsenhof."Anno 1733-6-1
Is deese Groene Meulen gestigt
door Eduart van Herwyne
en Mephiboseth van de Woestyne"
- plaats bediening
- stellingmolen
- bediening kruiwerk
- buitenkruier
- plaats kruiwerk
- bovenkruier
- overbrenging
"dubbelwerk, als 12 stampers, 2 naslagen, 1 voorslag,
paar kantstenen, Engelsche walsen,
oliereservoirs voor 170 H.L., 3 koppel maalstenen etc."
- over de as
04-01-1922: molenas gebroken
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
- verdwenen
-
1923 onttakeld 1928 gesloopt
- voorganger
- geschiedenis
-
1561: In 1561 voor het eerst genoemd als houten molen hoewel al rond 1350 in deze buurt een molen heeft gestaan. De voorganger van de laatste molen was waarschijnlijk een achtkante stellingmolen.
1727: In 1727 komt Mephiboseth van de Woestijne uit Rijswijk naar Delft. In zijn huwelijkse voorwaarden wordt hij beschreven als "molenaar tot Delft" (notariele akte, notaris Pieter Bakker,1733, Haags Gemeentearchief). In zijn testament is hij molenaar op de Groene Molen (notariele akte, notaris Cornelis de Man, 1734, Stadsarchief Delft). Rond die tijd is de bevolking van Delft afgenomen, de vraag naar meel is gedaald en daarmee het inkomen van de molenaars. Daarom doet een groep Delftse molenaars een bod op molen "De Uijl" (notariele akte, notaris François de Bas, 1736, Stadsarchief Delft). Het betreft Leendert van der Pluijm en Jan van der Minne, eigenaars van de slikmolen, Jeremias Kouwenhoven en Nicolaas Kouwenhoven, eigenaars van de Roosmolen, en Mephiboseth van de Woestijne en Eduard van Herwijnen, eigenaars van de Groene molen. Zij verzoeken de burgemeesteren om toestemming om de molen "De Uijl" af te breken of de molen ongeschikt te maken tot het malen van meel. Iedere molenaar biedt aan voor 1/6 van de kosten te dragen.
In 1737 wordt dezelfde procedure gevolgd voor de aankoop van de Oostmolen. Na het overlijden van zijn vrouw in 1741, hertrouwt Mephiboseth in 1746 en verhuist naar Schipluiden.
In 1754 keert hij met zijn vrouw en zes kinderen terug naar Delft. Uit doopakten van kinderen geboren tussen 1755 en 1765 blijkt dat hij weer op de Groene Molen woonde. Hij overlijdt op 16 september 1754 te Delft. Mede-eigenaar Eduard van Herwijnen werkt tussen 1735 en 1747 op de Groene Molen bij de Groene Vest (blijkens doopakten van zijn kinderen, Stadsarchief Delft). Na de geboorte van hun zesde kind in 1748 overlijdt zijn vrouw. Hij woont bij de Oostpoort aan de Oostmolen. Hij overlijdt op 3 oktober 1750 onder de Oostvest bij de Oostmolen. Het is waarschijnlijk dat de Oostmolen opgekocht was om gesloopt te worden, maar dat de molenaarswoning nog steeds in gebruik bleef. Op 29 juli 1748 wordt Dirk van der Star, molenaarsknegt, toegelaten in Delft. Hij woont in de Ketelstraat (de locatie van de Groene Molen). Tussen 1749 en 1751 werkt hij samen met Eduard van der Walsem op de Groene Molen (verpondingsregister, no 3496, Delft, 1749-1751).
1752: Rond 1752 vertrekt Eduard naar Stompwijk waar hij de molen 't Hert koopt.
In 1789 is Dirk van der Star keurmeester van koorn en meel in de stad Delft (akte van insinuatie, Stadsarchief Delft).
21-06-1762: Op 21 juni 1762 arriveren Anthonij Gremij, Elisabeth Hoes en Adriaan Hoes in Delft. Zij komen uit Rotterdam. Elisabeth Hoes is de vrouw van Anthonij Gremij. Adriaan Hoes is een neef van Elisabeth, de zoon van Jan Hoes en Maria Hogendorp. In 1764 wordt Anthonij Gremij begraven in Delft. Hij woonde in de Ketelstraat, de locatie van de Groene Molen. Maria Hogendorp, weduwe van Jan Hoes, overlijdt op de Groene Molen in 1767. Elisabeth Hoes, weduwe van Anthonij Gremie, en Adrianus Hoes, eijgenaar van de koornmolen genaamt de Groene moolen, staande bij de Kethelpoort, verzoeken de burgemeesteren van Delft om toestemming iepenbomen op het plein voor de molen in te korten (rekest, 26 september 1769, Stadsarchief Delft).
1781: In 1781 arriveren Cornelis van Boheemen en Diewertje Post in Delft, komende van Zoeterwoude, waar Cornelis op de zaagmolen aan de Miening of Noordbuurt had gewerkt. Cornelis van Bohemen vraagt in 1781 om vergunning een raamopening te mogen maken in de Groenmolen aan de Ketelstraat. Hij overlijdt in 1782. Zijn vrouw hertrouwt in 1783 met Heijnrijk van Rhijn uit Wateringen. Op 5 januari 1795 geeft Hendrik van Rhijn, wonende op de Groenmolen, een machtiging aan Pieter Keerwolf om hem te vertegenwoordigen (notariele akte, notaris Gijsbertus van Hasselt). Hendrik van Rhijn overlijdt te Delft in 1808. Johannes Baggerman, de zoon van Hendrik Baggerman, de molenaar op de slikmolen in Delft, maakt in 1787 met zijn vrouw een testament op (notarieel archief, notaris Alexander Zwaanhals, Stadsarchief Delft). Tussen 1793 en 1794 wonen zij op de Groene Molen.
10-07-1794: Op 10 juli 1794 verkoopt Quirijn van Dijk zijn helft van de molen de Papegaay aan de Buitenwatersloot te Delft. De molen wordt openlijk geveild op donderdag den 3e Julij 1794 in de herberg "De vergulde Zon" en verkocht aan Johannes Baggerman voor 9100 gulden: Hendrik Baggerman (zijn vader) staat borg (notariele akte Delft, notaris Gijsbertus van Hasselt).
1795: In 1795 verhuurt Johannes Baggerman zijn helft van de stenen windkorenmolen genaamd de Groene Molen aan Francois Swarttouw. De andere helft van de molen is eigendom van Hendrik van Rhijn. De huurprijs is 516 gulden per jaar voor een periode van vijf jaren, beginnende vanaf 1 september 1795. (notariele akte, Delft; notaris Abram Petersen). N.B. Francois Swarttouw is de zwager van Johannes Baggerman, getrouwd met Jannetje Baggerman, de zus van Johannes Baggerman.
27-05-1797: Rotterdamse courant,
Op den 1 Juny 1797 , des voormiddags ten elfuren, zal men, binnen Delft, in de Herbergde Vergulde Zon , veilen en, op den 8 dito, ter zelver plaats en ure, finaal verkoopen , de nagemelde Percelen, als:
No. 1. De HELFT ia een Steene KOORN-WINDMOLEN, genaamd DE GROENE MOLEN, met het Aandeel in alle de losse Goederen en Gereedschappen ; mitsgaders HUIZINGE, PAARDENSTALLINGE en ERVE, tot de voorschreve Helfte behoorende; staande de gemelde Molen op Stads Veste, by de Ketelpoort, der Stad Delft.
No. 2. De HELFT in een Steene KOORN- en MOUT-WINDMOLEN, genaamd DE PAPEGAAY; alsmede met het Aandeel in alle de losse Goederen en Gereedschappen; mitsgaders de HUIZINGE, TUlN en ERVE, tot de voorsz- Helfte behoorende; staande dezelve Molen aan de Zuidzyde van de Buiten-Watersloot, onder de Poorterye der Stad Delft.02-06-1797: Leydse Courant
Op den 8 Juny 1797, 's voormiddags ten elf uuren; zal men binnen Delft in de Herberg de Vergulde Zon,'finaal verkoopen de nagemelde Perceelen , als:
No. 1. De helft in een Steene KOORN- WIND -MOLEN, genaamd DE GROENE MOLEN met het Aandeel in alle de losse Goederen en Gereedschappen,' mitsgaders Huyzinge, Paarden -Stallinge en Erve, tot voorsz. Helfte behoorende, staande de gem. Molen op Stads Veste by de KetelPoort der Stad Delft;
No.2. De Helfte in een Steene KOORN- en MOUT-WIND-MOLEN, genaamd DE PAPEGAAY, als mede met het Aantal in alle de losse Goederen en Gereedschappen, mitsgaders de Huyzinge, Tuyn en Erve, tot de voorsz. Helfte behoorende, staande dezelve Molen aan de "Zuidzyde van de Buiten Watersloot, onder de Poorterye der Stad Delft;
No, 3. Een HUYS en Erve; staande en geleegen aan de Noordzyde van de Ketel Straat binnen gemelde Stad; zynde de opgemelde Perceelen inmiddels uit de hand te Koop en te bevragen ten Comptoire van G. Hasselt, Notaris en Procureur te Delft voornoemt.
01-11-1801: Jeremias Kouwenhoven, de zoon van Cornelis Kouwenhoven, molenaar op "de Vier Winden" in Monster, verkocht deze molen aan zijn zwager Huibert Burgersdijk in november 1801 voor 8000 gulden (Rechterlijk archief Monster, Transporten van onroerende goederen).
02-02-1802: Op 22 december 1801 verkoopt Johannes Baggerman, wonende op de Groenmolen, zijn helft van molen, huis en erf aan Jeremias Kouwenhoven voor de prijs van dertien duizend gulden. De overdracht vind plaats op 2 februari 1802 (notariele akte Delft, notaris Gijsbertus van Hasselt.
1807: In 1807 kocht Jeremias Kouwenhoven een stenen korenwindmolen even buiten Bleiswijk van Adrianus Gagesteijn voor de som van 18200 gulden. Dit betreft hoogstwaarschijnlijk de korenmolen "De Haas". Adrianus Gagesteijn was getrouwd met Maria van der Tak, de weduwe van Elias de Heer. Haar zoon Hendrik woonde in 1810 op de Groene Molen (volgens trouwakte, Stadsarchief Delft).
1807: De molen heette oorspronkelijk Sprang- of Sprankmolen en werd later Groenmolen genoemd naar de fam. Groen die de molen lang in bezit had.
In 1807 verkocht met als voorwaarde verder alleen als moutmolen te mogen malen. Vervolgens diende de molen ook nog als oliemolen en tenslotte weer als korenmolen.1810-1818: In 1810 en 1818 worden Adrianus Gagesteijn en Maria van der Tak vervolgd door het echtpaar Simon van der Velde en Dievertje Rip voor een uitstaande schuld van 8500 gulden.
1817: In 1817 wordt Hendrik van Berkel eigenaar van de windkoornmolen genaamd de Groene Molen. Hij kom uit een rijk Delfts geslacht met belangen in brouwerijen, distileerderijen en huizenbezit. Hij is wethouder in Delft tussen 1824 en 1835 en wordt later burgemeester van Delft.
1898: Krantenartikel:
Volgens een advertentie in De Molenaar van 23 november 1898 bevatte de oliemolen een "dubbelwerk, als 12 stampers, 2 naslagen, 1 voorslag, paar kantsteene en Engelsche walsen, oliereservoirs voor 170 H.L., 3 koppel maalsteenen etc."
(letterlijk overgenomen inclusief zetfouten)
Informatie van Erik Stoop, 2 januari 20062/3-01-1922: In de nacht van 2 op 3 januari 1922 liep de molen stormschade op, verdere onttakeling vond plaats in 1923. Tussen 1922/23-1924 belvedére of uitkijktoren.
04-01-1922: Delftsche courant
De Groene Molen". Naar we vernamen zal ,,de Groene Molen" aan de Zuid wal, de tengevolge van de rukwinden gisterernmorgen zijn wieken verloor, Waarschijnlijk niet meer hersteld worden. De molen zal zonder wieken blijven en de eigenaar heeft plan. er een electrische maalinrichting in te vestigen. Het besluit om geen wieken meer aan den molen te bevestigen is zeker te betreuren. Het is een van de weinige korenmolens, die in en om Delft nog bestaan, en juist de plaatsing van ,,de Groene Molen" op een oud stuk stadswal maakt hem tot een uniek verschijnsel in het Delftsche stadsaspect. Misschien dat de verfraaiïngsvereeniging „Delfia", die zooveel voor behoud van het stedeschoon voelt, zich met deze zaak inlaat. We hoorden ook dat de molenaar geen bezwaar zou maken tegen herplaatsing van de wieken op kosten Van schoonheidsliefhebbers. Het ligt dan niet meer in zijn bedoeling om met die wieken te malen.
04-01-1922: Provinciale NH Courant; p. 2/4:
Molenas gebroken. Gisteren brak een as van den korenmolen van den heer Visser in de Ketelstraat te Delft. De wieken zijn op een paar huizen beneden terecht gekomen, gelukkig zonder ongelukken te veroorzaken
04-01-1922: De Maasbode
Molenas gebroken Gisteren is te Delft, ten gevolge van een rukwind de as van den molen van den heer Visser gebroken en met de wieken in de Kethelstraat terecht gekomen. Gelukkig werd niemand verwond.1928: De molen werd gesloopt in 1928.
Later stond op deze plaats van de molen op de Hooikade nog een oude boom, waarvan nu niets meer terug te vinden is.
De familie De Vreede verhuisde na de afbraak naar de nog bestaande korenmolen De Roos.Informatie grotendeels van Anton Bom, 23-02-2024
-
aanvullingen
- trivia
Maartije Wouters van der Beukel (dochter van Wouter Arentsz en kleindochter van Arien Dirckzn de rietdekker) was de eerste vrouw van Mephiboseth van de Woestijne, molenaar van de Groene Molen in Delft.
Maartije's oom Jan Arentsz (de broer van Wouter Arentsz) had een zoon Claes Janszn van den Beukel (haar neef dus). Deze Claes van den Beukel verkoopt op 27 mei 1757 aan Arent Centen Doorduyn een huis en korenmolen te 's-Gravenzande voor 540 gulden.
Henk van den Beukel, 2 november 2007
Hendrik van Rhyn (1751-1808) trouwde in 1783 met de wed, van de molenaar Cornelis van Boheemen te Delft. De wed, was voor de helft eigenaresse van de Groenmolen te Delft.
NB. bij dbnr 2509 staat het schilderij van Antonie van Waldorp uit 1836. Dit schilderij, te vinden in het Dordrechts Museum, wordt daar beschreven als zijnde de Groenmolen, maar dit is dus niet juist.
foto's
- foto's
-
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen