Molen van Verbeek, Sint Odiliënberg

Sint Odiliënberg, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
Molen van Verbeek
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Molenweg 14 A
6077 BC Sint Odiliënberg
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van Molen van Verbeek via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
02788
oude dbnr.
B464
Meest recente aanpassing
| Bezoekmogelijkheid
media-bestand
Molen 02788 Molen van Verbeek (Sint Odiliënberg)
Hans Mauer (2-6-2016)

locatie

plaats
Sint Odiliënberg
plaatsaanduiding
gemeente
Roerdalen, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Sint Odilienberg, sectie C, nr. 2487
geo positie
X: 198077, Y: 350659
N: 51.14377, O: 6.00277
biotoopwaarde
3 (matig)
landschappelijke waarde
Het dorp St. Odiliënberg heeft zich in de loop der jaren flink uitgebreid. De nieuwe woonwijk achter de molen werd in laagbouw uitgevoerd, zodat de windbelemmering binnen zekere grenzen bleef. De molen past daarom nog steeds mooi in het dorpsbeeld.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Molenweg 14 A
6077 BC Sint Odiliënberg
molenaar
Pierre Konings /  John Beckers / Michel van der Beek
telefoon
06-21578828 / 06-18350329 / 06-20574608
website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

1e en 3e zaterdag van de maand 13:00 - 16:00 uur, als de molen draait of op afspraak (via mailadres).

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
ja
informatie voor scholen

Op afspraak via mailadres. 

bijzonderheden

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
Ronde stenen molen
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Eén koppel 17der kunststenen op windkracht; één koppel 16der kunststenen op motorkracht, sleepluiwerk, elektrisch luiwerk; elevator.

versieringen

Eenvoudige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met het opschrift 'Molen van Verbeek'

plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Engels. Kruilier.
vlucht
25,40 m.
vang
Vlaamse vang; 4 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangtrommel. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 71 kammen
Bovenschijfloop 34 staven
Spoorwiel 79 kammen
Steenschijfloop 25 staven
Overbrengingsverhouding 1 : 6,60

hoogte
van de belt: 3,50 m.
wiekvorm
Systeem van Bussel met Oud-Hollandse eindborden op beide roeden
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Derckx ✉︎ 711 buiten 1992 1992 buiten aanw. 25,40
Derckx ✉︎ 712 binnen 1992 1992 binnen aanw. 25,40
Pot ✉︎ ? binnen ? 1928? binnen 1992 25,40
Pot ✉︎ ? buiten ? 1928? buiten 1992 25,40
wiekverbeteringen

Sinds 1946 heeft deze molen op beide roeden het systeem Van Bussel. Hier evenwel met een bijzondere afwijking: aan de einden ontbreekt de stroomlijn en bevindt zich een Oud-Hollands (uitneembaar) windbord. Feitelijk bevindt zich dus op de plaats waar dit het meest nodig lijkt, géén stroomlijn!

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
onbekend ✉︎ ? ? 1928 aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
eigendomshistorie

De gemeente Roerdalen is eigenaar sinds 2007, daarvoor was dat de toenmalige gemeente Ambt Montfort.

geschiedenis

In 1871 kreeg Peter Joseph Aerts, molenaar te Horn, van het provinciaal bestuur toestemming een windmolen te bouwen. Aerts ging echter niet tot de bouw over, waarna de weduwe Aarts het perceel in 1874 verkocht aan Gerardus Janssen, zonder beroep, te St. Odiliënberg. Janssen liet de molen voor zijn zoon Henri bouwen. Hij zou zelf de vruchtgebruiker worden. In 1876 verkochten zij het perceel aan Martinus Schmitz, winkelier en later molenaar te St. Odiliënberg. In welk bouwstadium de molen toen verkeerde is niet bekend.
De molen was een grondzeiler en brandde in 1882 af. Schmitz wilde de molen ongeveer 100 m. verder in het veld herbouwen, maar dat stond de verzekeringsmaatschappij niet toe. Als gevolg heeft men de windmolen in 1883 op dezelfde plaats herbouwd, maar nu als stenen bergmolen.
Schmitz kwam echter in financiële moeilijkheden en in 1884 werd Willem Janssen, grondeigenaar te Melick, eigenaar. In 1888 verkocht Janssen de molen met toebehoren aan Lambert Verbeek te Posterholt. Na zijn overlijden werden Peter, Jacques, Jan, Louis en Catharina Verbeek eigenaren. Bij de boedelscheiding in 1901 kreeg Jacques deze molen.

In 1928 werd het houten gevlucht door de molenmakers Gebr. Hendrickx vervangen door een ijzeren, waarvan gezegd werd dat het afkomstig was van een poldermolen uit de buurt van Hoorn (N.H.).

Bij de boedelscheiding in 1937 werden Jacques Verbeeks zonen Harrie en Louis eigenaren. Het bedrijf voerde de firmanaam Gebr. Verbeek. Harrie was de molenaar, Louis de handelaar.
Vóór de Tweede Wereldoorlog had deze forse windmolen een druk gemaal: twee koppel stenen, waarvan één in de jaren ’30 werd voorzien van een aandrijfas met een conische tandwieloverbrenging op de steenspil en een Crossley-dieselmotor, die onderin de molen stond. Hiermee kon men het werk goed aan.

Het is opmerkelijk te noemen, dat de Duitsers, toen zij de oorlog aan het verliezen waren, deze zeer goed in beeld en in de wind staande molen hebben ontzien, terwijl in de Roerdriehoek vrijwel alle kerktorens, windmolens en andere hoge objecten door hun Sprengkommandos werden opgeblazen.
Na een kort en fel gevecht werd St. Odiliënberg op 27 januari 1945 door de Britten veroverd. Het dorp leed zware oorlogsschade, maar aan de molen bleef dit beperkt tot eeen paar flinke gaten in de romp en lichtere schade aan het gevlucht.

In de jaren 1945-1946 werd de molen door de toen al op leeftijd zijnde molenmaker Joseph Hendrickx uit Heel van de oorlogsschade hersteld. Hij bracht bovendien een aantal ingrijpende veranderingen aan: de koppen van de moerbalken en de draagbalk, waarop de koning rust, waren verrot en werden vervangen door ijzeren breedflens-profielbalken, omdat eikenhouten balken op dat moment niet leverbaar waren.
Elk koppel stenen ligt op een houten bed, dat op de onderflenzen van twee profielbalken rust. Door middel van bouten kan de hoogte van de ligger gesteld worden. Een koppel 17der stenen wordt door de wind aangedreven. Voor het andere koppel, dit zijn 16der stenen van amaryl met een zacht bodemsel, werd een nieuw onderdrijfwerk gemaakt. De aandrijfas ligt onder de steenzolder en is voorzien van een conische tandwieloverbrenging op de steenspil en een riemtransmissie op een elektromotor. De windmolen heeft een fraai uitgevoerd luiwerk om de zakken te hijsen, een elektrisch luiwerk en een elektrisch aangedreven elevator voor het transport van losgestort maalgoed.
Eveneens in 1946 werden de wieken gestroomlijnd volgens het systeem Van Bussel, hier evenwel met uitneembare borden. Vormgeving en stand van het profiel weken nogal af van het model, dat Van Bussel door zijn eigen molenmakers liet aanbrengen. Evenals in de vooroorlogse jaren werden de wieken weer geschilderd in de nationale driekleur, in brede schuine banen.

In het begin van de jaren vijftig kochten de Gebr. Verbeek een Econoom-hamermolen van de Gebr. Jaspers in Aarle Rixtel (N.B.) voor het malen van veevoer. De windmolen kwam als gevolg daarvan korte tijd later buiten bedrijf. Tenslotte schakelde het bedrijf praktisch geheel over op de handel in meng- en huisdierenvoeders. Louis Verbeek overleed in 1968, Harrie in 1986. Gedurende de laatste jaren van het bestaan van de firma was J.A. Palmen, al sinds 1939 bij het bedrijf werkzaam, zaakvoerder.
Let wel: het buiten bedrijf stellen van de molen leidde niet tot absolute stilstand, het valt althans op dat de molen op de Nationale Molendagen vrijwel steeds van de partij was en door de familie Verbeek ook in behoorlijke staat werd gehouden.

Na 1986 stond de molen op naam van A.M. Verbeek-Bekkers en haar zoon Jacques, en van H.C. Verbeek-Schmitz en haar dochter Gerion. In 1989 verkochten de erven Verbeek de molen aan de gemeente St. Odiliënberg. Daarna volgde een flinke restauratie aan kap en staart. Ook werden nieuwe roeden gestoken, die weer werden voorzien van het stroomlijnsysteem Van Bussel (hier evenwel opnieuw met de - misschien wat vreemde - toepassing van een Oud-Hollands windbord op ieder eind).

 

aanvullingen

unieke eigenschap

De variant op het systeem Van Bussel, met een Oud-Hollands windbord aan ieder eind, is zeer opmerkelijk en wordt nergens anders vertoond.

literatuur

Pol, A. van en Roncken, W.J.: Beltkorenmolen St. Odiliënberg 1883-1993. Z.p. 1993. 

foto's

foto's