Deze molen is gebouwd in 1640, ter vervanging van een wipmolen die in 1632 nieuw was gebouwd of van een andere plek in de polder kwam, maar - vermoedelijk door storm - deels moet zijn verwoest. De polder zelf was al in 1570 gesticht.
Op 3 september 1945 brak een dijk bij de polder door, waardoor de gehele Voorofsche polder onder water kwam te staan. Oorzaak is vermoedelijk de hoge boezemstand geweest in combinatie met de als gevolg van de oorlog niet goed onderhouden dijk.
In 1953 onderging de molen flink herstel, zeker voor die tijd: een nieuwe binnenroede mét fokwieken. Evenwel tonen foto's van iets later dat die fokken dichtgetimmerd zijn. Gezien het feit, dat ir. Fauël, de uitvinder van de fokwiek, bij dit alles betrokken was is dat merkwaardig te noemen, want waarom waren in dat geval die fokken niet open?
Lang heeft de molen hier niet van geprofiteerd: in 1956 kwam de windkracht buiten gebruik. Eenmaal stilstaand raakte de toestand snel achterop.
Nadat de Rijnlandse molenstichting in 1961 eigenaar was geworden, volgde er in 1966/'67 een flinke restauratie.
Het voortdurende dalen van het peil van de Voorofsche polder heeft deze molen danig parten gespeeld: het scheprad had al in de jaren '80 vrijwel geen tasting meer, bovendien was het afschot van dat rad veel te vlak om nog water op te kunnen voeren. Na wat kunstgrepen is het evenwel mogelijk om toch water op te voeren en uit te malen.
In 1994 kreeg de molen een nieuwe buitenroede en de toren nieuw riet.
In het late voorjaar van 2016 werd de molen opgeknapt en stond daartoe enige tijd in de steigers: voornaamste doel is het weer waterdicht maken van het bovenhuis.
Datzelfde jaar heeft men, vanwege de matige staat van de waterlopen, besloten het scheprad uit het werk te zetten. De molen draaide nog wel zeer geregeld maar malen was tijdelijk dus niet verantwoord.
Eind 2018 kon de molen weer malen: molenmakerij Verbij heeft de waterlopen grondig hersteld en daarbij keerde ook de vroegere houten sprenkelstraat terug. Verder is het bovenwiel afgedraaid en voorzien van een nieuwe voering. Om het verblijf voor de molenaars wat comfortabeler te maken is in de ondertoren een klein stookhok geplaatst.
Opmerkelijk is de bovenas, duidelijk te groot voor deze molen en daarom zo goed als zeker tweedehands. Om de roeden enigszins in het midden van de ashuizen te plaatsen zijn extra vulhouten aangebracht.