De Geestmolen
2465 AX Rijnsaterwoude
N 52.207726 O 4.660180
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Toon deze molen in Google Streetview
Bijzonder groot
Niet te bezichtigen
Bijzonder groot
Niet te bezichtigen
Grenen achtkant, gedekt met riet, op gemetselde onderbouw van 2,00 m.
Gedekt met riet
In 1933 kreeg deze molen op beide roeden het systeem Dekker (met zeilen).
In 1952 werden de zeilen vervangen door zelfzwichting met dwarskleppen (zonder doorboorde as).
In 1964, bij de restauratie na de asbreuk van 1960, werd weer Oud-Hollandse ophekking aangebracht.
|
|
Stalen vijzel Ø 1,40 m.
Woning in de molen
Bovenwiel 68 kammen
Bovenschijfloop 35 staven, steek 13,5 cm.
Onderwiel 41 kammen
Vijzelwiel 35 kammen, steek 15,4 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 2,28
Eenvoudige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met de jaartallen "1708" en "1833".
Deze molen maalde voor het eerst op 9 januari 1708 voor de droogmaking van de Grote Heilige Geestpolder. Gedurende dit proces werd de molen geholpen door een kleinere molen en de vroegere plasmolen. Deze laatste werd na het droogvallen van het meer in 1709 afgebroken.
In 1833 werd de kap geheel vernieuwd; het jaar '1833' op de baard heeft voor het misverstand gezorgd, dat de molen uit dat jaar zou dateren.
De molen werd in 1933 uitgerust met Dekkerwieken. Dit systeem werkte op zich prima, maar de zeilslag, toch al een bekend nadeel van het Dekkersysteem, was hier enorm: de molen versleet (letterlijk!) zo'n vier stel zeilen per jaar. In 1952 werden de zeilen daarom vervangen door zelfzwichting (met een lier, zónder doorboorde as).
Dit systeem bleek te zwaar: op 9 januari 1958 brak tijdens het malen de buitenroede, maar deze kon snel worden vervangen door een exemplaar dat bij de Overwaard te Kinderdijk op reserve lag.
Op 28 januari 1960 ging het écht mis: de windpeluw begaf het tijdens het malen en als gevolg sloeg het wiekenkruis tegen de grond. Asbreuk en een grote ravage waren het gevolg.
De polder, naar eigen zeggen de investeringen van 1952 en 1958 nog niet te boven, liet direct daarna een elektromotor op de vijzel installeren (waarvoor onder meer een dure stroomkabel van ƒ 10.000,-- nodig was...). Het lijkt er meer op, dat men het vertrouwen in de windbemaling kwijt was en voor iets anders koos. Hoe dan ook: als windmaalwerktuig was de molen definitief buiten bedrijf.
In 1963 werd de molen aan een particulier verkocht, met de plicht de molen als monument te herstellen. De onderin de molen aanwezige bemalingsinstallatie en de waterlopen bleven daarbij eigendom van de polder.
Die particulier, zoon van de Spaanse ambassadeur in Nederland, hield zich aan de verplichting: eind 1963 werden een tweedehands as (afkomstig van De Klomp te Zeist) gestoken; begin 1964 volgden twee nieuwe gelaste roeden, waarmee de molen uitwendig weer compleet was. Sporadisch werd de molen sindsdien aan het draaien gebracht.
Na 1964 is de molen nog diverse malen in andere particuliere handen overgegaan. Adrie Kyvon, beter bekend als André van Duin, was vermoedelijk de bekendste eigenaar/bewoner.
Begin jaren '90, toen de familie Van Noorle Jansen eigenaar was, werd een forse restauratie uitgevoerd, waarbij onder meer nieuwe roeden werden gestoken en de molen voor het eerst in ruim dertig jaar ook weer maalvaardig werd gemaakt. Later werd de molen opnieuw verkocht.
In 2018 was de molen enige tijd niet maalvaardig vanwege problemen met het vijzelwiel. In november 2018 is dit wiel opnieuw afgehangen en ook het dek van de achterwaterloop vernieuwd, waarmee deze molen weer in staat was, zijn werk te doen.
Molenaars op deze molen:
Cornelis Mateusz. (1708 - 1718)
Sijmon Gerritsz. Schoenmaker (1718 - 1743)
Steven van Beijeren (1743 - 1747)
Abram Oskam (1747 - 1751)
Jan Olphertsz. Weltwel (1751 - 1762)
Jan Pietersz. Cozijn (1763 - 1772)
Cornelis Jacobs. Bontje (1773 - 1804)
Weduwe Bontje (1804 - 1817)
Arie van Staveren (1818 - 1844)
Jan van Gent (1844 - 1869)
Willem van Gent, zoon van JvG (1869 - 1872)
Leendert Verhaar (1872 - 1881)
Weduwe Verhaar (1881 - 1884)
'Dove' Dirk Kraan (1885 - 1924)
Piet Kraan, zoon van Dirk (1925 - 1960).
Deze molen wordt vernoemd naar de polder die hij kan bemalen.
Jan Lunenburg, De Grote Heilige Geestpolder, in: Jaarboekje Rijnlandse Molenstichting 1986, pp. 23-34.
Tekst | | Stuur ons uw teksten over de motor in deze molen (indien van toepassing) |
Foto's |