Tussen 1868 en 1875 was de molen eigendom van A. Mulders en C. Gijsbers. Daarna kwam de molen in bezit van de familie T(h)euwens. Achtereenvolgens waren de eigenaren van deze molen in deze familie:
- P. Teuwens (1875 - 1908)
- F. Theuwens (1908 - 1913)
- A. Teuwens (1913 - 1915)
- Grard Kuylaars (1915 - 1922)
- N. Buenen (1922 - 1952)
- G. Broeren (1952 - 1953)
- H. Derks (1953 - 1959).
- Coöp. Handelsvereniging van de N.C.B. (C.A.V.) te Veghel (1959 - 1963)
- Gemeente Luyksgestel (1963 - 1997)
- Gemeente Bergeijk (1997 - heden)
Toen de C.A.V. te Veghel eigenaar was, was Cor in 't Veld huurder. Deze was van 1931 tot 1970 vooral op de Zwarte Molen (later 'De Grenswachter' genoemd) actief, maalde op 'De Deen' beroepsmatig van 1970 tot 1980 en daarna nog lang op vrijwillige basis. Hij overleed op 30 december 2008 op 91-jarige leeftijd.
Constructietechnisch is dit een bijzonder interessante molen: dit was oorspronkelijk een grondzeiler, uitgevoerd als zetelkruier, de vlucht was indertijd 25,60 m. Omstreeks 1914 is de molen verbouwd, lees: verkleind tot bergmolen met Engels kruiwerk, waarbij hij zijn huidige gedaante (met de duidelijk kortere vlucht van 23.00 meter) kreeg. De molen had zeer grote overeenkomst met de (in 1845 gebouwde) molen aan de Koningstraat in Lommel (B).
Lang geleden was naast een maalwerk ook een oliewerk aanwezig.
Twee keer in zijn bestaan werd deze molen door storm zwaar beschadigd: de eerste keer bij de beruchte storm van 14 november 1940 (tezamen met de eerder genoemde molen van Lommel). Bij herstel in 1941 werden as en roeden van korenmolen De Hoop in Giessendam gebruikt. Ook kreeg de molen een ijzeren lange spruit en staartbalk (in beide gevallen oude molenroeden) en een eiken korte spruit. Windpeluw en voeghouten werden afgedekt tegen inregenen, de kapbekleding vernieuwd in Icopal en de roeden kregen het stroomlijnsysteem Van Bussel. Tot slot werd, bijna onvermijdelijk, de stenen romp geheel gewit. Men moest immers kunnen zien dat er met deze molen wat gebeurd was! Op 3 januari 1942 werd de geheel herstelde en gemoderniseerde molen in gebruik genomen.
Op 18 november 1963 ging het wederom mis, nu door een windhoos. De molen raakte zwaar beschadigd: het wiekenkruis tolde van de molen, toen de as het begaf. De kap schoof daarbij deels van de romp.
Na dit onheil werd de molen gemeentelijk eigendom; in 1968 volgde herstel. Zo werd de as van de stenen molen van Haaren (NB) gestoken; de roeden konden worden hersteld. Het bovenwiel dat na de ramp van 1963 werd geplaatst, moet, te oordelen aan de grenen kruisarmen, van Noord-Nederlandse herkomst zijn. Het idee dat dit wiel afkomstig was van de molen van Sint-Jansklooster (Ov.) bleek niet juist: de steek klopt niet met die van de daar nog aanwezige bonkelaar.
Anno 2008 was de situatie slecht: de molen stond toen al geruime tijd stil met doorslaand muurwerk; ook had de molen te kampen met ongedierte als boktor en bonte knaagkever.
Op 25 november 2009 werd, met het strijken van de roeden, begonnen met een hoogst noodzakelijke restauratie. Aan de stenen romp moest veel werk worden verricht. In juli 2010 werden nieuwe roeden gestoken en de herstelde staart geheel zwart geteerd. De baard werd volgens oud model gereconstrueerd. Maart 2011 was de molen weer maalvaardig.
Opmerkelijk: staartbalk en lange spruit bestaan nog altijd uit oude ijzeren molenroeden. Vroeger, zeker in Brabant en Limburg veel te zien, maar onderhand zeldzaam geworden. Hier konden zij na reparatie gehandhaafd blijven.