Het bouwjaar van de molen werd altijd gehouden op 1675, maar volgens de laatste inzichten moet dat ruim 20 jaar naar beneden: er is een document uit 1653 dat het bestaan van deze molen noemt. Of gaat het dan om een voorganger? De mededeling dat deze molen in 1675 een geheel nieuwe ondertoren kreeg is op zijn minst opmerkelijk: dat werk moet veel teweeg hebben gebracht om het bovenhuis te kunnen ondersteunen.
Dat bovenhuis is dan, volgens het Nieuw Utrechts Molenboek (1991) in 1726 vernieuwd nadat eerder de koker was gebroken.
De molen bemaalde tot 1960 het 341 ha. grote waterschap Kockengen. De polders Spengen, Kockengen en Teckop werden in 1962 gecombineerd tot één waterstaatkundige eenheid en sindsdien door een elektrisch gemaal droog gehouden. De molen diende daarbij nog wel officieel als reservegemaal. Laatste beroepsmolenaar hier was P. Brandhorst. In 1963 kwam de molen in bezit van de Stichting De Utrechtse Molens.
In 1983 werd een flinke restauratie uitgevoerd. In 1987 werd de uitgebroken woning zoveel mogelijk naar de oude staat gereconstrueerd.
Vanaf 2010 stond er nogal wat op het programma: door vergroting en versmalling van het scheprad wilde men de molen aanpassen aan het sinds 1962 sterk verlaagde polderpeil. Dat hield in dat fundering, wielbak en waterlopen geheel moesten worden herzien en verdiept en ook de koningspil verlengd. Uiteindelijk is de wateras 60 cm. lager komen te liggen; de grootte van het scheprad bleef gehandhaafd, maar wel sterk versmald: van 51 naar 30 cm. De bedoeling was, een tasting te bereiken van ca. 90 cm.
In augustus 2011 werden beide Potroeden gestreken om te worden gerepareerd, eind mei 2012 heeft men deze weer gestoken.
Intussen werd de molen rechtgezet, de veldmuren hersteld en de ondertoren geheel met nieuw riet gedekt. De molenwerf is bij deze gelegenheid grotendeels opnieuw aangelegd.
In 2017 moest men de molen stilzetten omdat de windpeluw op enige plaatsen sterk ingerot bleek. Begin 2018 was dit belangrijke onderdeel vervangen.
In de zomer van 2019 leek het onderwiel toe aan algehele vernieuwing, maar uiteindelijk heeft men dit wiel toch, met gebruik van zoveel mogelijk bestaand materiaal, kunnen restaureren.
Eind november 2020 ontstonden er problemen toen de bovenas naar achteren schoof, dit omdat pen- en wolfsbalk de druk letterlijk niet meer aankonden. In december was dit probleem in zoverre verholpen dat de molen, nadat de bovenas enkele centimeters naar voren was gebracht, weer kon draaien. Er moet evenwel nog meer gebeuren: de staven van het onderschijfloop dienen te worden vervangen. Ook loopt de koningspil als het bovenhuis in bepaalde richtingen gekruid staat, aan.