Molen De Lage Hoek
1718 MB Hoogwoud
N 52.700451 O 4.900178
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Toon deze molen in Google Streetview
Zeer groot
Op Nationale Molen- en Gemalendag en de Open Monumentendag
Zeer groot
Op Nationale Molen- en Gemalendag en de Open Monumentendag
Grenen achtkant, gedekt met riet, op lage voet. De onderste ca. 2 meter gedekt met geverfde rabatdelen.
Gedekt met riet
Van 1934 tot 1961 had deze molen op beide roeden het systeem Dekker. Daarna is dit weer gewijzigd in Oud-Hollands.
|
Houten vijzel Ø 1,90 m. met licht en zwaar werk.
Woning in de molen.
Bovenwiel 59 kammen
Bovenschijfloop 27 staven, steek 15,0 cm.
Onderbonkelaar 24 / 36 kammen
Vijzelwiel 38 kammen, steek 15,0 cm.
Overbrengingsverhoudingen 1 : 1,38 (licht werk) en 1 : 2,07 (zwaar werk)
Eenvoudige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met de opschriften
20-6 AN NO 1891
De Vier Winden
In het bovenwiel staat ingesneden:
"1891 20-6 D.KRILLER. MR. TIMMERMAN O.NIEDORP W.KRILLER".
Oorspronkelijk maakte het gebied van de Lagehoek deel uit van het Waterschap De Vier Noorder Koggen. In de eerste helft van de16de eeuw scheidden de landen van de Binnenpolder met die van de Lagehoek zich van de overige landen van de Vier Noorder Koggen af en werden bij uitspraak van de commissarissen van het Hof van Holland op 22 september 1541 tot een afzonderlijke polder gemaakt.
Achtendertig jaar later heeft de Lagehoek zich als lager deel weer van de Binnenpolder afgescheiden en zich verzekerd van een uitmaling op de Langereis, die deel uitmaakte van de Geestmerambachtsboezem. Hiertoe werd in 1578 een overeenkomst gesloten tussen Geestmerambacht en die van de lange landen van Hoogwoud van den Hoeck, waarin het onderhoud der kadijken, het zetten van een molen en andere verplichtingen tegenover het ambacht werden geregeld.
Op een van 1603 daterende kaart staat op de plaats van de huidige molen een binnenkruier getekend.
Op 16 oktober 1890 brandde de vóór 1863 vervijzelde molen door blikseminslag af. In het daaropvolgende jaar werd de huidige molen gebouwd door de molenmakers Kriller uit Oude Niedorp.
In 1934 is deze molen, als eerste poldermolen in Noord-Holland, uitgerust met Dekkerwieken. In 1942 werd de bemaling overgenomen door een naast de molen gebouwd elektrisch vijzelgemaal. De windkracht achtte men kennelijk niet meer nodig, hoewel: aan het eind van de Tweede Wereldoorlog is de molen nog even in bedrijf geweest.
In 1947 is een kleine restauratie uitgevoerd, waarna nog weer enige tijd op windkracht is gemalen.
Op 3 december 1960 sloeg deze de molen tijdens een storm op hol en kon afbranden ternauwernood worden voorkomen. Eén van de polderbestuurders moet toen hebben gezegd: "Het kreng zal 't ons toch niet aandoen te blijven staan!"
Het 'kreng' bleef staan en in 1961 verving men het Dekkersysteem door Oud-Hollandse ophekking.
Bij een restauratie in 1972/73 is de vijzel verlengd. Ook is toen de achterwaterloop verdiept, ten einde de molen in de toekomst, indien nodig, op een verlaagd peil te kunnen laten malen. 30 jaar later is dit nog een keer gebeurd.
Deze molen is, in weerwil van wat er allemaal in de 20ste eeuw gebeurde, nog steeds maalvaardig en ook regelmatig voor de polderbemaling in bedrijf.
De molen wordt vernoemd naar de polder die hij kan bemalen.
De naam 'De Vier Winden' werd rond 1960 gegeven door de toenmalige bewoner maar wordt door de huidige eigenaar sinds 2009 niet meer erkend.
Tekst | | Stuur ons uw teksten over de motor in deze molen (indien van toepassing) |
Foto's |