Molen Grutterij van 's-Gravenzande, 's-Gravenzande

geschiedenis

toestand

bouwjaar

< 1774

verdwenen

na 1850

eigendomshistorie

133 Octrooi verleend door de Nassause Domeinraad, aan Huibert Burgersdijk tot de uitoefening van de grutterij in 's-Gravenzande, Naaldwijk en Honselersdijk, in plaats van zijn vader David Burgersdijk, 1774

geschiedenis

Huijbert Pietersz Burgersdijk, molenaar in Rijswijk, trouwde in 1695 met Marijtje Jansse van Dort. Zij overleed in 1707, waarna hij in 1708 hertrouwde met Cornelia Davids van Alphen. Uit dit huwelijk werd in 1713 David Burgersdijk geboren.
David verhuisde naar 's-Gravenzande en werkte als grutter. In 1734 trouwde hij met Maria Franken Bouwman. Uit dit huwelijk werd in 1747 Huibert geboren. Maria overleed in 1764, waarna David in 1766 hertrouwde met Lena 't Hart. Uit dit tweede huwelijk werd in 1767 Leendert Burgersdijk geboren.
In 1774 verleende de Nassause Domeinraad een octrooi aan Huibert Burgersdijk tot de uitoefening van de grutterij in 's-Gravenzande, Naaldwijk en Honselersdijk, in plaats van zijn vader David Burgersdijk. In 1778 trouwde Huibert met Maria 't Hart. Het echtpaar had twee dochters. Maria overleed in 1803 in 's-Gravenzande en Huibert overleed in 1824 in Leiden.

Huibert's halfbroer Leendert Burgersdijk, grutter te 's-Gravenzande, trouwde in 1791 met Elisabeth Hioolen uit Oudshoorn (bij Alphen). Dit echtpaar had 9 kinderen. Leendert overleed in 1808. Zijn weduwe Elisabeth Hioolen hertrouwde in 1812 met de chirurgijn Alexander Johannes de Koningh. Hij overleed in 1847.

In de Opregte Haarlemsche Courant van 15 februari 1847 verscheen de volgende advertentie:
"Al degenen welke iets te vorderen hebben van, verschuldigd zijn aan, of onder hunne berusting hebben betrekkelijk:

1. den gemeenschappelijken Boedel van wijlen den Wel-Edelen Heer ALEXANDER JOHANNES de KONINGH, in leven Genees- en Heelmeester, gewoond hebbende en op den 11den Januarij 1847 te 's Gravezande overleden, en van zijne nagelatene Weduwe Mejufvrouw ELIZABETH HIOOLEN, wonende aldaar, of
2.  de Nalatenschap van eerstgemelden, worden verzocht daarvan, vóór of op den 1sten Maart eerstkomende, opgave te doen ten Kantore van den Notaris Mr. J. P. de FREMERIJ, te 's Gravezande".
   
   Elizabeth Hioolen overleed een jaar later. Elisabeth verhuurde de grutterij, wat blijkt uit een rechtzaak tegen de huurder van de grutterij van 1837 tot 1840 (Regtsgeleerd Bijblad, behoorende tot de Nederlandsche Jaarboeken voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, vijfde deel, 1843).
   
   In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 12 september 1850 werd de grutterij te koop aangeboden:
   "Men is van meening in het openbaar, in tegenwoordigheid van den Heer Regter van het Kanton Naaldwijk, in het Logement de Spaansche Vloot, te 's Gravesande, op Dingsdag den 24sten September 1850, 's namiddags ten 5 ure te veilen, en op Dingsdag den 1sten October daaraanvolgende, terzelfder ure te verkoopen: Eene GRUTTERIJ (waarin complete Rosmolen, met Eest enz., werkende met een Paard), alsmede WOONHUIS, STALLING voor 4 Paarden en 3 Koeijen, met Bergzolders, Wagenhuis, Hooiberg, Loods, ruim Erf en verder Getimmerte, Bleekveld en Tuin, alles staande en gelegen te 's Gravesande, Kadaster sectie B, Nr. 764 tot en met 769, te zamen groot 22 Roeden, 43 Ellen, te aanvaarden op primo November 1850; de koopprijs moet betaald worden op primo Mei 1851, of vroeger met interest a 5 pCt. 's jaars, van primo November 1850 af tot den betaaldag. Een deel van den koopprijs kan op voors. vastgoed gevestigd blijven. Nader onderrigt te bekomen ten Kantore van Mr. J.P. DE FREMERY, te 's Gravensande".