Molen Grutterij 'Abrahams Offerande', Delft

Delft, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Grutterij 'Abrahams Offerande'
modeltype
Horizontale tredmolen
functie
bouwjaar
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
17984
oude dbnr.
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Delft
plaatsaanduiding
Lange Geer 30-32
gemeente
Delft, Zuid-Holland
streek
Delft
kadastrale aanduiding 1811-1832
Johannes Pieterzoon Smits, grutter; E454: huis en erf; E454bis: grutterij
geo positie
X: 84533, Y: 447040
N: 52.00725, O: 4.36087

constructie

modeltype
Horizontale tredmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
bouwjaar
verdwenen
na 1855 over op stoomkracht
geschiedenis

1668: In 1668 trouwde Jan Claesz Proot, gorter over de Geer, met Lijsbeth Claes den Oude, jongedochter, wonende in de scheepmakerij. In datzelfde jaar betaalde Jan Claesz Proot, gorter, kadegeld voor zijn huis aan de Oostzijde van de Coornmarckt. Oorsponkelijk maakten de Lange Geer en Korte Geer ook deel uit van de Koornmarkt. Met Geer bedoelt men bocht, dus het gebogen deel van de Koornmarkt kreeg de naam Korte Geer (voor de korte zijde van de bocht) en de Lange Geer (voor de lange zijde van de bocht).

Lijsbeth overleed in 1682 waarna Jan in 1684 hertrouwde met Trijntge Jans van der Meer, jongedogter, onder Hodenpijl. Trijntje overleed in 1690 en Jan Proot in 1691.

1691: De grutterij  kwam daarna in handen van Bartholomeus van Berckel. Hij trouwde in 1693 in Rijswijk met Apollonia (Pleuntje) Paerdecoper. In 1710 overlijdt één van zijn kinderen. Het begraafregister vermeldt dat hij op de Geer woont "in den Abram". Bartholomeus beperkt zich niet tot de grutterij, maar is ook actief in de brouwerij. Wanneer hij overlijdt in 1724 woont hij aan de Voorstraat in de Brouwerij van de P. Hij heeft een deftige begrafenis met 18 dragers en met koetsen, "een poose luijens voor drie uren" en "een kerkegraf op 't choor".

1724: De volgende eigenaar wordt Huijbert (Huijgen) van der Scheer. Hij was in 1703 voor het gerecht in Rijswijk getrouwd met Lijsbeth Jans van Buijten, jongedogter van Delfshaven.
Na haar overlijden hertrouwt hij in 1710 met Pieternella Claes van der Speck, weduwe van Pieter la Ros. Wanneer één van zijn kinderen in 1721 wordt begraven, woont het echtpaar op de Geer "in den Abraham". In 1723 dient Huig van der Scheer, grutter aan de Coornmarckt een rekest in bij de heren burgemeesteren van Delft, waarin hij toestemming vraagt om de luifel van zijn huis af te breken en te vernieuwen. Hij belooft dat de nieuwe luifel niet groter zal zijn dan de voorganger.
In 1724 verkoopt zijn buurvrouw Margareta Tekman aan Lambertus van Eenhoorn 3 panden naast dat van Huig:

(1) "De Metale Pot" bestaande uit een huis, erf, plateelbakkerij, 2 ovens, 1 tin-asch-oven, houtschuur en pakhuis;

(2) "De Drie As-tonnetjes", bestaande uit een huizing en plateelbakkerij en

(3) "Het Fortuijn", ook bestaande uit een huijzing en plateelbakkerij.

Het pand "De Drie Astonnetjes" heeft nog steeds een uithangteken met die naam.

01-10-1736: Daarna wordt de grutterij overgenomen door Arij Suijker. Kort daarop wordt, op 1 oktober 1736, Arij Suijker uit Papsouw toegelaten als poorter in Delft.
In 1744 krijgt Arij Suijker vergunning om zout en zeep te verkopen voor een bedrag van 50 gulden per jaar. In 1748 wordt hij aangeslagen voor de belasting: hij is grutter en heeft een vrouw en 4 kinderen, oud 8, 6, 4 en 2 jaar; bovendien heeft hij 2 dienstboden en 2 paarden. De vier kinderen heten Cornelia, Anna (Johanna Maria), Sebastianus en Arnoldus.
In 1778 maakt Monsieur Adrianus Suiker, meestergrutter, wonende binnen deze Stad zijn tesament op en laat "Zijne huising, erve, en grutterij, alsmede van alle winkelwaren, en gereedschappen tot de grutterij behorende, met de paarden, na aan zijn dochter Johanna Maria Suijker en gemelden haren man Johannes Duijvestein".
Helaas overlijdt Johannes Duijvesteijn kinderloos in 1784.
1785: Na het overlijden van haar vader Adrianus in 1785 maakt Johanna Maria Suijker haar testament op. De erfgenamen zijn:

1) haar zuster Cornelia Suijker, huisvrouw van Willem Weerman, wonende te Amsterdam,

2) haar broer, Arnoldus Suijker, meesterkoekenbakker wonende in Delft en

3) de broer van haar overleden man: Pieter Duijvesteijn.

Op 17 mei 1786 wordt in een notariele akte de verdeling van de erfenis van hun vader vastgelegd. Johanna Maria Suijker krijgt het bedrijf (de wens van haar vader) en haar broer en zuster krijgen een financiele compensatie.
25-04-1788: De volgende eigenaar van de grutterij is Wouter Brouwer. Hij koopt van Anna Maria Suijker op 25 april 1788 het huis, erve, grutterij, genaamd "Abrahams Offerande", met nog een pakhuis en erve voor de som van 10500 gulden. Op 3 mei 1788 krijgt hij vergunning voor de verkoop van zout en zeep en in 1809 staat hij geregistreerd als meestergrutter wonende in Wijk 1, nr 487.

De volgende eigenaar is Pieter Smits. Hij trouwde in 1794 in Schiedam met Antonetta Dortmans. Het echtpaar had 9 kinderen, waarvan de oudste, Johannes Smits, al snel het bedrijf overnam.
Johannes trouwde in 1821 in Schiedam met Elisabeth Bakhuijsen. Hij overleed op 4 oktober 1849 in Delft, oud 54 jaar (geboren in 1795), meestergrutter en koopman, wonende aan de Lange Geer, Wijk 1, nr 487.

1849: Na zijn overlijden werd het bedrijf voortgezet door zijn weduwe Elizabeth Bakhuizen, hetgeen blijkt uit de trouwakte van haar dochter Catherina Antoinette Smits, die op 25 april 1855 trouwde met Jacobus Johannes Vlek, grutter uit Leiden.
1855: Jacobus Johannes Vlek was geboren in 1832, de zoon van broodbakker Nicolaas Hendrik Vlek en Elisabeth Paternotte. Hij veranderde het bedrijf in een branderij en distilleerderij. Bovendien was hij raadslid van het gemeentebestuur van Delft, een van de oprichters van het St. Hippolytus ziekenhuis en deed hij veel voor de armen in Delft. In 1872 kocht hij de branderij "De Verkeerde Wereld" op de Brabantse Turfmarkt, waar het bedrijf jenever stookte en de bijprodukten gist en spoeling verkocht. De Delftse graanjenever De Vlek werd bekend door reclames, zoals "Even een Vlekje wegwerken" en "Ik heb trek in Oude Vlek". De zaken liepen niet altijd voorspoedig en op 28 juli 1901 werd hij failliet verklaard. Hij wist echter met zijn crediteuren tot een overeenkomst te komen. Hierop volgde de homologatie van het faillisement op 14 december 1901 en kon het bedrijf voortgezet worden.


In 1908 werd besloten het pand op de Lange Geer te verkopen, hetgeen blijkt uit de volgende advertentie in de Delftsche Courant van 22 augustus 1908: Openbare vrijwillige Verkoping: Ten overstaan van den Notaris W. E. VAN BERCKEL, gevestigd te Delft, zullen bij veiling en afslag op maandagen 7 en 14 September 1908, des namiddags 6 ure, in het Venduhuis der Notarissen aan de Voorstraat te Delft, in het openbaar worden verkocht:
No. 1. Een WINKELHUIS, van ouds genaamd: "Abrahams Offerande", waarin sedert tal van jaren wordt uitgeoefend de handel in Koloniale- en Grutterswaren, met Erf, Open Grond en afzonderlijke Bovenwoning aan de Lange Geer, gemerkt nos. 30 en 32 te Delft; kadaster sectie E nummer 2230 gedk., volgens eigen meting groot circa 2 Aren; bevattende beneden: ruime Winkel, Voorkamer met Stookplaats, groote Binnenkamer met marmeren Schoorsteenmantel, twee Slaapkamers, waarvan een met Stookplaats en Bedstede, Keuken met Pomp op goed Wel- en Regen-water, Binnenplaats; voorts twee Zolders en Stal voor 4 Paarden, waarboven Zolder en Hooizolder en de Bovenwoning: Voorkamer met marmeren Schoorsteenmantel, Alkoof, Achterkamer met Stookplaats en Bedstede, Keuken met Pomp op goed Wel- en Regen-water, voorts: twee Slaapkamers, waarvan een met Stookplaats, ruime Zolder met Beschoten Dak. Bevattende dit Huis vele Kasten en gemakken, waaronder Gasleiding. Het Winkelhuis in eigen gebruik. De Bovenwoning verhuurd voor fl. 16.25 per maand.
No. 2. Een GEBOUW, waarin Stoomgraanmaalinrichting, met Erf, Open Grond en Tuin, nevens en gemeenschap hebbende met het vorige perceel aan de Lange Geer nos. 34 en 36 en uitkomende aan het Achterom te Delft; kadaster sectie E nummers 2280 gedk. en 449, samen groot volgens eigen meting circa 5 Aren, 66 Centiaren: bevattende: Kantoor, Wagenhuis, Fabrieksgebouw met Machinerieën, als: Stoomketel (fabrikaat Gebr. Stork, Hengelo), Stoommachine van 17 PK met Drijfwerk, Pulleys, groote Fabrieksschoorsteen en verdere daartoe behoorende vaste Werktuigen, Kantoortje, Open Grond en Tuin, drie Zolders, zijnde op den eerste, Maal- en Grutterij-inrichting met vier koppel Steenen en op den derden Zolder: Koekbreker. In eigen gebruik. Grondbelasting van beide perceelen over 1908 fl. 48.74. De perceelen, te zamen groot 7 Aren, 66 Centiaren , zijn door hunne gunstige ligging aan het vaarwater ook voor vele andere doeleinden bijzonder geschikt. Combinatie der perceelen voorbehouden. Te aanvaarden na de betaling der kooppenningen op 2 November 1908. Te bezichtigen: Woensdag 2, Vrijdag 4 en Maandag 7 September a.s. van 2 tot 4 ure 's namiddags op vertoon van een toegangsbiljet, verkrijgbaar ten kantore van bovengenoemden Notaris, alwaar ook nadere inlichtingen zijn te bekomen.

 

Informatie en onderzoek door Anton Bom, 15-03-2024