De huidige molen is gebouwd in 1841 nadat een voorganger in de nacht van 8 op 9 mei dat jaar was afgebrand.
De nieuwe molen kreeg een scheprad naar de ideeën van Jan Blanken Jansz., vaak "het vereenvoudigd stelsel" genoemd. Hier bestond dat uit een ijzeren tandkrans, rechtstreeks op het scheprad aangebracht en aangedreven door een eveneens ijzeren bonkelaar.
Het bleek volstrekt geen succes en na 10 jaar tobben heeft men de molen omgebouwd naar een 'normale' schepradmolen. Dit voldeet wel, al bleven er problemen met het metselwerk boven de (toen gedempte) waterloop van het 'vereenvoudigde' scheprad. Dit laatste zou pas in 1987(!) definitief worden opgelost.
Tot 1962 is de molen voor het regelen van de waterhuishouding gebruikt. Zeer lang, van 1915 tot 1960, was Dirk Blom hier de molenaar.
In 1963 kwam de molen in bezit van de Stichting De Utrechtse Molens.
In de jaren 1985/1986 onderging de molen een ingrijpende restauratie. Tevens werd de molen opgevijzeld en rechtgezet. Tot die grote restauratie had de molen een vangstok i.p.v. een evenaar; deze laatste constructie bleek evenwel de originele en is toen ook weer aangebracht.
Was de molen daarmee constructief gezien weer helemaal in orde, waterstaatkundig moest er nog iets noodzakelijks worden verricht. Bemaling van deze (gezamenlijk) 1150 ha. grote polder werd na ca. 1965 een steeds groter probleem door de peilverlaging, gecombineerd met de inklinking van de veengrond. Hierdoor was de tasting van het scheprad sterk verminderd: rond 1980 bedroeg die nog maar 20 cm.
In 2011 was het zover: men heeft toen de wateras 32 cm. laten zakken en de diameter van het scheprad met 46 cm. vergroot. Tegelijk werden de bladen versmald van 52 naar 33 cm. terwijl ook het afschot werd aangepast. Na deze ingreep bedroeg de tasting ongeveer 70 cm. Zo was deze molen na tientallen jaren van tobben weer echt voor zijn taak als poldermolen berekend.
Eind 2021 heeft men deze molen, net als vele andere van de SDUM, preventief stilgezet: onderzoek naar de kwaliteit van de roeden bij enige andere molens had problemen aangetoond.
Inmiddels is duidelijk dat deze molen meer nodig heeft dan alleen vervanging van de roeden: de bovenzetel is ernstig aangetast door de bonte knaagkever en ook de trap dient vrijwel geheel te worden vernieuwd. Er is al behoorlijk wat geld verzameld maar dat is nog niet voldoende.
Opmerkelijk is de zeer oude Fyenoord-bovenas uit 1841, nog zonder waterhol.