De poldermolen van Zuilichem is gebouwd in 1720. Op een balk in de kap is het jaartal 1735 terug te vinden. De Zuilichemse poldermolen had tot taak om de Bommelerwaard ten oosten van de Meidijk droog te houden. In totaal stonden er 17 poldermolens in de Bommelerwaard; die te Zuilichem is de laatste die overgebleven is. De molen deed dienst als voormolen (bovenmolen) en maalde het water van de wetering in de boezem, waarna het richting de Maas ging.
In 1855 kwam er ook een stoomgemaal. De poldermolen bleef echter dienst doen, aangezien het stoomgemaal nogal eens problemen kende. Maar ook de molen kende die: nadat in maart 1938 een roede was gebroken, was de toekomst even onzeker. Maar er werd gunstig beslist en in november 1939 kwam de molen, nu voorzien van Dekkerwieken, weer in gebruik.
De molen aan de Meidijk bleef tot 1950 in bedrijf, totdat de waterloop als gevolg van een ruilverkaveling gewijzigd werd. In de jaren 1970-1973 is de molen gerestaureerd en werd door de aanleg van een maalcircuit weer mogelijk hem in werking te stellen. Helaas is als gevolg van de ruilverkaveling het landschap veranderd en in de omgeving teveel wezensvreemde begroeiing ontstaan.
In ruim 200 jaar is de molen bemalen en bewoond geweest door vele generaties Daggelder.
De molen werd in 1991 gerestaureerd. Er is toen een nieuw gevlucht in gekomen. Verder is de kap recht gelegd. De molen is namelijk iets scheef gezakt in de loop der tijden. In de kap is aan één kant zo'n 4,5 cm. vulhout gebruikt om het 'tegen de helling op kruien' te verhelpen.
Opmerkelijke details: de gehele molen is op poeren gebouwd; ongebruikelijk is dat ook de buitenroe een wafeling in de hekkens heeft.