Schilder/tekenaar Jan Planting (1893-1955), coll. Museum Dr.8888
In 1832 staan volgens het kadaster de percelen A268 en A269 aan de Noordkade genoteerd op naam van Engbert Siewardus Posthuma met als omschrijving een huis en fabriek en erf of bergplaats, met als beroep van Posthuma landbouwer.
Ongetwijfeld is dit Engbert Suardus Posthuma. grutter, en vader van Hendrikje Engberts Posthuma, die getrouwd is met Gerhardus Egberts Kijlstra, zoon van bakker Egbert Rinzes Kijlstra op Noordkade 10, waar hij als bakkersknecht begon voor hij in diverse stukken wordt vermeld als grutter, gortmaker en korenmolenaar.
11-12-1838: Leeuwarder courant
Iemand zijnen Zoon of Pupil in eene GORTMAKERS-AFFAIRE willende laten opleiden, kan daartoe, op billijke Voorwaarden, gelegenheid vinden bij G. E. KIJLSTRA, Gortmaker te Dragten. Brieven franco
28-11-1850: Op 28 november 1850 verkoopt Gerardus Engbers Kijlstra, mede namens zijn minderjarige kinderen en meerderjarige zoon Egbert Gerardus Kijlstra dezelfde percelen als die van Engbert Siewardus Posthuma ”waarin sedert lange jaren een grutterij wordt uitgeoefend” aan Wieger Hendriks Gorter,
De inventaris van de grutterij wordt extra berekend op duizend gulden en wordt expliciet vermeld, zoals o.a. de molen met zijn toebehoren en drie paar stenen. Één van de opstallen betreft een paardenstal.
Opmerkelijk is dat Egbert Gerardus Kijlstra in 1955, het jaar dat zijn vader sterft, op Noordkade 10 zelf een grutterij begint, die zijn weduwe later verkoopt aan Tjalling Weis.
10-10-1872: Dragtster courant
Bij ondergeteekenden,
Grutters, alhier, is het N. zuiver boekweitmeel 2 cent en de kop boekweitgort 1 cent opgeslagen.
W.H. Gorter; D.P. Duursma; T. Weis
19-02-1874: Dragster courant
Een Vlugge Joopjongen kan geplaatst worden in de Stoomgrutterij van H.W. Gorter, Dragten, 18 Februari 1874
25-01-1881: Leeuwarder courant
Notarissen ATTEMA en van BLOM zullen Donderdag 3 Februari, te 6 uur, bij L. de Jong te Dragten , finaal verkoopen : Eene ruime WINKELHUIZINGE en GEBOUW voor Grutterij, op gunstigen stand bij de Kolk te Z.-Dragten, met Erf en Tuin, door D. P. Duursma en Fam. bewoond, op ƒ2500
29-11-1890: Op 29 november 1890 verkoopt grutter Hedzer Wiegers Gorter, zoon van Wieger Hendriks, deze grutterij (percelen A1651 (voorheen A268 en A269) en A 267), mede namens Martje Hidzers Sietzema, weduwe van Wieger Hendriks Gorter aan Meinte Wijbrens Jorritsma. Vader Gorter stapte in 1867 al over op stoomkracht in plaats van ”1 pk”, een andere bron meldt de plaatsing van een stoomwerktuig in de grutterij met de vermelding “in de omgeving van de lijnbaan” (van O. van der Baan)
Deze grutterij was derhalve iets verder dan Noordkade 60, want daar kocht Jouke Alberts van der Baan, touwslager, op 23 april 1873 van Johannes Hendriks van der Meulen de percelen 260 t/m 263. Op grond van kadastrale kaarten lijkt Noordkade 66 de plek waar deze rosmolen heeft gestaan, het meest linkerpand van het huidige horecacomplex ter plaatse.
Meinte Wijbrens Jorrirsma laat de stoom-grutterij en korenmaalderij A1917 (oud A266 , A267 en A1651 = A268, A269) op 4 november 1893 provisioneel en op 18 november finaal veilen, maar het onroerend goed wordt dan niet verkocht. Er zijn dan twee stoom-aandrijvingen. Vermeld wordt dat de woning van de weduwe van Wieger Gorter, Martje Hidzers Sietzema, mogelijk Noordkade 62, tot haar beschikking blijft.
Op 18 oktober 1894 is A1651 via een hypotheekbank verkocht aan de smid Frederik Willem van Asperen en in 1909 komt het perceel in handen van Iebele Alles van Bruggen, die er naar verluid een graanmaalderij zou exploiteren.
Opmerkelijk is dat Jan Hendriks Gorter, broer van Wieger Hendriks Gorter, een grutterij heeft op Ureterp Vallaat, die hij in 1850 verkoopt aan Wiebe Liebbes Wiering, de vader van zijn vrouw Ymkjen Wiebes Wiering.
links huidige Noordkade 62 en 66 (63, 64, 65 waren de woninkjes erachter)
Situatie nu van Noordkade 62 en 66
Citaat uit Geschiedenis van Smallingerland (uitgave Fryske Akademy Nr. 503, Waldrige nr. 21) 1976, De Tille, Leeuwarden
Kadaster 1832 : A266, A267, ernaast A1651 (erachter drie woninkjes)
N.B. in het kadaster van 1832 staat op perceel B1149 een huis, erf en mosterdmolen aangegeven op- naam, van Djurre Durks Duursma, kalkbrander.
Dit perceel bevond zich aan de oostkant van het begin van de Noorderdwarsvaart op de plek waar later de leerlooierij van de gebr. Spahr van der Hoek was.
D. P. Duursma is Dirk Popkes (of Durk Popes) Duursma, zoon van Poppe Durks Duursma, een broer van Djurre Durks. Dirk had een grutterij op Zuidkade 33 blijkens onderstaande advertentie.