Molen Grote Geert, Kantens

Kantens, Groningen
b

korte karakteristiek

naam
Grote Geert
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
herbouwd
1852
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan en het pellen van gerst, thans op vrijwillige basis

adres
Langestraat 28
9995 PE Kantens
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00454
oude dbnr.
B332
Meest recente aanpassing
| Streek
media-bestand
Molen 00454 Grote Geert (Kantens)
Martijn Scholtens (6-9-2008)

locatie

plaats
Kantens
gemeente
Het Hogeland, Groningen
streek
Hunsingo
kadastrale aanduiding
Gemeente Kantens, sectie F, nr. 1623
geo positie
X: 238070, Y: 598600
N: 53.36724, O: 6.63527
biotoopwaarde
4 (aanvaardbaar)
landschappelijke waarde
Zeer groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Langestraat 28
9995 PE Kantens
molenaar
Gerad Werkman / Martijn Scholtens
telefoon
0595-851041 of 06-27124640
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden
zaterdag na 13.00 uur en op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van Grote Geert via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Houten achtkant, gedekt met riet, op stenen onderbouw met gewit houten tussenstuk
kap
Gedekt met riet
inrichting

Eén koppel maalstenen en twee pelstenen; kammenluiwerk

versieringen

Eenvoudige baard, wit geverfd, rood afgebiesd, met de opschriften 'Anno 1818' en daaronder 'Grote Geert'

Boven de dichtgemetselde westelijke ingang bevindt zich een gevelsteen met een (wat moeilijk leesbaar) opschrift, vermoedelijk betreffende de verhoging van de stelling. De tekst luidt:
"Toen men 1818 telde
En onze Heer mij hier stelde
Ben ik na een tijd van dertig jaar
Doorstaan van stormen en gevaar
Verhoogd hierondert mijne stelling
Van ruim drie ellen.

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Houten rollenkruiwerk, kruilier
vlucht
21,90 m.
vang
Hoepelvang (metaal). Vangbalk met duim; vangstok.
overbrenging

Bovenwiel 66 kammen
Bovenbonkelaar 35 kammen
Luitafel 28 kammen
Luiaswiel 26 kammen
Elevator 12 kammen
Wiel koekenbreker 16 kammen
Spoorwiel 101 kammen
Pelschijflloop (voorloper) 20 staven
Pelschijfloop (naloper) 22 staven
Steenschijfloop 30 staven
Overbrengingsverhoudingen 1 : 6,35 (maalwerk) en 1 : 9,52 en 1 : 8,66 (pelwerk)

hoogte
van de stelling: 11,30 m.
wiekvorm
Binnenroede systeem van Bussel met zelfzwichting en neusremkleppen; buitenroede zelfzwichting met Oud-Hollandse voorzomen
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 248, Bremer/Dunning
Bremer/Dunning
✉︎ 248 buiten 1991 1991 buiten aanw. 21,90
media-bestand
Roede 216, Bremer
Bremer
✉︎ 216 binnen 1979 1979 binnen aanw. 21,90
Bremer ✉︎ 33 buiten 1960 1960? buiten 1991 21,90
Pot ✉︎ 2684 binnen 1931 1931 binnen 1979? 22,00
Pot ✉︎ 98. binnen 1876 1917> binnen 1931 22,00
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
De Prins van Oranje ✉︎ 1280 1882 aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
wederopbouw
1979
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan en het pellen van gerst, thans op vrijwillige basis

molenmaker
S. Nienoord (1818) ? (1852) Fa. Bremer, Adorp (1979)
omwentelingen
geschiedenis

De molen werd in 1818 gebouwd als lage stellingmolen (28 voet) voor rekening van Simon Nienoord; in 1852 volgde verhoging tot 38 voet (ca. 10 meter) in opdracht van A. Cost.

Als eerste molenaar kan worden genoemd Jan Tjaards Rijkels (1798-1837) die de molen, in opdracht van diens schoonvader Sijmen Reintjes Neinoord (geen Nienoord!) in 1818 gebouwd, betrok. Rijkels werd in 1821 opgevolgd door Freerk Jans Mulder, een pelmolenaarszoon afkomstig van Rasquert, gem. Baflo en zelf toen molenaar te Kloosterburen waar hij op 4 februari 1820 trouwde met Alstje Jans Hoving. In 1831 werd zij weduwe en hertrouwde een jaar later met Albertus Cost; een domineeszoon en toen pelmulderknecht.
Ook dat huwelijk werd door de dood overschaduwd: Alstje Jans Hoving overleed op 6 mei 1843, nog maar 43 jaar oud. Haar weduwnaar Albertus Cost hertrouwde in 1846 met Grietje Jans Hein. Vervolgens werd in opdracht van Cost de molen in 1852 tot 38 voet omhoog gebracht en liet hij het gedicht 'Toen men in 1818 telde' aanbrengen (zie 'Versieringen').

In 1864 kreeg de molen zijn vierde eigenaar: Albertus Geerts Fongers, geboren te Hornhuizen. In 1871 vertrok deze naar Middelstum waar hij broodbakker werd; zijn molen had hij verkocht aan Sikke Smedema.

In 1913 werden behuizing, stalling en de molen met ruim 19 are grond gekocht door Geert Nienhuis (1883-1952), een molenaarszoon afkomstig uit Garsthuizen waar hij werd geboren in de monumentale boerderij naast de molen 'De Hoop'.
Verkoper was Beerend Smedema. Diens vader Sikke Smedema - toen nog ongehuwd - had het gehele molencomplex te Kantens in 1871 aangekocht, trouwde twee jaar later, maar overleed al in 1879, slechts 41 jaar oud.
Beerend Smedema (1873-1956) nam in 1898 het mulderbedrijf over van zijn moeder Siemondina Borgman; geboren op 18 januari 1844 te Kloosterburen. Als huishoudster had zij haar leven in het molenaarshuis te Kantens voortgezet.
Geert Nienhuis' zoon Pieter (1914-1992) trouwde in 1948 maar bleef in het ouderlijk huis wonen om het molenbedrijf samen met zijn vader als v.o.f. voort te zetten.

In de jaren 1954 en 1979 werd de molen gerestaureerd. Die eerste herstelbeurt betrof voornamelijk rietdek en wiekenkruis. De Oud-Hollandse voorzomen op de roeden maakten plaats voor Bremer-stroomlijnneuzen.
Toch zal de molen daarna niet lang meer in bedrijf zijn geweest, want foto's uit de jaren '60 getuigen van een slechte staat. In of vóór 1969 heeft men bij wijze van voorzorg alle kleppen van het wiekenkruis verwijderd. Een goede beslissing, want bij de zeer zware storm van 12/13 november 1972 kreeg de molen het opnieuw zwaar: de stelling raakte ontzet en woei deels weg. Kort daarna verwijderde de firma Bremer de restanten en stond de molen jaren zonder stelling. 

Een flinke restauratie volgde in 1979. Men begon met een nieuwe stelling en daarna kwam nog veel meer aan de beurt. Het wiekenkruis kreeg opnieuw zelfzwichting, deels ook een stroomlijn. 

In maart 2005 begon de fa. Dunning met een noodzakelijke restauratie. Op 19 mei werden de gerepareerde roeden weer gestoken en eind juni is de molen opgeleverd. In 2008 is de molen geheel opnieuw met riet gedekt. 

De molen draait en maalt geregeld; ook wordt hier het pelwerk nog wel ingezet. 

Een praktisch detail: aan weerszijden van de doorvaart onderin de molen bevinden zich op wagenhoogte z.g. 'halve zolders' waardoor de wagens gemakkelijk gelost kunnen worden en er tevens extra ruimte is voor opslag. Opmerkelijk is dat ooit ook van buitenaf gelost kon worden door - inmiddels dichtgemetselde - luiken. De sporen daarvan zijn nog altijd goed waar te nemen. 

 

aanvullingen

toelichting naam

Geert L. Nienhuis meldt het volgende: "Van mijn vader Pieter Nienhuis (1914-1992) hoorde ik dat hij ooit met molenmaker Chr. Bremer op de stelling stond en dat zij mij, Geert L. Nienhuis, op het erf op de grond zagen lopen, en dat toen het idee geopperd werd de molen voortaan naar mijn opa Geert Nienhuis (1883-1952) te vernoemen. Het voorstel van Bremer vond mijn vader mooi genoeg om uit te voeren. Dit zal zal zich in 1953-1954 hebben voorgedaan".

foto's

foto's