Molen Rosoliemolen van Angeren, Angeren

Angeren, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Rosoliemolen van Angeren
modeltype
Verticale tredmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
18024
oude dbnr.
Meest recente aanpassing
| Nieuw opgenomen molen

locatie

plaats
Angeren
plaatsaanduiding
Van 1833 tot 1851 stond de rosoliemolen in het achterhuis op een perceel dat anno 2025 Paddepoel nr. 8 is en van 1851 tot circa 1872 op het erf van een huisperceel dat anno 2025 Kerkstraat nr. 7 is.
gemeente
Lingewaard, Gelderland
streek
Betuwe
geo positie
X: 193969, Y: 436677
N: 51.91721, O: 5.95363

constructie

modeltype
Verticale tredmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

Plaatsing in het achterhuis op de Leemkuil in 1833 door Frans Carel Cock.

Verplaatst naar het Kerkeind in 1851 door winkelier, tapper, landbouwer Theodorus Bartholomeus Sanders 

(1819-1870).

Verdwenen tussen 1871 en 1879.

Olieslager: Hendrik Janssen (1803-1873).

Eigenaren: 1833-1848 landeigenaar en ondernemer Frans Carel Cock (1779-1855), 1848-1851 landbouwer Arend Jansen (1816-1878), 1851-1870 tapper en winkelier en landbouwer Theodorus Bartholomeus Sanders (1819-1870).

Frans Carel Cock kocht in 1830 de in Angeren gelegen hofstede ‘de Leemkuil’ [1] bestaande uit een woonhuis met achterhuis een tuin, een boomgaard en bouwland [2]. Hij kreeg in maart 1833 van de gemeente Bemmel toestemming in het achterhuis op de Leemkuil een rosoliemolen te installeren [3] en dat liet hij doen. Frans Carel  woonde elders in dorp op het Roode Wald. Hij was grondeigenaar en ondernemer. Hij trok de in Keppel geboren Hendrik Janssen aan als olieslager. Deze trad in 1833 in dienst bij Frans Carel of hij werd pachter van de Leemkuil met de rosoliemolen. Hij woonde daar in het huis met de rosoliemolen. Vanaf dat moment was hij de olieslager van Angeren. 

De rosoliemolen is tot in 1851 in bedrijf geweest op de Leemkuil. Per akte van 2 mei 1848, verkocht Frans Carel Cock de hofstede de Leemkuil met de rosoliemolen en toebehoren voor 2300 gulden aan landbouwer Arend Jansen (1816-1878) [4]. De rosoliemolen bleef er actief tot begin 1851. Toen verkocht Arend Jansen de rosoliemolen aan tapper en winkelier Theodorus Bartholomeus Sanders (1819-1870). Sanders liet de rosoliemolen op de Leemkuil demonteren en verplaatsen naar een kleine hofstede bestaande uit huis en erf van 6,4 are (sectie A nummer 114) en een stukje bouwland van 26,3 are (sectie A nr. 290), gelegen in ‘het Kerkeind’ tegenover de RK Kerk.  Sanders kocht dat goed in 1847 [5] voor 1532 gulden en verhuurde het. Hij woonde zelf elders in het dorp in een huis met winkel en tapperij tegenover de pastorie van de dominee. De rosoliemolen werd ondergebracht op het erf van A114, dat gesplitst werd in een huisperceel en een perceel met de rosoliemolen erop. De verplaatsing heeft enige ophef doen ontstaan. Het R.K. kerkbestuur protesteerde tegen de verplaatsing van de rosoliemolen van de Leemkuil naar het Kerkeind. Men was beducht voor de mogelijke herrie die de molen zou kunnen veroorzaken tijdens kerkdiensten. Maar Sanders kreeg op 18 juni 1851 toch toestemming voor de verplaatsing en de in gebruik name van de rosoliemolen, mits hij geen olie zou slaan op zon- en feestdagen en niet gedurende een uur op andere dagen als er een godsdienstoefening plaats vond. De precieze tijd van dat uur moest de pastoor overeenkomen met de olieslager. 

In een akte uit 1871 werd voor het laatst melding gemaakt van de rosoliemolen. Hij is afgebroken of gedemonteerd tussen dat jaar en 1879.


  
[1] Akte d.d. 23-08-1830, JJE Pilgrim, notaris te Huissen, GldA toegangsnummer 0168 inventarisnummer 953.
[2] Akte d.d. 23-08-1830, JJE Pilgrim, notaris te Huissen, GldA toegangsnummer 0168 inventarisnummer 953.
[3] Verslag van de vergadering van de gemeenteraad Bemmel d.d. dinsdag 19 maart. GldA, Archiefnummer 1326, inventarisnummer 6.
[4] Akte nr. 50 d.d. 02-05-1848, C.E. Stolk, notaris te Bemmel, GldA, toegangsnummer 0168, inventarisnummer 2087 (scan 88 e.v.).
[5] Akte nr. 53 d.d. 21-07-1847, inzet, en akte nr 61, toeslag, Jeremias Jacobus Ernst Pilgrim notaris te Huissen, GldA, toegangsnummer 0168 inv. nr. 3507.

 

Informatie van en onderzoek door Eef hofs, 07-04-2025