Deze molen werd in 1873 gebouwd (niet in 1863, zoals vaak is aangenomen) als koren- en pelmolen door molenmaker Hunse (Assen), als opvolger van een op 26 augustus 1872 afgebrande koren- en pelmolen.
Hoewel de molen op een berg gelegen is, is dit, door het ontbreken van een inrijpoort, geen beltmolen, maar een grondzeiler.
Eigenaren van de voorganger en de huidige molen waren achtereenvolgens: Smit, Koops, Joh. Rijkens (1875), J. Schuiling (1892), Gebr. Schuiling (1944) en gemeente Rolde sinds 1968.
In 1939 attendeerde Vereniging de Hollandsche Molen de gemeente op de zeer matige staat. Zo moest de molen het al sinds 1928 met één houten (buiten)roede doen. Molenaar Schuiling had toentertijd nog maar vier bakkers als klant, wilde liever stoppen met de molen, maar dacht ook na over behoud.
De oorlog verhinderde dat er op korte termijn iets kon gebeuren.
In 1946 kwam de financiering rond voor een herstel dat geraamd werd op ƒ 2047,--. Bijdragen leverden de molenaars G. en H. Schuiling, het Rijk, de gemeente Rolde, de vereniging de Hollandsche Molen, de ANWB en de Bond Heemschut.
Die restauratie zelf vond pas plaats in 1948: ter vervanging van de in 1928 verdwenen binnenroede kwam er een tweedehands Potroede en deze kreeg van molenmaker Bremer meteen een Van Bussel-achtige stroomlijn.
In 1955 rapporteerde A.J. de Koning (De Hollandsche Molen) dat de houten buitenroede erg slecht was en dus dringend moest worden vervangen. Bijdragen tot een totaal van ƒ 4125,-- werden geleverd door dezelfde personen en instellingen als in 1948, ditmaal aangevuld door de provincie Drenthe en de Coöperatieve stoomzuivelfabriek en korenmalerij te Rolde. Er kwam een geheel nieuwe gelaste buitenroede die nu ook meteen een stroomlijnneus kreeg.
Hoewel de molen er toen verder keurig uitzag en als maalwerktuig volkomen intact was, bleek in 1961 dat de staartbalk vernieuwd moest worden. Dat gebeurde in 1963.
Het verhaal wordt eentonig, maar in 1967 moest weer het nodige vernieuwd worden tot een begroot bedrag van ƒ 3125,--. Dit leidde er tenslotte toe, dat de gemeenteraad op 11 april 1968 besloot de molen aan te kopen voor een bedrag van ƒ 4900,--.
Nadien draaide de molen regelmatig, bediend door oud-eigenaar en molenaar Schuiling.
In het najaar van 2008 werd de molen voorlopig stilgezet en heeft men bovenas en roeden grondig onderzocht op mogelijke gebreken. De bovenas werd vervolgens afgekeurd, waarna een nieuwe moest worden gegoten; de roeden bleven gehandhaafd. Daarna was de molen weer geregeld op vrijwillige basis in bedrijf.
In november 2022 ging evenwel de kap eraf, dit uiteraard nadat de roeden waren gestreken en de staart verwijderd. Dit omdat de molen aan een grondige herstelbeurt toe was.