Deze molen is in 1882 gebouwd door Ritzen, molenmaker te Diever. De kleine lage stellingmolen kwam in de plaats van een verbrande grondzeiler. Eigenaar was toen W. Marissen.
Bij deze herbouw zijn achtkant en delen van het gaandewerk van een poldermolen bij Eesterga (Fr.) gebruikt. Het vroegere vijzelwiel maakt thans deel uit van het luiwerk; verzaagde molenroeden en de vijzelbalk zijn thans legeringsbalk en de wervel doet nog steeds dienst als donsbalk voor de koningspil. Ook heeft dit achtkant oorspronkelijk maar één deur gehad, niet ongebruikelijk op kleinere Friese molens. Het bouwjaar van deze molen is nog niet bekend, maar waarschijnlijk is dat, gezien een inscriptie, 1823 of eerder geweest.
Tot 1938 maalde J. Jansen op windkracht. Daarna werd uitsluitend gebruik gemaakt van een ruwoliemotor. De volgende eigenaar, Uiterwijk Winkel, gebruikte de molen slechts voor opslagdoeleinden.
Op 22 december 1942 kwam de stelling (letterlijk) te vervallen, toen zij in haar geheel naar beneden kwam. Uiteraard was de molen daarna niet meer maalvaardig en volgde ernstig verval.
In oktober 1955 kreeg molenmaker Huberts uit Coevorden opdracht tot herstel, maar helaas was er te weinig geld beschikbaar: de molen kreeg een nieuwe stelling, spruiten en schoren en riet op romp en kap. Sluitpost bleek het gevlucht(!): deze kleine molen kreeg een ingekorte (en dus te zware) ijzeren binnenroede en een te lichte (en ook te korte) houten buitenroede. De fokken op de binnenroede kwamen langer uit dan de ophekking en aldus stond de molen vervolgens min of meer voor gek. Meer zat er echter, gezien het minimale karakter van die restauratie, niet in. Wél organiseerde Uiterwijk Winkel nog een heuse officiële ingebruikname: deze vond plaats op 19 juni 1956.
Het geheel nodigde ook allerminst uit tot malen op windkracht, want dat is na 1956 voor zover bekend niet gebeurd: men gebruikte alleen de motor. Dit duurde tot 1965: toen was het afgelopen. Niet verwonderlijk was er snel weer sprake van verval.
In 1979 volgde aankoop door de toenmalige gemeente Diever. Na een ditmaal wél zeer uitvoerige herstelbeurt (1979/'80) door molenmaker Medendorp, werd de molen als ambachtelijke molen in bedrijf genomen.
Hoewel de intensiteit na ruim 40 jaar duidelijk minder is geworden, is de molen ook nog geregeld in gebruik 'voor de bakker'. Zo heeft men in 2022 een extra centrifugaalbuil toegevoegd, om aan de groeiende vraag naar speltbloem te kunnen voldoen (voorheen deed men dit met een handbuiltje). Die nieuwe buil is door de molenaar zelf gemaakt.