Molen De Schoonhovensche Grutterij, Den Haag

Den Haag, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Schoonhovensche Grutterij
modeltype
rosmolen
functie
grutmolen
bouwjaar
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
17991
oude dbnr.
Meest recente aanpassing
| Nieuw opgenomen molen

locatie

plaats
Den Haag
plaatsaanduiding
Nieuwe Molstraat (winkel), Rozemarijnstraat (grutterij, pakhuis, schuur)
gemeente
Den Haag, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
's-Gravenhage
streek
Haaglanden
kadastrale aanduiding 1811-1832
Johannes Ruijchaver I-717, I-718, I-719 (winkel); I-692 (grutterij en pakhuis), I-693 (schuur en erf)
geo positie
X: 81303, Y: 454440
N: 52.07333, O: 4.31224

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
bouwjaar
<1687
verdwenen
geschiedenis

De winkel van de grutterij was in de Nieuwe Molstraat, maar was aan de achterkant verbonden met de grutterij en pakhuis, die in de Rozemarijnstraat stonden.

In 1687 trouwde Lambertus Ruijghaver, jongeman uit Schoonhoven met Cornelia Vestus in Den Haag. Dit verklaart de naam "Schoonhovensche Grutterij". Lambert overleed in 1730 in de Nieuwe Molstraat en de grutterij werd overgenomen door zijn zoon Maarten, die in 1689 geboren was. In 1722 trouwde Maarten in Den Haag met Clementia de Wildemans uit Vianen. Een jaar later werd hun zoon Adrianus geboren.
In 1759 trouwde Adrianus Ruijchaver, grutter uit Den Haag, met Nela Lorjé (Lorié) afkomstig uit Gouda. Adrianus overleed in 1798, waarna zijn zoon Johannes het bedrijf voortzette. Gerrit Ooijk uit Utrecht werkte voor hem als gruttersknecht.

Johannes Ruijchaver trouwde in 1798 met Helena van Puffelen, afkomstig uit Zoetermeer.
Uit dit huwelijk werden 6 kinderen geboren. Helena overleed in 1814, waarna Johannes in 1815 hertrouwde met Yda Margrita Kalff uit Rotterdam. Yda overleed in 1832. In 1834 trouwde Johannes, die inmiddels rentenier geworden was, voor de derde maal, met Cattrina Elisabeth Leenhardt. Hij overleed in 1846.

In 1841 had hij de grutterij te huur aangeboden (advertentie in de Opregte Haerlemsche Courant, 30 januari 1841): "Te HUUR, met 10. Mei 1841, een goed onderhouden HUIS en GRUTTERIJ, te 's Gravenhage, waarin sedert onheugelijke jaren, met goed succes, deze Affaire is uitgeoefend; zijnde de Grutterij een Beneden Werk, voorzien van een Grutsteen, twee Maalsteenen, een Pelsteen, mitsgaders Mostaard-Molen; te bevragen in de Tweede Nieuwe Molstraat Wijk T, Nr 361, te 's Gravenhage".

Dit had helaas niet het beoogde succes. Men besloot het hele bedrijf te verkopen, hetgeen blijkt uit de advertentie in het Dagblad van 's Gravenhage van 13 juli 1846:

"Men is van meening, ingevolge bekomene magtiging van de Arrondissements-Regtbank, ten overstaan van JOHANNES JACOBUS THEODORUS van RHYN, Notaris te 's Gravenhage, in den Nieuwen Doelen, ter kamer der Notarissen aldaar, afzonderlijk en gedeeltelijk te zamen gevoegd, op Maandag, den 27 Julij 1848, des namiddags ten 5 ure, te doen veilen en op Maandag, den 3 Augustus daaraanvolgende, des avonds ten 7 ure, te doen verkoopen:

N°. 1. Een kapitaal, hecht, sterk en weldoortimmerd HUIS en ERVE, zijnde een WINKELHUIS, staande en gelegen aan de zuidoostzijde van de Tweede Nieuwe Molstraat, te 'sGravenhage, wijk T nr 363, verponding nr 349, volgens het kadaster sectie l, nr 719, Huis en Erf groot 2 roeden en 41 ellen; bevattende dit Huis, behalve den Winkel, vijf zoo boven- als benedenkamers, behangen en- gedeeltelijk van stookplaatsen voorzien , provisiekamertje, twee keukens, kelder, zolder en verdere gemakken, tot eene goede woning vereischt wordende; doende in de grondlasten, als gebouwd en ongebouwd eigendom, over 1846, tot ƒ 43.68 J ;

N°. 2. Een kapitaal, hecht, sterk, weldoortimmerd en zeer geextendeerd GEBOUW en ERVE, waarin de GRUTTERIJ, onder den naam van: de SCHOONHOVENSCHE GRUTTERIJ, sedert heugelijke jaren met goed succes is uitgeoefend, en thans nog daartoe bijzonder is ingerigt; waaronder behoort, boten en het geheele complete en allezins fraai ingerigte Benedenwerk, een GRUTSTEEN, twee MAALSTEENEN, een PELSTEEN, een MOSTAARDMOLEN en eene EEST, met blik gedekt; voorts eene zeer ruime STALLING voor Vijf paarden, en de ZOLDERS, tot berging van boekweit, granen en hooi; alles staande en gelegen achter het voorstaande perceel en uitkomende in de Rozenmarijnstraat, verponding nr 381 en 382, kadaster sectie I, nr. 692, groot 1 roede en 27 ellen; aangeslagen in de grondlasten, wegens gebouwd en ongebouwd eigendom over 1846, tot ƒ 34.18;

No. 3. Een dito dito HUIS en TUIN, met daarachter gelegene STALLING en KOETSHUIS, mitsgaders ERVEN, staande en gelegen in de Tweede Nieuwe Molstraat, en uitkomende in de Rozenmarijstraat, te 's Gravenhage, wijk T, nr 361, verponding nr 347 en 383; kadaster sectie I, nr 717, groot 1 roede en 36 ellen, en nr 693, groot 43 ellen; bevattende dit huis vijf zoo boven- als benedenkamers, alle behangen en meerendeels van stookplaatsen voorzien, goede keuken, kelder, zolder en verdere gemakken, tot eene goede aangename woning vereischt wordende; doende in de grondlasten over 1846, tot ƒ 50.25; 

N°. 4. Een dito dito HUIS, ERVE en TUINTJE, staande en gelegen nevens het voorgaande perceel, wijk T, nr. 362, verponding nr 348, kadaster sectie I, nr 718, groot 71 ellen; doende in de grondlasten over 1846, tot ƒ 15.90;

N°. 5. Een ERF met PAKHUIS, staande en gelegen aan de zuidoost-zijde van de Rozenmarijnstaat, te 's Gravenhage, zijnde de grond en het overgebleven getimmerte der huizen, bevorens gemerkt geweest wijk T, nr 416, 417 en 418, verponding nr 399, 400 en 401; strekkende voor van de straat tot aan het volgende perceel, thans kadaster sectie I, nr 681, groot 92 ellen; doende in de grondlasten over 1846, tot ƒ 1.811;

N°. 6. Een stuk GROND of BLEEK, met de zich daarop bevindende pompen en welputten, gelegen achter het voorgaande perceel, en strekkende van af hetzelve tot aan de Doubletstraat, zijnde een gedeelte van kadaster sectie l, nr 662, groot in het geheel 6 roeden en 30 ellen; doende in de grondlasten, over 1846, fl 0.65;

N°.7. Een HUIS en ERVE, staande en gelegen naast perceel nr 5, wijk T, nr 419, verponding nr. 402, zijnde een gedeelte van kadaster sectie I, nr 662, in het geheel groot 6 roeden en 30 ellen, doende in de grondlasten over 1846, tot ƒ 13.84'. 

N°.8. Een HUIS en ERVE, staande en gelegen naast het voorgaande perceel, wijk T, nr 420, verponding nr 403, kadaster sectie I, nr 663, groot 63 ellen; aangeslagen in de grondlasten, over 1846, tot fl 9.77; 

N°. 9. Een HUIS en ERVE, staande en gelegen naast het voorgaande perceel, wijk T, nr 421, verponding nr 404, kadaster sectie I, nr 684, groot 58 ellen; aangeslagen in de grondlasten, over 1846, fl 9.7-;

N°.10. Een PAKHUIS en ERVE, met een' GANG daarnevens en naast het voorgaande perceel gelegen, wijk T, nr 422, verponding nr 405, zijnde een gedeelte van kadaster sectie I, nr 685, groot in het geheel 3 roeden en 2 ellen; aangeslagen in de grondlasten over 1848, lot ƒ 10.31.; 

N°.11. Een HUIS, TUINHUIS, ERVEN en TUIN, staande en gelegen nevens en achter de percelen nr. 9 en 10, wijk T, nr 423, verponding nr 406, kadaster sectie I, nr 663, groot 40 ellen, en een gedeelte van nr. 685, groot in het geheel 3 roeden en 2 ellen; aangeslagen in de grondlasten, over 1846, tot ƒ 10.04; zijnde alles breeder bij geaffigeerde biljetten omschreven. Nadere onderrigting te bekomen ten kantore van den voornoemden Notaris van Rhyn, bij wien in tijds de bewijzen van eigendom en verkoopvoorwaarden zullen ter lezing liggen".

Hierna werd de grutterij van het bedrijf overgenomen door Jan van Katwijk. De winkel in de Nieuwe Molstraat werd een kruidenierswinkel van de gebroeders Lampe.
Jan van Katwijk was in 1815 geboren in Schiedam en trouwde in 1846 met Maria Katharina Groth, afkomstig uit Dierdorf in Pruisisch Rijnland. In 1856 vertrok hij met zijn gezin naar Frederiksoord en later naar Veenhuizen, waar hij werkzaam was op een van de "Kolonien van Weldadigheid".

 

Informatie van en onderzoek door Anton Bom, 06-04-2024